Zowat 700.000 mensen bezochten het 43ste Interkeltisch festival in het Bretoense Lorient. Dit festival wil de hedendaagse Keltische culturen samenbrengen dit keer kreeg Asturië de ereplaats. Asturië, zo zeggen echte Kelten, is niet Spaans maar ligt de Spaanse staat. Een Keltische cultuur veronderstelt een Keltisch volk. Ik beweer dat dit volk een mystificatie is, dat je bijgevolg niet kunt spreken van een Keltische cultuur en dat dit “interkeltisch” festival rust op twijfelachtige fundamenten.
Het begrip «Keltendom» is even vaag, bedrieglijk en misleidend als begrippen zoals “de Germaanse cultuur” of de “Slavische cultuur”. Want wat is nu het wezen van zo’n cultuur? Haar kookkunst? Haar hygiënische of seksuele gebruiken? Eenzelfde opvatting over politiek? Haar familiestructuren? Niets van dit alles. Als enige blijft over een ziel, een even mysterieuze als onbestaande kracht die verondersteld wordt de diepe eigenheid van een ras te kenmerken.
Veronderstel dat de site die u nu raadpleegt een “intergermaans” festival organiseert met Duitse (waaronder die van de Volga), Deense, Engelse, Friese, Hollandse, IJslandse, Noorse, Vlaamse en Zweedse muziekanten organiseert. Wat hebben die mensen anders gemeen dan hun spraak die behoort tot de Germaanse taalfamilie. Logisch gezien moeten de Jiddisch sprekende Joden, de Afrikaanstalige Kaapse “kleurlinge” en de Engels sprekende Afro-Amerikanen ook deelnemen aan zo’n festival. Absurd nietwaar? Vanuit cultureel oogpunt is de term “Germaans” zinloos, net zoals de term «Romaans» of «Latijns», want daartoe zouden de Nieuw-Caledoniërs, de Ivorianen, de Mauritiërs, de Creolen enz. moeten worden gerekend.
Men verwart al te gemakkelijk taal, etniciteit en nationaliteit. Je kan een Russisch staatsburger zijn en Tsjoevasjisch spreken, een taal die behoort tot de Turkse taalfamilie. Je kan een ware Belg zijn en geen woord Frans verstaan, of een Duitser uit Lausitz die Sorbisch spreekt, een Slavische taal. Deze verwarring is niet helemaal onschuldig. Het romantisme verkondigde dat «de taal gans het volk is», het Franse jacobijnendom eiste dat het volk één enkele en ondeelbare taal zou spreken, terwijl de nazi’s beweerden dat de taal van de Duitse schrijvers van joodse afkomst geen waarachtig, “volks” Duits was, maar een door het “joodse bloed” bezoedelde taal. Vandaag zullen antisemieten het hebben over “joodse taalgenen”.
De taalkundigen veronderstellen een hypothetische Keltische oertaal, net zoals ze Oergermaans veronderstellen. Maar de historische wetenschap ontkent het bestaan van hét Keltische volk, net zoals ze hét Germaanse volk ontkent. Er bestonden Keltisch sprekende volkeren (Galliërs, Menapiërs, Bretonnen, enz.), maar geen Keltisch volk als zodanig. De omgangs- of de cultuurtaal die een volk zich eigen maakt hangt van een reeks factoren af en niet van hun “raciale” oorsprong. Zo kozen de Ieren uiteindelijk voor het Engels (vooral om sociaal vooruit te kunnen komen, net zoals vele Brusselaars ooit voor het Frans kozen), terwijl de zwarte Zuid-Afrikanen het Afrikaans hebben verworpen
De Keltisch sprekende gemeenschappen bewoonden in het begin van onze jaartelling een groot gedeelte van het Europese subcontinent en daarbuiten. De etymologisch verwante namen van sommige gebieden wijzen daar op: Wales, Wallonië, Gallië, Galicië in Spanje, Galicië in Oekraïne en Galata in Turkije. Deze volksgroepen kregen de aandacht van de nostalgische romantiek. In het raam van de Ierse nationale beweging heeft men geprobeerd het Iers nieuw leven in te blazen, tevergeefs. James Joyce, de Ierse auteur van Mensen van Dublin en Ulysses nam een loopje met deze beweging. De zionistische beweging is er echter wel in geslaagd om het Hebreeuws uit de dood te doen verrijzen.
