Na de dood van de Zwarte Amerikaan Freddie Gray als gevolg van politiegeweld braken protesten uit in Baltmore in de Verenigde Staten. Deze protesten volgden op eerdere protesten tegen racistisch politiegeweld in Ferguson en een reeks onthullingen over misdaden door agenten. We publiceren hier een verklaring van de Amerikaanse socialistische organisatie Solidarity over de protesten in Baltimore, gevolgd door een artikel over racisme en politiegeweld dat geschreven werd na Ferguson maar voor de meest recente protesten in Baltimore
Solidariteit met Baltimore!
Zestien dagen na de dood van Freddie Gray spreken de politie en gemeente-officials van Baltimore nog steeds met geen woord over waarom hij stierf. Geen persbericht, geen verklaring, geen woord van uitleg over hoe deze jongeman na arrestatie naar buiten kwam met een kapot strottenhoofd en een kapotte ruggengraat. Woede over dit onrecht en het patroon van racistisch geweld waar het deel van uit maakt leidde tot demonstraties, een wil om verzet tegen politiegeweld te organiseren en een sprong in het politieke bewustzijn van mensen in de stad.
De heersende klasse van de stad Baltimore en de staat Maryland reageerde op de roep om gerechtigheid met gewelddadige repressie. De politie joeg de spanningen op met verzinsels over plannen van bendes om agenten te doden – een verzinsel dat kritiekloos werd nagepraat in de media. De politie dwong jongeren de straat op, treiterde hen en lokte bewust een rel uit. De uitingen van woede en hopeloosheid zijn gebruikt als voorwendsel voor een fysieke en politieke oorlog tegen hele gemeenschappen. Meer nog dan gebruikelijk gedraagt de politie zich als een bezettingsleger, met een beroep op versterkingen van de politie van buiten de stad en de Nationale Garde en het afkondigen van een avondklok die ingaat om 10 uur ’s avonds. Honderden mensen werden opgepakt. Ondanks dit machtsvertoon duren de protesten en het organiseren voort. Medische, juridische en gemeenschapssteun worden door mensen zelf opgezet, voor dit weekend zijn opnieuw grootschalige demonstraties gepland en er worden nieuwe coalities gevormd.
Racistisch politiegeweld is een inherent deel van de machtsstructuur van de Verenigde Staten, net zoals het sociale geweld van werkloosheid, het afsluiten van drinkwatervoorziening en de dagelijkse verdringing van zwarte gemeenschappen dat zijn. Dit geweld verslaan is van centraal belang voor elke overwinning van bewegingen voor gerechtigheid. Politici en media gebruiken de rellen om de hele beweging te bekritiseren en roepen op tot ‘vreedzaam protest’ dat geen bedreiging is voor de status-quo. Maar militant verzet is nodig om racisme en de machtsstructuren die het overeind houdt te verslaan. De opstand in Baltimore, zoals eerder in Ferguson, geeft het voorbeeld. We staan aan de kant van de beweging voor gerechtigheid in Baltimore en veroordelen het geweld van de politie en de Nationale Garde. Solidariteit met de #BaltimoreUprising! Gerechtigheid voor #FreddieGray en alle slachtoffers van politiegeweld!
Ras en klasse: de moord op Walter Scott
North Charleston, South Carolina was het toneel van de meest recente moord op een ongewapende Zwarte man door een witte politieagent. Het gebeurde op 4 april en het ‘normale’ scenario waarin het slachtoffer de schuld voor zijn dood in de schoenen geschoven krijgt voltrok zich enkele dagen lang in de lokale media.
De agent, Michael Slager, vertelde de gebruikelijke leugen dat hij voor zijn leven ‘vreesde’ nadat hij een aanvaring gehad zou hebben met Walter Scott, 50 jaar oud. Scott rende weg van zijn eigen auto nadat hij gestopt was vanwege een kapot remlicht. Hij werd verschillende keren in de rug geschoten. Slager plaatste toen een voorwerp, klaarblijkelijk zijn eigen stroomstootwapen, naast het lijk van Scott.
Wat daarna gebeurde was echter totaal onverwacht. Er meldde zich een ooggetuige: Feidin Santana, 23 jaar oud, immigrant uit de Dominicaanse Republiek werkt in de omgeving als kapper. Met zijn telefoon filmde hij hoe de agent Scott achtervolgde en neerschoot, naliet om eerste hulp te geven en het stroomstootwapen bij het lijk neerlegde.
Scott, net zoals Michael Brown in Ferguson, Missouri, en Eric Garner in Staten Island, New York, werd behandeld alsof hij minder was dan een mens. De video verspreidde zich online en in lokaal en landelijk nieuws. Daarna besloten de burgemeester en commissaris agent Slager te ontslaan en te arresteren voor moord. Hij zal nu in de rechtbank moeten verschijnen.
