Open brief aan leden en militanten van ACV, ABVV en ACLVB
Beste vrienden, vriendinnen en kameraden,
Nadat in januari 2012 de regering Di Rupo de verlenging van de loopbanen gestemd had zonder enige vorm van overleg met de vakbonden, richtte de Socialistische Arbeiderspartij (SAP) onder de titel “De toekomst van het syndicalisme wordt hier en nu bepaald!” een open brief aan u. Wij zegden in die open brief ondermeer het volgende:
“Als de vakbonden niet kiezen voor deze weg van verzet, dan zullen zij aan de kant geschoven worden door de heersende klasse. Deze wil hen wel een toekomst geven, maar dan enkel als dienstverleners. In dat geval, zullen we geen vakbonden meer hebben met dewelke de arbeidersklasse heeft gestreden voor haar verworvenheden. We zullen pseudo-vakbonden hebben die de neoliberale politiek begeleiden, als een soort drijfriem waarmee het patronaat en de regering de sociale vrede zullen behouden. (…) In dat geval ook zal de politieke balans blijven doorhellen naar rechts. En na verloop van tijd, zal een zuiver rechtse regering aan de macht komen met de macht om de syndikale organisaties zelf voluit aan te vallen.”
Ongezien sinds de jaren ’30
Vandaag zijn we helaas (bijna) zover! Het overgrote deel van de door de regering Michel-Jambon voorgenomen maatregelen is erop gericht de systeemcrisis te doen betalen door de werkende mensen, de werklozen, de zieken, de gehandicapten, de gepensioneerden, de asielzoekers. Jongeren, vrouwen en de gebruikelijke zondebokken van het racisme worden bij uitstek geviseerd. De aanval is van een brutaliteit die ongezien is sinds de jaren dertig en de coalitie is vast van plan zo ver mogelijk te gaan.
Het is waar dat de ‘Zweedse’ regering (nog) niet in staat is “de syndikale organisaties zelf voluit aan te vallen”, maar ze komt wel gevaarlijk dicht bij deze doelstelling. Enkele voorbeelden:
– door de loonblokkering te verlengen ( “zolang de competitiviteit niet hersteld is!”) en door het verkrijgen van de inschakelingsuitkering voor jongeren nog verder te beperken, hoopt de regering dat een toenemend aantal jongeren en werkende mensen het nut van een vakbond niet meer zullen inzien;
– door het vooropstellen van een “nieuw loopbaanmodel” en door het opleggen van een beperkende loonnorm, gekoppeld aan een “baremaherziening” en aan een “vermindering van het aantal paritaire comités”, mikt de regering op het breken van de onderhandelde collectieve arbeidsovereenkomsten, hetgeen ook het loonverschil tussen mannen en vrouwen nog zal doen toenemen;
– door toe te staan dat een sociaal bemiddelaar “de eerste fase kan besluiten” om “de procedure, voorzien in de Wet Renault, te verkorten”, wil de regering de weinige mogelijkheden uit de weg ruimen die deze wetgeving aan de vakbonden verleende om syndicale alternatieven voor te stellen in geval van herstructurering en sluiting van een onderneming;
– door een minimale dienstverlening op te leggen bij de spoorwegen, valt de regering frontaal het stakingsrecht aan.
De strategie van de spin en de shock doctrine
Michel-Jambon hanteert de strategie van de spin: de vakbonden vastlijmen in een kooi van overleg, met als doel hen in slaap te wiegen, om ze daarna een voor een aan te pakken. Het regeerakkoord zegt het zwart op wit: het sociaal overleg draait enkel rond “de uitvoering en de modaliteiten van de hervormingen”, in de mate dat ze ertoe bijdragen “de stabiliteit en de legitimiteit te garanderen”.
Deze “hervormingen” die de vakbonden moeten “uitvoeren” komen rechtstreeks voort uit de eisenbundels van het patronaat. De regering zegt dat zij, “in overleg met de sociale partners, een gemeenschappelijke strategie voor jobs” zal uitwerken. Wat een slechte mop! de “strategie” staat al op papier, ze heeft als “eerste doelstelling het versterken van de competitiviteit van de ondernemingen” doorheen de “verlichting van de lasten, het stimuleren van levenslang leren, werkervaring, jeugdwerkloosheid, langere en meer gevarieerde loopbanen en de risicogroepen”. “De activering blijft de ruggengraat van de politieke strijd tegen armoede”. Na het “advies” van de vakbonden, zal de regering zelfs beslissen “de arbeidstijd te annualiseren”. Ziedaar wat deze Dames en Heren (erg weinig dames, overigens) omschrijven als “een gemeenschappelijke strategie voor jobs”…
Opgelet: als de vakbonden niet wensen mee te spelen in deze poppenkast, willen regering en patronaat snel en hard toeslaan om zoveel mogelijk overwinningen te boeken, voor het sociaal verzet erin slaagt voldoende krachten te verzamelen. Het is de “shock doctrine”, zoals die de laatste jaren wordt toegepast in het Zuiden en Oosten van Europa.