Maar de illusoire identiteit die men zoekt in volk, etnie of «ras» heeft nog steeds aantrekkingskracht. Zo beweren bepaalde extremistische Fransen dat hun volk tot het Keltische ras behoort, terwijl de Europese aristocratie van barbaarse Germaanse oorsprong is. Vandaar dat zij het Keltische kruis als symbool dragen. Die fantasmagorieën nemen soms bizarre vormen aan zoals wanneer de Belg Léon Degrelle, de leider van Rex en in de oorlog chef van het Waalse SS-legioen, plots tot de vaststelling kwam dat de Walen eigenlijk Germanen waren. Vandaag zijn het gewoon weer Belgen.
De slavofielen die het bestaan vooropstelden van een geest die eigen was aan Russen, Oekraïners, Tsjechen, Polen enz. werden gedreven door hun reactionaire weerstand tegen de ideologie van het West-Europese liberalisme. Dat is ook het geval met de huidige “toeraanse” beweging die een gemeenschap veronderstelt van de volkeren van Mongoolse origine, zoals Hongaren, Azeri, Oesbeken en op haar festivals het paard der nomaden verheerlijkt.
Maar ik denk niet dat de organisatoren van het interkeltisch festival gemotiveerd worden door zulke ultranationalistische ideeën. Het gaat hun eerder om centen en de deelnemers om een psychologische behoefte aan identiteit. We merken al enige tijd een opleving van het regionaal bewustzijn als reactie op het gebrek aan democratie, op de commerciële nivellering van het culturele leven in al zijn aspecten, op een vervaging van het klassenbewustzijn en van het socialistisch internationalisme. De mensen wenden zich tot hun regio en haar specificiteit.
De natiestaat met zijn groot democratisch deficit dat versterkt wordt door de Europese Unie en de economische crisis, beantwoordt niet meer aan de verwachtingen en men richt zich tot de regio en haar specificiteit waarin men meent “lokaal” te kunnen ageren. Zo bijvoorbeeld de culturele Bretonse en Occitaanse beweging in Frankrijk, die men moet onderscheiden van de autonomistische bewegingen in het Baskenland, in Catalonië en in Vlaanderen waar de centen een hoofdrol spelen.
Op zoek naar een culturele identiteit die de atomisering en de uniformering van het kapitalistische bestel moet overwinnen, geloven jongeren een alternatief te hebben gevonden in een mythische Keltische cultuur, vooral dan op muzikaal vlak. Alan Stivell en zijn “pankeltisme” staat aan de wieg van het festival. Het klopt dat de muziek van Bretonse, Ierse en Schotse oorsprong met haar pentatonisch systeem een andere sound heeft dat de traditionele Europese tonaliteit. We noteren ook dat de beoefenaren ervan zich niet beperken tot een mechanische reproductie van de oude folklore, maar in hun muziek rekening houden met moderne vormen.
De instrumenten lenen zich eveneens tot een “interkeltische” expressie, zo bijvoorbeeld de diverse soorten Franse, Asturiaanse en Schotse doedelzakken. Kwade tongen beweren dat de Ierse harp die de Engelse kolonisatie niet heeft overleeft, opnieuw werd uitgevonden in het begin van vorige eeuw. Dat hoeft ons niet te verwonderen: elk volk is de uitvinder van zijn traditie die zijn samenhang moet versterken. Ik verwijs naar het boek van de historici Eric Hobsbawn en Terence Ranger The Invention of Tradition. U zult er te weten komen dat de befaamde Schotse tartan werd uitgevonden in de 19de eeuw.
Maar we hoeven ons niet druk te maken over dit alles zolang het identiteitsgevoel niet het niveau bereikt van die vrouw bezongen in het patriottische lied Ma mamelle est Française omdat ze weigert de baby van een Pruisisch officier te voeden, de bezetter van de Elzas. Maar laten we waakzaam zijn. Er zijn kapers op de kust der frustratie. Wanneer het internationalisme plaats maakt voor het etnisch culturalisme dan wordt het donker aan de horizon.