Misschien denk je dat dit de normale gang van zaken is als de politie van South Carolina mensen neerschiet. Maar dat is het niet. Het tijdschrift Mother Jones berichtte op 8 april: ‘Cijfers tonen aan dat de reactie op de Slager een uitzondering is. Volgens de State, de krant van Columbia, South Carolina, werden tussen 2010 en 2014 minstens 209 verdachten neergeschoten door de politie, 79 van hen kwamen om. In slechts 3 van de 209 gevallen werd onderzocht of agenten buitensporig geweld hadden gebruikt en geen van hen werd veroordeeld. Van de gedode verdachten waren 34 zwart en 41 wit (in vier gevallen was de etniciteit onduidelijk) en ongeveer de helft van de neergeschoten verdachten was zwart, aldus de cijfers van de State.’
Afro-Amerikanen vormen minder dan 13 procent van de bevolking van de VS. Maar rond de helft van de mensen die gedood worden door de politie zijn Zwart. North Charleston heeft een bevolking van 104.000, waarvan 47 procent zwart is. Van de politie-agenten is 80 procent wit.
De moed van een immigrant
Santana, een ingezetene van de VS, twijfelde voordat hij de video openbaar maakte – hij was bezorgd om zijn eigen veiligheid. In een interview met MSNBC vertelde hij dat hij had overwogen de opname te wissen. Santana legde uit hij dat bang was voor vergelding door de politie als hij de opname openbaar zou maken. Maar nadat hij hoorde dat Scott was overleden en hoe de politie het nieuws verdraaide toonde hij de beelden aan de familie van de gedode man. Daarna kreeg de politie de beelden te zien.
De angst van Santana is typisch voor de manier waarop een groot deel van de Zwarte bevolking denkt over de politie, een organisatie die beweert ‘de gemeenschap te dienen en te beschermen’. Veel Zwarte mensen zien de politie als een invasiemacht, als een bezettingsleger. Ouders leren hun kinderen van jongs af aan hoe ze zich moeten gedragen als ze worden geconfronteerd met de politie. Weinig witte Amerikanen koesteren een dergelijke angst voor de politie, maar veel van hen zijn wel bang voor ongewapende Zwarte mannen en jongens (dit verschil is zichtbaar in talrijke opiniepeilingen.)
De nationale overheid houdt niet bij hoeveel mensen worden neergeschoten door de politie. De wapenindustrie en lobby zijn tegenstanders van het verzamelen van cijfers over wapenbezit of vuurwapengeweld. In 2012 toonde een overzicht van gegevens van lokale en regionale overheden dat gemiddeld elke 28 uur een persoon gedood wordt door politieagenten, beveiliging of zelfbenoemde burgerwachten.
In bijna alle gevallen wordt het onderzoek naar de schietpartij intern afgehandeld door de politie in samenwerking met de lokale officier van justitie. Er zijn geen onafhankelijke toezichtorganen die agenten die iemand gedood hebben kunnen aanklagen, ontslaan of arresteren.
De agenten hebben weinig last van een dergelijk onderzoek. Ze krijgen betaald verlof. De media brengen de politie-versie van het gebeuren alsof het de feiten zijn en houden de slachtoffers verantwoordelijk voor het feit dat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plek waren.
Dat in North Charleston nu een agent is aangeklaagd wegens moord is de uitzondering, niet de regel en vestigt de aandacht op het buitenproportionele geweld van de politie tegen Afro-Amerikanen. De redactie van de New York Times merkte dit op in een commentaar op 9 april: ‘De zaak onderstreept twee problemen die steeds duidelijker zijn geworden na de onrust die uitbrak nadat de politie zwarte burgers doodde in New York, Cleveland en Ferguson, Missouri. Het meest urgente probleem is dat slecht getrainde agenten, die onder weinig toezicht staan, in veel gevallen onnodig dodelijk geweld gebruiken, vooral tegen minderheden. Ten tweede komt de politie weg met het verminken of doden van mensen door te liegen over in welke omstandigheden het geweld zich voordeed.’
Black Lives Matter
Dat zijn precies de problemen waar de ‘Black Lives Matter’ beweging de aandacht op heeft gevestigd sinds de moord op Michael Brown in Ferguson. De politie is rechter, jury en beul van ongewapende Zwarte mannen.
Deze nieuwe beweging krijgt niet de aandacht die ze verdient aangezien gematigde critici de leiders ervan oproepen zich te richten op verkiezingen. Dit is een bekende mantra en dient om sociale bewegingen in het slop te doen lopen. Elke belangrijke vooruitgang in wetgeving of politiek was het resultaat van stakingen en massale protesten.