Klassenoorlog, klassehaat
We mogen niet denken dat deze nieuwe aanval slechts een moeilijk moment betekent (een zoveelste!) om uit de crisis te kunnen raken. Michel, De Wever en hun patronale opdrachtgevers verbergen het niet: de “Zweedse” vormt slechts een etappe in de oorlog tegen de werkende bevolking.
Voor hen is deze oorlog het enige middel om hun economisch systeem te herlanceren. Ondervraagd op radio en televisie zeggen de patronale woordvoerders dat het regeerakkoord weliswaar het maximum uitmaakt van wat vandaag mogelijk is, maar dat het tegelijk ook onvoldoende is. Om nog verder te kunnen gaan in de sociale achteruitgang wensen zij dat de regering de vakbonden structureel verzwakt. Dat is dan ook wat de regering zal proberen te doen.
Bart De Wever, de man van VOKA, is in feite de echte chef van deze coalitie. Hij jubelt: “Ik heb de socialisten weggejaagd van de macht in Antwerpen en Vlaanderen, ik heb hen weggejaagd van de macht op het federale niveau en ik hoop dat ze nooit meer terug zullen keren”. De andere stromingen van de arbeidersbewegingen moeten echter niet denken dat zij zullen ontsnappen: als hij “de socialisten”aanvalt, drukt De Wever in werkelijkheid zijn misprijzen en zijn klassehaat uit tegen de gehele werkende klasse. Hij neemt met name de christelijke arbeidersbeweging in het vizier, aangezien deze in Vlaanderen grotendeels in de meerderheid is en aangezien deze massale beweging, vroeg of laat, een obstakel zal vormen voor de neoliberale projecten.
Geen andere keuze dan de strijd, allemaal samen!
De toestand is ernstig. Sinds het begin van de jaren ’80 verdedigen de werkende mensen zich via de terugtocht. Overwinningen, zelfs gedeeltelijke, zijn zeldzaam, zoniet onbestaande. We kunnen zo niet verder: nog verder terugtrekken zal een kanteling veroorzaken in de krachtsverhouding tussen Arbeid en Kapitaal. Zoals we schreven in onze “Open Brief” van 2012: “De toekomst van het syndicalisme wordt hier en nu bepaald”. Syndicalisten die vandaag blijven inzetten op sociaal overleg, knopen de koord rond hun eigen nek… en rond de nek van hun leden.
Het actieplan van het gemeenschappelijk front waarmaken
Er is vandaag geen andere keuze dan het aangaan van de strijd,deze keer om het gevecht te winnen. Daartoe zal de organisatie van een zoveelste Noord-Zuid-manifestatie zonder vervolg niet volstaan. Het gemeenschappelijk vakbondsfront lijkt het – eindelijk! – begrepen te hebben: haar actieplan is er een echt (we hebben iets dergelijks niet meer gezien sinds de “vrijdagstakingen” tegen de rechtse regering, geleid door Leo Tindemans in, 1977).
Dit actieplan moet lukken. Daarvoor is het nodig:
1. Niet alleen de militanten, maar ook de bevolking in de diepte te informeren, doorheen een “Operatie Waarheid”;
2. De syndicale democratie zo breed mogelijk te laten spelen, om de leidingen te controleren en om de militante energie van de basis vrije baan te geven, in de bedrijven, de wijken, de scholen; de zelforganisatie aan te moedigen en te ondersteunen;
3. Allemaal samen te strijden: Vlamingen, Walen en Brusselaars, mannen en vrouwen, arbeiders en bedienden, jongeren en minder jongeren, mensen met en zonder werk of papieren, privé en openbare sector;
4. Het vuur overal aan te wakkeren, alle bedreigde categorieën te mobiliseren: vakbonden, jongerenorganisaties, het verenigingsleven, de bewegingen van vrouwen, intellectuelen en kunstenaars, asielzoekers, milieuorganisaties;
5. Een duidelijk doel voorop te stellen: weigering van elke soberheid (federaal of regionaal), zonder welke toegeving dan ook aan de patronale eisen;
6. Klaarstaan om in stijgende lijn verder te gaan, tot en met de algemene staking.
De uitdaging: sociaal verzet op alle fronten, zo machtig, zo democratisch, zo pluralistisch dat de regering niet anders kan dan plooien.
