Studio Brussel gaf opnieuw de aftrap van de Warmste Week van het jaar. Attac Vlaanderen ergert zich al jaren aan het jaarlijks weerkerende “Music for Life”evenement en vooral over de euforische sfeer van liefdadigheid en entertainment, feesten voor het goede doel. Niet omdat we tegen feesten zijn, maar omdat armoede tot een goed doel wordt verheven en het maatschappelijk structureel en politiek probleem buiten beeld blijft. Attac Vlaanderen vroeg daarom aan Francine Mestrum een opinie te schrijven en het liefdadigheidscircus kritisch onder de loep te nemen.
“Dat er nog zo’n groot taboe op armoede rust”, dat was voor VLD-politica Carla Dejonghe de grote les van haar avontuur om een maand lang met 6 Euro per dag te leven. Een maand lang de buikriem aansnoeren voor een “goed doel”, het is goedkoper dan een dieet met coaching. ***Mevrouw Dejonghe is na een maand duidelijk niet onderkomen.
Je vraag je wel af waar dat idee van “taboe” vandaan komt. Er wordt in België een “Jaarboek’ over armoede en sociale uitsluiting” uitgegeven, we hebben een internationale dag voor armoedebestrijding, er zijn tientallen verenigingen die zich met armen bezig houden, er is een Netwerk, er is een Steunpunt en wat al dies meer. Ja, zelfs in de ontwikkelingssamenwerking is armoede prioritair.
Taboe?
Misschien voor hen die nog nooit werkloos of dakloos zijn geweest. Misschien enkel voor zij die willen dat het ook taboe blijft. Zodat ze kunnen doen alsof het probleem niet bestaat? Zodat ze niet aan structurele oplossingen moeten denken? En ja, misschien voor sommige armen zelf die denken dat ze zich moeten schamen voor maatschappelijk onrecht.
Ach, Mevrouw Dejonghe is de slechtste nog niet. Zij heeft met haar initiatief in elk geval de vinger op een zere wonde gelegd, zij heeft aandacht gevraagd voor de problematiek van arme mensen.
De “problematiek van arme mensen”? Heeft dat iets te maken met “eenzaamheid”? Met gebrek aan opleidingen? Met gebrek aan betaalbare gezondheidszorg? Of gewoonweg met gebrek aan geld?
Stel dat alle arme mensen een inkomen zouden hebben dat gelijk ligt met de armoedegrens: 60 % van het mediane inkomen. Dat zou de schatkist 1,5 miljard Euro kosten. Een derde van de nieuwe gevechtsvliegtuigen die Minister De Crem wil kopen. Is dat te duur? Kan de begroting dat niet aan? Dan zeker ook geen wapentuig. Maar zou ‘de problematiek van arme mensen’ er niet meteen geheel anders gaan uitzien?
Het blijft een oud zeer, zo oud als de straat. Hoe rijker een samenleving, hoe minder ze geneigd is haar armen te helpen. Oh jawel, we willen ons goed hart tonen, zeker met de kerst willen we wel een duit in het zakje doen. Een duit, jawel, geen twee duiten. En onze afdankertjes willen we ook wel afstaan aan die armoedige sukkels. Enfin, dat is, als ze zich goed gedragen. En dankbaar zijn. Die lui die met hun honden op straat slapen nee, daar hebben we het niet zo voor. En die stelende Roma, nee die moeten zo snel als mogelijk het land verlaten. Zelfs goed geïntegreerde Afghanen, leve de oorlog!
Er zijn al heel wat boeken geschreven over onze totaal schizofrene houding tegenover arme mensen, over onze onwil om het probleem correct te benoemen, over onze ontwijkingsmaneuvers om toch maar niet te moeten toegeven dat arme mensen te weinig inkomen hebben, over onze taaie pogingen om altijd weer ‘goede’ armen en ‘slechte’ armen te willen zien.
In de éénentwintigste eeuw gaan we rustig door met die sociologische en psychologische schaamteloze onzin. We onthullen mooie monumenten en gedenkstenen, we organiseren plechtige vergaderingen met hoge pieten, we zweren dure eden over hoe we de armoede moeten bestrijden.
En hoe doen we dat dan? Met “innovatiefabrieken”, met “digitale creativiteit”, met “Music for life”, met Delhaize en Lidl die tijdens de kerstperiode hun niet-langer-voor-consumptie-geschikte-producten voor één keer niet in de afvalcontainer gooien, maar de armoedeverenigingen uitnodigen om één voor één “zelfs vers fruit” te komen halen. Ha!
Er is niets zo decadent als een kijkje gaan nemen op de Brusselse kerstmarkt. Het consumerende landsgedeelte kruist er de daklozen en ander goor tuig. Men geeft zijn geld aan onvoorstelbaar kitscherige prullaria die men, thuis gekomen, misschien toch wel zinloos vindt. De armen, ze kijken er naar, en vragen zich af hoe dat toch komt.
Music For Life
Of kijk naar die jaarlijks weerkomende show van Music for Life. Dit jaar geen strijd tegen diarree, maar acties waar tal van armoedeverenigingen aan meedoen. Niets op zeggen, hoor! Dit is zeer populair in Vlaanderen!
Jawel, het is populair. En juist dat is het probleem. Armoedeverenigingen die denken een graantje te kunnen meepikken van het eenmalig stuivertje dat goedmenende mensen in het offerblok stoppen met de kerst. Terwijl ze tijdens een gezellig event luisteren naar goede muziek en zich rot amuseren. Mooie combinatie toch?