De nieuwe activisten zijn zich er van bewust dat sociale media van cruciaal belang zijn voor het circuleren van hun opvattingen en bouwen aan een beweging voor fundamentele verandering van onderop. Ondanks het feit dat agenten in Ferguson, Staten Island en talrijke andere steden ongestraft door kunnen gaan met hun geweld blijft de beweging groeien.
Wat minder bekend is dat de Black Lives Matter beweging, net zoals eerdere Afro-Amerikaanse bewegingen, andere bewegingen van de onderdrukten en achtergestelden inspireert om dezelfde taal te gebruiken.
Na de moord op drie jonge moslims in North Carolina verklaarden de families dat dit een door haat gemotiveerde misdaad was en dat ‘Muslim Lives Matter’. Moslims, net als Afro-Amerikanen, weten dat witten en witte christenen door justitie, FBI en veiligheidsdiensten anders behandeld worden.
Het begin van een beweging blijft altijd onopgemerkt tot de uitbarsting. De reacties van de gevestigde macht in North Carolina tonen dat ze zich hiervan bewust zijn. Ze beseffen wat de landelijke en internationale dimensies zijn van de gebeurtenissen in hun stad.
South Carolina heeft een lange traditie van racisme en slavernij, op het parlementsgebouw van de staat wappert de vlag van de zuidelijke Confederatie. De openlijke discriminatie van Afro-Amerikanen leidden veel witten ertoe te vrezen voor een explosie van de Zwarte gemeenschap als de agent niet zou zijn opgepakt. Zonder beeldmateriaal zouden die zorgen niet bestaan.
Het voorbeeld van Santana toont hoe zeer Zwarten en anderen zich ervan bewust zijn dat de respons van het publiek een belangrijk wapen tegen politiegeweld is. Het opnemen van beeldmateriaal, protesten en massa-acties bereiken nog enige vorm van gerechtigheid.
De weg vooruit
Op een bijeenkomst in Oakland, California, spraken Erica Garner, dochter van Eric Garner, en Cornell West, auteur van Race Matters, over hoe de moord in South Carolina niet als een verrassing kwam.
Refererend aan de arrestatie van de agent merkte Erica Garner op: ‘gerechtigheid voor een is niet gerechtigheid voor iedereen … Als deze man inderdaad hierop afgerekend wordt, is dat er een blijk van dat er echt iets gebeurt. Maar een dergelijke verandering moet doorgezet worden en het geval van mijn vader zou opnieuw bekeken moeten worden’.
‘Men leeft in een samenleving waarin de levens van Zwarten van zo weinig belang zijn dat mensen denken dat je ze neer kunt schieten en naar huis kan gaan om een kopje thee te drinken’, vertelde West: ‘witte overheersing is springlevend in de VS en we moeten hier de confrontatie mee aangaan.’
(‘Killing was no surprise activists say,’ 10 april, San Francisco Chronicle)
Het rapport van het ministerie van Justitie over Ferguson wordt door sommige mensen gelezen als een kritiek op politiegeweld. Ik zie het eerder als een poging om toe te dekken wat er werkelijk gebeurde in Ferguson door de Zwarte gemeenschap enkele concessies te geven. Dit rapport is zwakker dan veel eerdere rapporten, in het bijzonder vergeleken met dat van de Kerner commissie dat na de opstanden in de jaren zestig sprak van ’twee Amerika’s, een zwart en een wit’.
In de samenvatting van het rapport door officier van Justitie Holder onderstreept deze dat er onvoldoende bewijs was om agent Wilson te veroordelen voor het doden van Michael Brown. Het ministerie van Justitie accepteert de verklaring van Wilson en de politie dat het om ‘zelfverdediging’ ging. Het tweede punt dat hij maakt is hoe het gemeentebestuur van Ferguson door middel van verkeersboetes voor zwarten geld inzamelde.
Het derde punt is dat Afro-Amerikanen te maken hebben met buitenproportioneel geweld. Holder spreekt van ‘slecht politiewerk’. Holder erkent dat er onbewuste en bewuste racistische opvattingen bestaan onder de politie, wat ook een concessie is aan de kritiek geuit door de demonstranten. Maar het werkelijke probleem is systematisch, geïnstitutionaliseerd racisme.
Historisch ligt het begin van racisme en nationale onderdrukking in het kapitalisme dat mensen verdeelt langs lijnen van klasse en etniciteit. De grondoorzaak van de discriminatie tegen zwarten moet worden erkend en bestreden.
Een Zwarte president, een Zwarte officier van Justitie en andere Afro-Amerikanen op hoge posities zijn van symbolisch belang maar, zoals West opmerkte, dit mag ons niet blind maken voor de noodzaak om eeuwenlange discriminatie en onrecht ongedaan te maken.
Malik Miah is redacteur van Against the Current
Dit artikel verscheen eerder op Grenzeloos.org