“…Oppositionele kritiek is niet meer dan een veiligheidsklep voor de massale ontevredenheid, een voorwaarde voor de stabiliteit van de sociale structuur.” Leon Trotsky in zijn voorwoord van “De geschiedenis van de Russische revolutie.”
Begin juni vertelde de Democratische presidentskandidate Hillary Clinton op een door de leden van de Service Employees International Union georganiseerde conferentie dat zij achter de kampanje stond voor een nationaal minimumloon van 15$ per uur. Zij prees de vakbondsactivisten en supporters omdat ”zij in de straten marcheren om een levensvatbaar loon te bekomen” en zij voegde er aan toe dat “Ik wil jullie voorvechtster zijn. Ik wil met jullie elke dag strijden.”
Zij meende dit niet echt natuurlijk. Binnen de 24 uur lanceerde haar kampanje een verduidelijking waarin stond dat Clinton in het algemeen voorstander is van hogere lonen voor lage inkomens, maar dat zij niet specifiek achter de eis staat voor een minimumloon van 15$. Zodoende hoorden vakbondsleden en activisten hun verhoopte boodschap; de grootindustrie en de Democratic Party officials hoorden de meer werkelijke boodschap.
Het voorzichtige centrisme van Clinton laat haar enkel toe om te flirten met linkse zaken, en hierbij de ruimte links van het centrum over te laten aan een andere kandidaat. Dus het podium werd opgericht voor de opkomst van de senator uit Vermont Bernie Sanders, wiens kampanje website dapper vraagt: ”Klaar om een politieke revolutie te beginnen?”
Sanders wil zeker de stem worden van de “oppositionele kritiek” voor de verkiezingen van 2016.
Tot zover waren de inspanningen van deze bij wijlen “socialist”, de onafhankelijke in de senaat die op een typische manier stemt met Democraten, meer succesvol dan die van de vorige Democratische gouverneurs zoals Martin O’Malley van Maryland en Loncoln Chafee van Rhode Island.
Sanders kreeg steeds groeiende menigten op de been in de primary staten tijdens zijn kampanje evenementen , en in die staten stegen zijn pollresultaten zeer sterk. Het is duidelijk dat Sanders iets anders zegt- wat de Democraten en onafhankelijke kiezers oppept. De belofte voor een radicale verandering resoneert met velen wiens leven weinig voordeel heeft gezien tijdens de lauwe jaren van de Obama administratie.
Op het huidige fase van de voorverkiezingen geeft het platform van Sanders een publiek gehoor aan veel vooruitstrevende ideeën. Het meest opvallend is dat de kampanje van Sanders een schijnwerper richt op de obscene verhoudingen in inkomensongelijkheid in Amerika. Sanders preekt zich uit voor een nationaal, één-betaler gezondheidssysteem en pleit om de inspanningen voort te zetten om duurzame energie op te wekken om de opwarming te verminderen. Hij wil het inschrijvingsgeld voor openbare scholen en universiteiten afschaffen. Hij verdedigt het minimumloon van 15$, breekt een lans om de mega-banken op te doeken en hij promoot een pakket aan jobs dat mensen aan het werk zet in het vernieuwen van autostrades en bruggen die overal in Amerika in slechte staat zijn. Dit zijn hervormingen die ,als ze uitgevoerd worden, het leven van miljoenen mensen zouden verbeteren. Geen wonder dat Sanders in de opiniepeilingen enorm in de hoogte gaat.
Maar, Bernie Sanders is nog zeer een onbekende. Gezien zijn “socialistisch-light”politieke verleden en stemgedrag, het welke vaag onderscheidbaar is van dat van een typische liberale Democrat en zijn steun voor het financieren van Israël en de oorlog in Afganistan, is het redelijk om zich af te vragen: is Sanders echt een dissidente stem? Is hij echt de figuur die de armen, de werkende klasse, vrouwen, raciale minderheden en jongeren kan aansporen kan aansporen en om het politieke verzet te leiden dat zo nodig is?
