Terwijl alle ogen zijn gericht op het WK in Brazilië, groeit de kritiek op de regering van Qatar. In dit Golfemiraat, een van de rijkste landen ter wereld, wordt het WK van 2022 georganiseerd.
De meeste aandacht krijgt het feit dat het wel erg warm is in Qatar in de zomer. De temperatuur kan er dan oplopen tot 50 graden. Desondanks stemde de wereldvoetbalbond FIFA in december 2010 op Qatar. Dat besluit was ook ingegeven door politieke motieven. De financiële belangen van Qatar in bijvoorbeeld West-Europa zijn immens, niet alleen in het voetbal.
De regering van het emiraat investeert ondertussen miljarden om het klimaat aangenamer te krijgen. Hassan al-Thawadi, secretaris-generaal van het Qatar 2022 comité, zei in de Britse krant The Guardian dat de komende tien jaar naar verwachting 169 miljard euro wordt besteed aan infrastructurele projecten waarbij gebruik moet worden gemaakt van het blazen van koude lucht, megaparasols en zelfs gecreëerde wolken op heliumbasis.
Een verhuizing naar de winter stuit op weerstand bij onder andere de Engelse Premier League. Een winterstop van twee maanden zou contractproblemen geven met sponsoren en tv-zenders. Eerder berichtten Franse media al dat de emir van Qatar onder één hoedje had gespeeld met de voormalige Franse president Sarkozy. Inzet was de sponsoring van de Parijse club PSG door een bedrijf uit Qatar.
FIFA-voorzitter Sepp Blatter heeft inmiddels in een interview met het Zwitserse kanaal RTS toegegeven dat de toewijzing “een fout” is. Die fout heeft inmiddels veel levens gekost. In Qatar werken 1,2 miljoen gastarbeiders. In de aanloop naar het WK zullen voor de bouw van stadions, wegen, havens en hotels naar verwachting nog eens honderdduizenden arbeidskrachten worden aangetrokken.
Nu al zijn volgens internationale vakbondsorganisaties 1200 gastarbeiders omgekomen. De arbeiders, afkomstig uit overwegend Nepal, India en Bangladesh, worden als slaven behandeld en vertrekken wordt onmogelijk gemaakt. Ze worden onderbetaald, werken in extreme hitte en overnachten in onhygiënische pensions.
Volgens Sharan Burrow, voorzitter van de internationale vakbondsorganisatie ITUC, is Qatar nog steeds een “slavenstaat”. De uitspraak van Burrow sluit aan bij conclusies van de Britse krant The Guardian, die onderzoek heeft gedaan naar de werkomstandigheden van de Nepalezen in de Golfstaat. Volgens de krant hebben “duizenden Nepalezen te maken met uitbuiting en misbruik, een toestand die neerkomt op moderne slavernij”. De dood van de arbeiders heeft de regering ertoe gedwongen om op papier met hervormingen te komen.
Regeringsvertegenwoordigers hebben verklaard dat het voor buitenlandse arbeiders voortaan makkelijker zal zijn om binnen Qatar van werkgever te veranderen of het land te verlaten. Werkgevers riskeren bovendien een zwaardere boete als ze werknemers hun paspoort afnemen. Diverse commentatoren wezen er echter al op dat deze maatregelen, die eerst nog naar geldend recht moeten worden omgezet, de situatie van buitenlandse bouwvakkers nauwelijks verbeteren.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu .