Als gesubsidieerde sector legt de social profit (ziekenhuizen, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, enz.) steevast de vinger op de wonde: de onderfinanciering van een vitale (sic!) sector door de verschillende overheden in dit land. Als er één sector is die absoluut kan zeggen dat het geld gehaald moet worden waar het zit, dan is het de gezondheidssector in zijn geheel. We hebben al behoorlijk wat uit de brand kunnen slepen dankzij de jarenlange strijd om onze werkomstandigheden te verbeteren alsook door de massale publieke steun die we kregen. De Witte Woede leverde echt resultaten op, voor personeel en gebruikers van onze diensten. Op die weg moeten we verder gaan, want we zijn er nog lang niet.
De zorgsector zorgt voor heel wat jobs
De uitbouw van de social profit in ons land beantwoordt niet alleen aan een reële maatschappelijke behoefte aan zorg, maar schept ook massaal werk. Alle cijfers en indicatoren van de afgelopen 40 jaar maken dit duidelijk. Tussen 1973 en 2002 steeg het aantal banen in de sector met 84%, terwijl deze in de rest van de privésector met 6% daalden.
Het aantal werknemers in de social profit in Vlaanderen is in de periode 2006-2009 gestegen van 235.174 tot 268,503, een toename met 33.329 mensen, of 14,2%. Dat is duidelijk een sterkere stijging dan in de volledige privésector, waar de tewerkstelling in dezelfde periode steeg met slechts 2,9% (+46.640 loontrekkenden).
Volgens VERSO (Vereniging voor Social Profit Ondernemingen) zal de social profit tussen 2012 en 2018 met een gemiddeld jaarlijks groeipercentage van 2,4% heel wat betere groeicijfers kunnen voorleggen dan het gemiddelde in de Vlaamse economie (0,7% per jaar). Toch zal de groei in de social profit de komende zes jaar lager uitvallen dan in vorige projectieperiodes toen de sector nog een gemiddelde groei van 3,6% liet optekenen.
Tegelijk is het overduidelijk dat er nog veel meer jobs in de sector kunnen gecreëerd worden, want het aantal nog onbevredigde behoeften blijft groot.
Zo zal de opvang van bejaarden in Vlaanderen alleen maar toenemen en liggen private –winst generende- firma’s op vinkenslag om de beste stukken naar zich toe te halen, vaak met slechte werkomstandigheden voor het personeel.
Het kapitalisme kan geen zorg dragen voor zorg
Hier botst het kapitalisme op een enorme contradictie: in de zorg- en gezondheidssector kunnen, net als in het onderwijs of openbaar vervoer, weinig productiviteitswinsten worden gerealiseerd. Dit in tegenstelling met bijvoorbeeld de auto-industrie, de chemie of de sector van de duurzame consumptiegoederen. In die laatste kunnen bedrijven door allerlei innovaties surpluswinsten halen t.o.v. hun concurrenten.
Het kapitalisme botst dus op obstakels: de markt voor traditionele goederen, zoals de automobielsector, waar grote productiviteitswinsten te realiseren vallen, raakte verzadigd, terwijl de nieuwe behoeften moeilijk “geïndustrialiseerd” kunnen worden. Denk maar aan het verzorgen van bejaarden. Er ontstaat daardoor een groeiende kloof tussen de maatschappelijke behoeften (zorg, onderwijs, openbaar vervoer, enz.) en wat het kapitalisme wil produceren.
Die tegenstelling zie je elke dag opduiken in het discours van de neoliberalen: wie een nieuwe wasmachine koopt, draagt bij aan het economisch herstel. Wie zich laat verzorgen in een ziekenhuis, draagt bij aan de ontsporing van de uitgaven in de ziekteverzekering.
De laatste tijd zien ziekenhuizen zich meer en meer geconfronteerd met een structurele onderfinanciering door de overheid. Meer en meer ziekenhuizen gaan over tot herstructureringen, het sluiten van diensten, het afvloeien van personeel. Laat ons niet vergeten dat de social profit draait op “gemeenschapsgeld”. Het gemeenschapsgeld zal -opnieuw- naar de sector moeten vloeien i.p.v. naar de financiële wereld en aandeelhouders.
Gelukkig roert nu ook op Europees vlak heel wat. Op 15 maart 2013 werd tijdens een ontmoeting van het “Europees Netwerk tegen de Privatisering en Commercialisering van Gezondheid en Sociale Bescherming” in Brussel beslist een campagne voor te bereiden in het kader van de Europese verkiezingen van mei 2014. “Gezondheid is een universeel mensenrecht en geen koopwaar” is de centrale boodschap.
Met de SAP pleiten we voor:
– Gratis en goede gezondheidszorg voor iedereen
– Nationalisatie van de farmaceutische industrie onder controle van de werknemers en gebruikers
– Afschaffing van de prestatiegeneeskunde. Wijkgezondheidscentra i.p.v. privé-kabinetten en apotheken. Vaste wedde voor alle medische beroepen.
Als kandidaat voor de SAP op PVDA+ (31e plaats op de lijst voor het Vlaams Parlement in Antwerpen) wil ik de strijd van de Witte Woede en deze eisen mee vertolken.