• FRANÇAIS (LCR)

sap-rood.org

SAP

antikapitalistische lenteschool 2017
  • home
  • Wie zijn wij?
    • SAP
    • Uitgavenfonds Ernest Mandel
  • België
    • politiek
    • syndicaal-sociaal
    • verkiezingen 2014
  • internationaal
    • Afrika
      • Algerije
      • Burkina Faso
      • Egypte
      • Kenia
      • Marokko
      • Soedan
      • Tunesië
    • de Amerika’s
      • Argentinië
      • Bolivië
      • Brazilië
      • Chili
      • Colombia
      • Cuba
      • Ecuador
      • Guatemala
      • Haïti
      • Honduras
      • Mexico
      • Peru
      • Puerto Rico
      • Venezuela
      • Verenigde Staten (VS)
    • Azië
      • Cambodja
      • China
      • Filippijnen
      • Maleisië
      • Pakistan
      • Thailand
      • Vietnam
    • Europa
      • Italië
      • Luxemburg
      • Nederland
      • Noorwegen
      • Oekraïne
      • Portugal
      • Rusland
      • Schotland
      • Slovenië
      • Spaanse Staat
      • Turkije
    • internationale instellingen
    • Midden-Oosten
    • Oceanië
  • themas
    • antifascisme
    • antiracisme
    • cultuur
    • ecologie
    • economie
    • feminisme
    • geschiedenis
    • biografieën
    • jongeren
    • LGBT+
    • migratie
    • strijd en bewegingen
    • Uitgavenfonds Ernest Mandel
  • onze blogs
    • Ida en Evie schrijven
    • blog Flor Vandekerckhove
    • blog Marijke Colle
    • blog Pips Patroons
  • linkse linkjes
  • e-shop

De culturele uitzondering

16 januari, 2014 door Pips Patroons

cultAlle dingen hebben een schijn (een uitzicht) en een zijn (een substantie). Men houdt soms het ene voor het andere. Een zwaar bewapende soldaat maakt je bang als hij je land komt bezetten, maar je zucht opgelucht als hij je komt verdedigen. De “substantie” volstaat niet om een ding naar waarde te schatten: schijn en zijn zijn aspecten van eenzelfde (dialectische) realiteit.

De schijn van een koopwaar (zijn aantrekkingskracht, de behoefte die het oproept) maskeert het feit dat het een product is van de uitbuiting van de arbeidskracht, zoals Das Kapital ons uitlegt. Wat steekt er nu achter het beeld van wat men in Frankrijk de “culturele uitzondering” noemt? Heel eenvoudig de bescherming van de markt van de cultuurproducten, meer bepaald de bescherming van de winsten van de ondernemingen die cultuur produceren. Er bestaat ook in Vlaanderen als ik me niet vergis iets dergelijks: de openbare radio moet een bepaald procent Vlaamse liedjes uitzenden. Eigen cultuur eerst.

Op een (meestal door US-produkten) verzadigde cultuurmarkt hebben de inlandse producten weinig kans. Wel moeten we toegeven dat de Amerikaanse cinematografische en televisieproducten meer succes hebben dan de Franse. Zij zijn beter van kwaliteit en beschikken over meer promotionele middelen. Het culturele imperialisme is een realiteit.

Daarbij komt dat de heersende culturele ideologie van de heersende imperialistische mogendheid een doorslaggevende invloed heeft op de smaak van de mensen. Ik geef toe dat ik de voorkeur geef aan bepaalde Hollywood-producten boven de Franse. Vertel me niet dat Bienvenue chez les Ch’tis van Danny Boon de Thaise bioscoopbezoeker onbedaarlijk doet lachen. Frankrijk beschikt niet over een kapitalistische filmindustrie zoals de U.S.A.  Frankrijk is een derderangsmogendheid.

Om de protectie van hun culturele waren te rechtvaardigen, verwijzen de ondernemers en hun afwisselende regeringen naar de Franse “eigenheid”, naar zijn “culturele uitzondering” onder de volkeren. Want Frankrijk is sinds 1789 (en zelfs daarvoor) een uniek geval. Het schijnt (alweer die schijn) het vaderland zijn van de universele rechten van de mens en van de burger en van de authentiek republikeinse waarden zoals het tegen de hoofddoek dragende vrouwen opgevatte lekendom, de jacobijnse taalpolitiek, het ballotagesysteem in de verkiezingen, het presidentiële regime, een democratie die stopt aan de poorten van de onderneming, de uraniumbelangen in Afrika en een reeks heldhaftige maarschalken, van Ney tot Pétain.