Of vinden we die nieuwsoortige digitale oplossingen voor armoede zoveel beter? Helpt het echt als armen op hun telefoon met een aangepaste app kunnen zien hoe het staat met hun intelligente stroommeter?
Of vinden we dat bedrijven zich lieftallig moeten buigen over arme kindjes? En ondertussen hun vaders ontslaan en hun moeders onderbetalen? Werkende armen? Nooit van gehoord.
Ach. We willen het gewoon niet zien. We blijven halsstarrig weigeren om armoede in eerste instantie als een inkomensprobleem te zien. We blijven halsstarrig weigeren om te zien wat voor grote ideologische pijnpunten er in de armoedebestrijding aan bod komen. We doen alsof Theodore Dalrymple (de huisideoloog van Bart De Wever) gelijk heeft: er zijn een paar sukkels, maar de meeste hebben het echt wel aan zichzelf te danken. Goed, met Kerst willen we dit even door de vingers zien, maar de rest van het jaar?
We amuseren ons inderdaad kapot. Om de liefdadigheid niet te laten opdrogen wordt van armoedebestrijding entertainment gemaakt. We voelen ons goed omdat we een centje afstaan aan hen die het minder goed hebben. Structurele maatregelen, zei U? Welke structurele maatregelen? Herverdeling?
Belastingen? Man man man, dat zijn oplossingen van de twintigste eeuw! Vandaag weten we beter. We weten dat onze begroting in evenwicht moet zijn. We weten dat je arme mensen moet “activeren” om hen aan de slag te krijgen. We weten dat verzorgingsstaten hebben afgedaan, dat iedereen best zichzelf verzekert, en wie dat niet kan, ja, die heeft pech.
De sociale zekerheid van de eenentwintigste eeuw? “Onderwijs”! Een ex-voorzitter van de Spa die het zegt.
Achter het grote hart dat we bereid zijn met kerstmis te tonen gaat een harteloze en angstige consumptiemaatschappij schuil, die door het gros van onze politici wordt gedoogd en door onze distributiebedrijven als reclame-instrument wordt ingezet.
Wat moeten we dan doen? Stoppen met die waanzin en ons diep schamen. Ophouden met denken dat “wij” wel zullen ontsnappen aan al die ontberingen. Onze verzorgingsstaten en onze sociale bijstand worden razendsnel afgebouwd, met kille berekeningen en een vals jargon van “participatie” en “innovatie” produceren we meer armoede dan we met liefdadigheid kunnen oplossen. We willen de rijken stimuleren door hen meer geld te laten verdienen en stimuleren de armen door hen geld af te nemen. Grondrechten? Afgedaan. We doen niet aan armoedebestrijding maar leren de armen hun armoede te aanvaarden en geven de rijken een kans om een zogenaamd ‘warme samenleving’ te koesteren.
Wat we zouden kunnen doen, is de handen in elkaar slaan en opkomen voor dat wat we allemaal in gelijke mate hebben: niet enkel politieke, maar ook sociale en economische rechten. Om die rechten concreet te maken heeft een overheid in een rechtsstaat inkomen nodig en dat inkomen moet rechtvaardig worden verdeeld. Dat is hoegenaamd niet moeilijk. We weten hoe het moet. Maar we weigeren het te doen.
Onszelf een rad voor de ogen draaien met Music for Life, apps, uitgestelde koffie en een “Christmas transaction tax” zal niet helpen. Met Glühwein in de ene hand en voedselpaketten in de andere, komen we er niet. Evenmin met winteropvang voor de daklozen, alsof het in de zomer veilig is op straat…
De verarmingsprocessen moeten worden stopgezet, armoede moet illegaal verklaard worden, de verzorgingsstaten moeten sociaal hervormd en versterkt worden. Alsof onze samenleving niet rijk genoeg is!
Liefdadigheid kan ons een goed gevoel geven, ons doen denken dat we onze maatschappelijke rol naar behoren spelen, maar in feite verliezen we onze ziel. We verliezen het besef dat in een samenleving blijvend solidariteit nodig is als die samenleving ook wil blijven bestaan.
Liefdadigheid is uitsluiten, is stigmatiseren, is mensen afhankelijk en minderwaardig maken. Stop daarmee. Geef mensen werk of een behoorlijke uitkering. Ze hebben er recht op.
Armoede is geen “goed doel” maar een structureel maatschappelijk en politiek probleem.
* Francine Mestrum is doctor in de sociale wetenschappen. Zij doet onderzoek naar globalisering, armoede, ontwikkeling en internationale organisaties. Zij doceerde lang aan het HIVT / RUCA (thans Hogeschool Antwerpen) en was lector aan de Université Libre de Bruxelles. Zij is lid van de Internationale Raad van het Wereld Sociaal Forum. Haar eerste boek “Globalisering en armoede (2002). Over het nut van armoede in de nieuwe wereldorde“ ging over de schijn van de armoedebestrijding in een neoliberaal beleid. Haar tweede boek “De rattenvanger van Hameln”, gaat over de Wereldbank, armoede en ontwikkeling. Haar derde boek bij EPO was: “Ontwikkeling en solidariteit”, waarin ze nog eens onderstreepte dat ontwikkeling via solidariteit niet hetzelfde is als armoedebestrijding via liefdadigheid. Ze was ook co-auteur van “Tax Justice. Putting Global Inequality on the Agenda”.