De vulgaire marxisten gebruiken graag magisch klinkende begrippen die dan worden voorgesteld als de kwintessens van de communistische leer. Ze verklaren alles en zijn dus het ultieme argument in de discussie. Je bent niet dialectisch (je begrijpt er niets van)! Je moet uitgaan van het historisch materialisme, kameraad (je bent geen marxist)!
We moeten de vulgaire opvattingen van die begrippen ontluisteren. Laten we beginnen met het historisch materialisme, namelijk de materialistische opvatting van de geschiedenis. Het gaat om een theorie die de historische ontwikkeling van de mensheid doorheen haar bewegende maatschappelijke organisatie probeert te verklaren. Waarom was er ooit een slavenhoudersmaatschappij, een feodale samenleving en hoe is dit alles uitgemond in een kapitalistische productiewijze? En, heel belangrijk, wat kunnen we verwachten?
Ik wil hier geen college geven over de marxistische theorie van de geschiedenis (anderen zijn daar bekwamer voor), maar wijzen op een paar aspecten ervan. Marx en Engels hebben duidelijk gesteld dat er niet zoiets is als de Geschiedenis met een hoofdletter, een soort persoon, iets dat bij Hegel de Idee heet. Het zijn de mensen zelf die de geschiedenis maken, en niet een soort voorzienigheid.
De geschiedenis heeft geen doel, ze hangt niet af van een doeloorzaak, het einddoel staat niet geschreven in het begin, in de schepping om religieus te spreken. Het doel bepalen wij zelf, ook al doen we dat binnen bepaalde grenzen die de graad van maatschappelijke ontwikkeling ons oplegt.
Je kunt dus niet stellen dat er, althans als we de hele wereld en niet enkel Europa in ogenschouw nemen, er een vaste, rechtlijnige opeenvolging is van productiewijzen: oercommunisme, slavenhoudersmaatschappij, feodalisme, kapitalisme, socialisme. Marx had geconstateerd dat er daarbuiten nog andere vormen waren, zoals wat hij noemde de Aziatische productiewijze, maar hij wist die niet zo goed te plaatsten. Niets bewijst dat het feodalisme het kapitalisme heeft voortgebracht. Het kapitalisme als dominante structuur is wel in de feodale samenleving tot stand gekomen, maar het had anders kunnen verlopen.
Er is geen finaliteit, geen doeloorzaak, of in geleerde woorden, teleologie (van het Griekse telos, doel). Elke teleologische opvatting, hoe materialistisch ze zich ook presenteert, heeft een godsdienstige grondslag. Trouwens, als je denkt dat de ontwikkeling van oercommunisme naar communisme in de materie staat geschreven, dan hoef je niets meer te doen. Het komt vanzelf. Dat was enigszins de houding van de sociaaldemocratie aan het einde van de 19e eeuw. Laat de productiekrachten groeien, ze zullen uiteindelijk in conflict komen met de productieverhoudingen en daaruit zal, blijkbaar zonder veel conflicten het socialisme geboren worden, vooral als er een reusachtige arbeidersklasse is die daarvoor stemt.
Het begrip materialisme wordt dikwijls mechanisch en zelfs metafysisch, godsdienstig opgevat. Men kent haar een kracht toe die naar een doel streeft. Zo beweren sommigen dat de kosmos, het heelal (dat is al dat bestaan heeft, bestaat en bestaan zal), gedreven wordt door “dialectische wetten” (over dialectiek zal ik het de volgende keer hebben).
Charles Darwin belangrijkste bijdrage aan de strijd tegen de teleologie (de Kerk heeft dit onmiddellijk beseft) is zijn ontkenning van de finaliteit in de ontwikkeling van het leven. Er is geen vooraf bepaalde richting in de ontwikkeling van de levende natuur. De natuurlijke selectie is weliswaar actief, maar ze is zich niet bewust van wat ze doet. Ze is een realiteit maar geen persoon. Ze krijgt dus geen hoofdletter zoals God die wel een (imaginaire) persoon is.
Wanneer Engels beweert dat de mens in zijn complexiteit het hoogste niveau is van de natuurlijke ontwikkeling, dan slaat hij de bal mis. Als een komeet geen einde had gemaakt aan de dinosauriërs dan hadden de kleine primaten geen kans gehad om zich te ontwikkelen tot mensapen. We hebben hier te maken met materialistische mystiek. En de biologische evolutie zijn er geen gradatie van hogere en lagere wezens, maar enkel soorten die elk het best geadapteerd zijn aan hun specifiek milieu.
Een ander begrip dat veel last bezorgt in de interpretatie van het historisch materialisme is de uitspraak “in laatste instantie is de economie bepalend”. Maar wat is “de economie”? Engels zelf heeft er op gewezen dat dit dikwijls eenzijdig is opgevat. Ook de ideologie in haar diverse vormen (de “bovenbouw”) speelt een rol.
Wanneer het Communistische Manifest in 1848 zegt dat de geschiedenis tot op heden de geschiedenis van de klassenstrijd is, dan moet dat gerelativeerd worden. De tijdspanne tussen het verschijnen van Homo sapiens en de vorming van groepen mensen met specifieke, tegengestelde belangen, maakt het overgrote deel uit van de geschiedenis. Klassen ontstaan pas zo’n 10.000 jaar geleden met de ontdekking van veeteelt en landbouw. Bovendien is niet alleen de klassenstrijd actief in de geschiedenis.
Er is ook het toeval. Het marxisme van de epigonen draagt “het stempel van het economisch determinisme en een onkritisch vertrouwen in de onvermijdelijke voortgang van de socialistische overwinning”, volgens Jean-Marie Vincent (Max Weber ou la démocratie inachevée, 1998).
Dit deterministisch materialisme maakt van het historisch materialisme een geschiedfilosofie, een filosofie zoals elke godsdienst er een ontwikkelt om zin te geven aan onze wereld van ellende. Het “his-mat” verwordt op die manier tot een niet-confessionele theodicee. In plaats van onze wereld voor te stellen als de best mogelijke ondanks het feit dat God het kwaad heeft meegegeven, stelt het mechanisch determinisme de ellende in de wereld voor als een noodzakelijke stap naar het socialistische paradijs. Zo kunnen de massamoorden van Stalin en C° goedgepraat worden.
Ik besluit deze opmerkingen over het historisch materialisme met de stelling datde mens als enige de geschiedenis maakt. Hij-zij doet dat door de natuur om te vormen om in zijn behoeften te voorzien, gekoppeld aan een bepaalde maatschappelijke structuur, en verandert hierdoor zichzelf, namelijk zijn maatschappelijk zijn. En om aan zijn behoeften te voldoen moet soms ook de maatschappijstructuur fundamenteel worden omgevormd. Er is determinisme, maar geen mechanisch. De menselijke geschiedenis is materieel.
Fotomontage: SAP