Alhoewel toehoorders op bijeenkomsten worden beroerd door meeslepende toespraken, hoogdravende woorden brengen weinig op. Wat meer is, alle vier jaar neigt rond de verkiezingen een geiser uit te barsten die bol staat van populaire retoriek.
Een socialistisch schrijver merkte op dat wanneer de Democrats zichzelf uitroepen als “kampioen van de armen, hun “stop de rijken” retoriek een brede misvatting is. Zij en hun Republikeinse tegenhangers gebruiken zulke retoriek enkel om zich tot kiezers te richten. Beide partijen hebben zich vooral in de laatste tien jaar uitgesloofd om belastingverminderingen voor de rijken te vinden en het reële inkomen van de werkende mensen te verlagen. Vandaag hebben zelfs tweeverdieners het moeilijk om basisvoorzieningen te betalen.”
Deze bemerking is 25 jaar geleden gemaakt. Het artikel van Hayden Perry was getiteld: “Het Congres keurt nieuw budget goed: Hogere belastingen en minder dienstverlening,” wat vandaag zeker een belletje doet rinkelen. Al hoewel het werd gepubliceerd in november 1990 in een uitgave van Socialist Action, zou het vandaag met weinig aanpassingen gepubliceerd kunnen worden.
Bernie Sanders is het “linkse” uithangbord vandaag die oppositionele kritiek zal leveren, een veiligheidsklep voor de massale ontevredenheid. Zijn engagement voor zijn zaak komt sterk over, maar het gaat niet verder dan de krijtlijnen van de Democratic Party. Deze krijtlijnen kunnen en hebben nooit een volksbeweging gesteund die een echte zin aan democratie geeft.
Zo’n vijftien jaar geleden lanceerde Ralph Nader zijn poging voor het presidentschap van Verenigde Staten als kandidaat van de Green Party. Hoewel Socialist Action geen steun verleende aan de kampanje van de Green Party, dewelke enkel hervormingen van het kapitalisme voorstelde, argumenteerde Nader ten minste met stoutmoedigheid en inzicht hetgeen vandaag bij Bernie Sanders danig ontbreekt. In zijn aankondigingstoespraak in 2000 zegde Nader dat de bron van zijn inspanningen lag “in de focus op actief burgerschap, om frisse politieke bewegingen op te richten dat de controle door de Democratische en Republikeinse partijen de zou opzijschuiven, wat ogenschijnlijk twee verschillende politieke entiteiten zijn die zich te goed doen aan de dezelfde trog van de ondernemingen. In feite zijn zij eenvoudig de twee koppen een politieke tweeheerschappij, de Dem-Rep Party.”
Hoe antwoordde Bernie Sanders, de socialist die ons vraagt of we klaar zijn voor een revolutie, op de kampanje van Nader? In zijn politieke memoires legt Nader het als volgt uit: “ Bernie vertelde me dat terwijl hij sympathiseerde en akkoord ging met onze prodemocratische agenda, hij officieel niet voor ons kon opkomen. De reden was dat zijn manier van werken met de Democraten in het parlement teniet zou worden gedaan en dat hij veel van zijn invloed zou verliezen, met inbegrip van een mogelijk zitje in een subcomité “ (“Crashing the party,” P 125-126). Nader was tactvol genoeg om niet te informeren naar de huidige resultaten van Sanders’ zogenaamde invloed.
Er is weinig veranderd. Het fiksen gaat nog steeds door. Het Democratic National Committee heeft Sanders hoofdzakelijk een eenvoudige deal aangeboden in ongeveer de volgende bewoordingen: “Wij laten je uitspreken en geven je een plaats in de zes Democratische voorverkiezingsdebatten als je je plaats als Democrat bevestigd. Je mag zeggen wat je wil in de staten van de voorverkiezingen zo lang als je eender wie steunt die wij willen in de nationale verkiezingen.”