Dit alles vormt de humus waarop de “uitzondering” tiert. Deze culturele eigenheid die althans binnen de staatsgrenzen universeel is, moet tegen het commerciële buitenlandse getij worden verdedigd . Een ander argument is de bewering dat de Amerikanen onbeschaafd zijn en gespeend van goede smaak zodat ze Louis de Funès niet kunnen waarderen.

Van twee lakens een pak: ofwel verdedigt men als goede (sociaal-) liberaal de onzichtbare hand van de wereldmarkt die bepaalt wat goede cultuur is, ofwel sluit men de grenzen en laten we het bepalen van de culturele kwaliteit over aan regeringen en bureaucraten. Ik verwerp beide alternatieven. De poen blijft immers de baas, in dollars, in euro’s of in ere herstelde francs zoals ter rechterzijde Mevrouw Le Pen voorstelt en ter linkerzijde de hanekraaiende soevereinisten.

Het Verdrag van Marrakech van 1994, de eerste stap naar de Wereld Handelsorganisatie, maakte geen vermelding van de cinema, van de audiovisuele sector, enz. Men beweerde, vol illusies en soms heel hypocriet, dat cultuur geen koopwaar is. Het is waar dat een natie haar cultuur moet verdedigen. Maar om welke cultuur gaat het? En wie vertegenwoordigt die cultuur? En moeten we ons beperken tot de kunst? Zijn de sociale zekerheid, de zorgsector en de arbeidscode ook geen cultuurwaarden? Een zieke acteur ligt in zijn bed en staat niet op de scène.

Ondanks het Amerikaanse spionnageschandaal in de voorbereiding van het  EU-USA handelsakkoord (Transatlantic Trade and Investment Partnership, TTIP), gingen de Europeanen aan tafel met de Amerikanen en weigerden zij asiel te verlenen aan de man die het schandaal uitbracht. Het gaat om een nieuwe aanval van het kapitaal om de “tariefbarrières” die de vrije en onvervalste concurrentie in de weg staan. De cultuur zal er onder lijden en er zal geen sprake meer zijn van “culturele uitzondering”. Links van de sociaalliberale linkerzijde maakt men in Frankrijk gewag van een radicale uitbreiding van de “uitzondering”. Maar wie zal er beslissen over de ethische, democratische, sociale, ecologische en financiële normen van deze uitbreiding? President Hollande? De toekomstige president Mélenchon? De toekomstige president Coppé? Wees redelijk, eis het onmogelijke!

Print Friendly, PDF & Email

Categorie: blog Pips Patroons, onze blogs Tags: culture

 Facebook Twitter Flickr YouTube E-mail
hallo kameraad
lid-wrden
strijdfonds

zoeken

FeMiNiSmE–YeAh!archief Ernest Mandel IRJ 2017
Anticapitalista

cultuur

Film: Der Junge Karl Marx van Raoul Peck

Door Michael Löwy

De film Der Junge Karl Marx die de grote Haïtiaanse filmmaker Raoul Peck aan de jonge Marx wijdde, is een echt meesterwerk. Het is tevens het werk van een cineast die kant koos: die van de onderdrukten en uitgebuitenen die strijden voor hun emancipatie. Vandaar zijn belangstelling voor een zekere … [Meer lezen ...]

Tags

abortus asiel asielzoekers BBTK-SETCa Bechdel beweging bezuinigingen cinema culture ecologische economie Fellini Feminisme film FN FOD Financiën Gender IIRE indignados K&SR klimaatsverandering klimaattop COP 19 kolonialisme koopkracht overheidsdienst politiek Racisme Soberheid sociaal sociale Sorrentino staking stakingsrecht storm Taubira theorie Ulrike Meinhof vakbeweging vluchtelingen vrouwen werkloosheid
Pips Patroons

Pips Patroons werd geboren in Antwerpen, bracht zijn kindertijd door in Congo en studeerde geschiedenis in Gent en in Leuven. Hij woonde sinds 1995 in Engeland en vervolgens in Frankrijk. In 2016 ging hij terug naar België. Hij is al heel wat jaren actief in radikaal links en werkt vandaag aan een essay over de Vlaamse ideologie.
Viva la IV!

Onze oude website kan je nog steeds hier raadplegen.

kalender artikels

juli 2025
Z M D W D V Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  
« okt    

image bank

  • DSC_0141
  • DSC_0140
  • DSC_0139
  • DSC_0137
  • DSC_0138
  • DSC_0136
  • DSC_0135
  • DSC_0132
  • DSC_0133

categorieën

andere hulpmiddelen

  • archieven
  • sitemap
  • folders te downloaden

SAP-LCR