Weg met Michel I!
Vragen dat Michel-De Wever terugkrabbelen en “echt” sociaal overleg aanvaarden, zoals sommige woordvoerders van het gemeenschappelijk front doen, is geen geldige doelstelling. Het betekent het laten vallen van de andere sociale sectoren die worden aangevallen. Het betekent de terugkeer naar het moeras waar de syndicale beweging zich al 40 jaar in bevindt. We kunnen de klok niet terugdraaien, noch stopzetten: om het soberheidsoffensief te breken, moeten we Michel-De Wever wegjagen. Door hen weg te jagen, keren we de krachtsverhouding eindelijk om.
De regering wegjagen moet ons doel zijn. Deze coalitie is noch legitiem, noch democratisch. De kiezers hebben er niet voor gekozen de pensioenleeftijd te verlengen tot 67 jaar. Zij hebben er niet voor gekozen dat een minister van Binnenlandse Zaken de collaboratie met de nazi’s omschrijft als “een vergissing” begaan door mensen die “hun redenen hadden”. Zij hebben niet gekozen voor een regeerakkoord dat “het leger in de straten” wil opstellen. Zij hebben niet gekozen voor een regering van patroons die toestaat dat 1% van de bevolking de andere 99% verpletterd.
Neen aan het sociaal-liberalisme
De regering wegjagen? Ja, maar niet om het spel van de PS/sp-a te spelen, het enige doel dat de Socialistische Gemeenschappelijke Actie wil naar voor schuiven. Verlenging van de loopbaan, vermindering van de “patronale lasten”, loonblokkering, goedkeuring van het Europees verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur, jacht op werklozen, minimale dienstverlening bij het spoor, criminalisering van jongeren,…: door haar maatregelen op al deze terreinen beweerde de regering Di Rupo “het gras weg te maaien voor de voeten van de N-VA”. In plaats daarvan heeft ze voor die partij de weg naar de macht geplaveid.
Ze heeft er bovendien geen enkele les uit getrokken. De PS houdt vast aan de soberheid in het Waalse Gewest, in het Brusselse Gewest en in de Fédération Wallonie-Bruxelles, met felicitaties vanwege de patronale organisaties. Het volstaat de politiek in het Zuiden van Europa en in Frankrijk te bekijken, om te kunnen vaststellen dat deze sociaal-liberalen niets anders voor te stellen hebben. Laten we ook de lessen uit het verleden niet vergeten: na hun terugkeer naar de macht, volgend op syndicale strijd tegen rechtse regeringen (in 1961, in 1988), heeft de sociaal-democratie nooit het “vuile werk” in vraag gesteld van die rechtse regeringen.
Alleen naïevelingen kunnen geloven dat de terugkeer van de PS en de sp-a naar het federale niveau zal leiden tot het herstel van de schade. Er is slechts een aanvaardbare uitweg: het wegjagen van deze regering op basis van een syndicaal noodplan, het opleggen van dit noodplan doorheen de strijd van alle krachten die zich beroepen op de arbeidersbeweging. Het is het enige alternatief dat die naam waardig is!
Van koers veranderen!
We zijn ons bewust van de moeilijkheden: het individualisme, het racisme, het sexisme, de verdelingen van allerlei aard, het ieder-voor-zich, de kloof tussen Noord en Zuid,… Om deze moeilijkheden te overwinnen, dient de vakbewging opnieuw sterke overtuigingen en een strategische visie te ontwikkelen. Het is daar dat het schoentje wringt: vastgelijmd aan een politiek van overleg en van druk op de “politieke vrienden”, in naam van “het minste kwaad”, hebben de vakbonden zich laten besmetten door de ideologie van de tegenstander, die steunt op de dogma’s van “strenge begrotingsnormen” en “competitiviteit”.
Het uur is aangebroken om deze dogma’s in vraag te durven stellen. Het uur is aangebroken om van koers te veranderern. Een actieplan is noodzakelijk, maar garandeert geen overwinning. Bij gebrek aan een geloofwaardige alternatieve politiek, hebben in Griekenland 20 dagen van nationale staking en massale demonstraties (nog) niet geleid tot het blokkeren van de soberheid.