Dit is niet zo’n goede deal, maar het is het enige aanbod, en alhoewel Sanders zal onderhandelen om meer debatten te krijgen, zal hij aanvaarden wat hem wordt aangeboden. Dit is wat Bernie doet. In feite bouwde Sanders een carrière uit als strijdende socialist die een duik neemt voor de Democrats.
Sanders leidt niet en heeft daar ook niet de intentie toe. Hij volgt. Zijn kijk op de toekomst is beperkt tot wat populair is geworden de laatste tijd. De ideeën die Sanders aanbiedt, het programma van zijn kampanje, gaan niet verder dan de vragen die opdoken tijdens betekenisvolle sociale strijd tijdens de laatste jaren: de Occupy-beweging en de milieubeweging in het bijzonder.
De les voor activisten die werken voor Sanders is zonneklaar: Werk beter en wees effectiever door sociale protestbewegingen op te bouwen van onderuit en op nationaal vlak. De kansen zijn legio en gevarieerd. Het Ferguson National Response Network is een goede bron voor informatie over protestacties die in steden overal in de Verenigde Staten worden gevoerd. De ongeveer 100 organisaties die aangesloten zijn bij de United National Antiwar Coalition Conference staan te popelen om nieuwe aanhangers te verwelkomen.
Of het nu 15 Now is, of Black Lives Matter, lokale kampanjes tegen atoomcentrales, strijd voor milieuaangelegenheden, vrouwenrechten, en zo veel meer belangrijke zaken hebben tijd, energie en geld nodig dat in de Sanders presidentiële kampanje rijkelijk vloeit.
De grootste zwakte met Bernie Sanders is niet zijn falen in het veroordelen van kapitalisme als systeem en de oproep om het omver te werpen. Het is misschien te veel gevraagd om te verwachten dat Sanders zou strijden voor de structurele hervorming van het kapitalisme, om de nationalisering te vragen van de basisindustrie, zoals de Britse Labor Party gedaan heeft na WO II, met een platform waarmee de nationale verkiezingen werden gewonnen. Het team van Sanders zal zeggen dat de tijd nog niet rijp is voor zulke ferme maatregelen en dat het voldoende is als Bernie sommige van de meest erge excessen van het systeem wat zou verzachten.
Maar de tijd is gekomen – in feite zij we al over tijd- om aan een nieuwe generatie van activisten te tonen wat de Democraten zijn en waarom het nodig is hen te passeren. Bernie Sanders faalt om deze beslissende stap te zetten. Zijn kampanje misleidt door zijn bijzonder aard activisten door te beweren dat de Democraten een gepast instrument zijn voor dit soort van sociale verandering dat nodig is om Amerika te hervormen.
Een socialist die werkelijk de term “onafhankelijke” verdient vertelde ooit, “ Kapitalisme heerst en buit de werkende bevolking uit d.m.v. de controle op de regering…En Kapitalisme controleert de regering d.m.v. haar klasse politieke partijen…. De onvoorwaardelijke breuk met kapitalistische politiek en kapitalistische partijen is de eerste daad van socialistisch bewustzijn, en de eerste test van socialistische ernst en oprechtheid” (James P. Cannon, “Speeches for Socialism,” p. 339-340,)
Sanders is vergeleken met een “schaapherdershond” die mensen hoedt in de Democratic Party. Een beter vergelijking kan misschien uit de sportwereld aangehaald worden. In voorbereiding op een kampioenschap, nemen boksers sparringpartners in dienst om hen te helpen trainen en vorm te geraken voor de echte wedstrijd. Die tegenstrever is er om tegen te vechten maar niet te veel. Hoewel we een levendige show krijgen alvorens te verliezen, zal de sparringpartner de echte boxer niet al te ernstige verwondingen toebrengen, met veel minder bloedverlies.
Deze dynamiek dient zich nu aan in de voorverkiezingen van de Democratic Party. Bernie Sanders is eerst en vooral een sparringpartner voor Hillary Clinton…
Dit artikel verscheen eerder op Socialist Action
Vertaling: Bruno De Wit