We kunnen slechts herhalen wat we schreven in onze ‘Open Brief’ van 2012: “de vakbonden moeten beseffen dat zij strijden voor een andere politiek. Een fiscale politiek die de verantwoordelijken voor de crisis laat betalen. Een sociale politiek die de armoede en de structurele massawerkloosheid uit de wereld helpt. Een democratische politiek die het welzijn behartigt van de meerderheid van de bevolking (van Belgische en migrante origine) en niet de winsten van de aandeelhouders. Een ecologische politiek die de openbare sector ontwikkelt om zo aan de ene kant te beantwoorden aan de sociale noden en anderzijds aan de milieu-uitdagingen. De vakbonden moeten er van overtuigd zijn dat zulke politiek gewettigd is, zij beantwoordt immers aan de noden van de aangesloten leden”.
De huidige regering valt niet alleen de wereld van de arbeid aan. Zij valt ook de democratische vrijheden en de planeet zelf aan. Inderdaad, terwijl het absoluut noodzakelijk is de overgang te organiseren naar een systeem van 100% hernieuwbare energiebronnen, verlengt zij het bestaan van de kerncentrales, daarbij voorbij gaand aan de gevaren die daarmee verbonden zijn.
Dit is geen toeval: op een ernstige manier de ecologische overgang organiseren is enkel mogelijk als de rijkdom en het werk eerlijk verdeeld worden en als nieuwe openbare diensten worden gecreëerd. Het is duidelijk dat het patronaat daar niet van wil weten! Door ook deze kwesties naar voor te schuiven in haar noodplan, door tegelijk de ecologische crisis, de sociale crisis en de crisis van de democratie ernstig te nemen, kan de vakbeweging immense krachten bijeen brengen en de ideologische krachtsverhouding volledig wijzigen.
We mogen de syndicale onafhankelijkheid ook niet verwarren met apolitiek zijn. Terwijl de vakbeweging haar onafhankelijkheid tegenover alle politieke partijen behoudt, kan en moet de vakbeweging wel degelijk voorstander zijn van een alternatieve politiek. Zij kan en moet eisen dat diegenen die zich op het politieke terrein beroepen op de wereld van de arbeid, zich verenigen om samen een echt links programma naar voor te schuiven, om tegelijk de wereld van de arbeid en de natuur te behoeden voor de vernietiging. Zij kan en moet eisen dat dergelijke alternatieve politiek even trouw is aan de wereld van de arbeid als de huidige partijen trouw zijn het kapitaal.
Wij staan mee op de eerste rij
Wij, de mensen van de SAP, strijden voor een antikapitalistisch programma, internationalistisch, feministisch, democratisch en ecosocialistisch. Wij zijn van mening dat de leidingen van de vakbeweging een zware verantwoordelijkheid torsen: de overlegpolitiek heeft in de kaart gespeeld van het patronaat en voert het syndicalisme naar een impasse. We schuiven een andere, antikapitalistische politiek naar voor: het breken van de financiële machten door de nationalisatie van de kredietsector, alsook die van de energie; een einde maken aan werkloosheid en miserie door een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen.
Wij verheugen ons over de opstelling van het gewest Charleroi-Zuid Henegouwen van het ABVV, over hun “10 doelstellingen voor een antikapitalistisch noodplan” (die wij onderschrijven) en over hun oproep om de krachten te bundelen, zodat er een alternatieve, antikapitalistische politiek tot stand kan komen, links van sp-a en Groen.
Onze strijd valt echter niet te scheiden van de strijd van de arbeidersbeweging. Wij hebben geen andere belangen te verdedigen dan die van de werkende mensen. Wij roepen hen op tot de strijd.
Wij zullen samen met hen vooraan staan om het syndicalisme en de sociale verworvenheden te verdedigen, om op te leggen dat de soberheid op alle niveau’s voor eens en voor altijd verworpen wordt door het verdrijven van deze rechtse regering. Wij zullen onze verantwoordelijkheid blijven opnemen op het politieke terrein, zoals we dat ook gedaan hebben door bij de laatste parlementsverkiezingen deel te nemen aan de lijsten van PVDA+ in Vlaanderen en van PTB-GO! In Franstalig België, wat ertoe geleid heeft dat er meerdere mensen werden verkozen in de verschillende parlementen. Deze lijsten kunnen een eerste stap zijn. Als de vakbeweging daartoe overgaat, dan staan wij klaar om deel te nemen aan de vorming van een politiek alternatief, aan een partij van de wereld van de arbeid tegen het kapitaal.
De nationale leiding van de SAP
Oktober 2014
Deze Open brief in pdf formaat downloaden