Hergé wilde niet weten van postume Kuifjesavonturen, maar zijn vriend en medewerker Edgar P. Jacobs, de schepper van Blake & Mortimer, maakte zich daarover geen zorgen. Zijn nostalgie voor het verdwenen Britse rijk wordt in stand gehouden door de tekenaars en scenaristen Jean Van Hamme, Ted Benoit, Yves Sente, André Julliard, René Sterne en Chantal de Spiegeleer. De uitgevers verdienen er goed aan en ik moet toegeven dat de nieuwe albums soms beter zijn dan sommige oude. Het Halssnoer van de Koningin et De Valstrik liggen onder het niveau van Het Gele Teken of Het Mysterie van de Grote Pyramide en worden ruim overtroffen door De Zaak Francis Blake en Het Voronov Complot. Maar ik wil in deze rubriek de bronnen aangeven waarin de “postume” albums hun inspiratie vonden.
Ik beschuldig niemand van plagiaat. Ik deel namelijk een opvatting uit de Oudheid, mimesis of imitatie genoemd, die stelt dat een auteur geen nieuwe verhalen moet uitvinden met nieuwe thema’s, maar de oude meesters moet imiteren door hun werken en thema’s aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De Griekse en Romeinse oudheid kende geen productie om de productie, noch het jachtig zoeken naar het nieuwe of de modevorming met het oog op de verkoop. Daarbij kwam dat hun geschiedopvatting cyclisch was, de onze echter evolutief. Voor de Ouden herhaalde de geschiedenis zich: het gouden tijdperk werd opgevolgd door het zilveren, dat door het bronzen en dat weer door het ijzeren tijdperk, waarop de hele cyclus weer van voren af aan werd ingezet. Er is niets nieuws onder de zon zegt de Prediker, het door gehelleniseerde joden uit Alexandrië geschreven boek van de bijbel.
We beginnen onze analyse over de bronnen van de nieuwe albums met De Zaak Francis Blake (1996). De aanwezigheid van een “mol” in de Britse geheime diensten is natuurlijk afkomstig uit de spionageverhalen van John Le Carré, waarin ware gebeurtenissen worden geromantiseerd. Het trucje van Mortimer om te ontglippen aan politiemannen die zijn woning bewaken (de politie loopt achter de als Mortimer verkleedde melkman aan) komt uit de roman The Thirty-nine Steps van de Schot John Buchan uit 1915. Hitchcock maakte er een film van in 1935. In diezelfde roman herkent de held de leider van het spionagenet aan een missende vinger. In het stripverhaal wordt hij herkend aan zijn zes vingers aan elke hand. Het vliegtuig dat boven het Schotse hoogland cirkelt komt ook uit die roman.
Het Bericht uit het Verleden (2001) heeft te maken met een invasie van buitenaardse of in dit bijzonder geval van “buitentijdse” wezens, een thema dat erg wordt gewaardeerd door de transatlantische aanhangers van de samenzweringstheorieën. Vandaar de “mannen in het zwart” die de teevee-series bevolken. Het beeld van de Roodhuiden die de Britse soldaten afslachten is overgenomen van een anoniem schilderij dat de Zevenjarige Oorlog illustreert, een conflict dat tussen 1756 en 1763 niet alleen Europa teisterde, maar ook Noord-Amerika trof. Het doek heet The Battle of the French-Indian War, een gevecht in de Indiaans-Franse oorlog. De basis Roswell in Nieuw-Mexico waar de UFO-comploteurs het door het Witte Huis geheim gehouden landingsterrein van de E.T.’s situeren, dient als model voor het centrum “verloren in de onmetelijke vlakte van Kansas” waar Mortimer kennis maakt met Dr. Kaufman, het hoofd van de SUFO, de Section of Unidentified Flying Objects.
Het Voronov Complot (2000) hanteert de thema’s waarmee spionage-auteurs zoals Len Deighton en John Le Carré te werk gaan. Het in de Russische poppetjes verborgen virus komt uit Deightons roman Billion Dollar Brain (1966), verfilmd door Kenn Russel. Hier wordt het virus bewaard in eieren verborgen in een thermosfles. Maar het verhaal is politiek ongeloofwaardig. Een nostalgische stalinist die een netwerk van « slapende agenten » controleert wil een conflict met de U.S.A. uitlokken om zich meester te maken van het Kremlin. Alweer een complot, en niet van de slimste. Het dodelijke element dat de Aarde bereikt met de terugkeer van een ruimtecapsule komt uit een spannende film van Robert Wise uit 1971, The Andromeda Strain, de verfilming van de gelijknamige techno-thriller van Michael Crichton uit 1969.
We kunnen waardering opbrengen voor Het Heiligdom van Gondwana (2008) als “antropologische” S.F., maar niet voor De Vloek van de Dertig Zilverlingen (2009) waar God in eigen persoon intervenieert, noch voor de vergezochte Eed van de Vijf Lords (2012). zoals in vele postmoderne dingen is er sprake van nostalgie voor de dingen die voorbij zijn zoals het Afrika uit de goede oude tijd, het feeërieke Oxford en de Wereldtentoonstelling van 1958 waar vele Brusselaars nog van dromen. En wat te denken van De Sarcofagen van het 6de Continent dat besloten wordt met een Koninklijke toespraak op die tentoonstelling waar Boudewijn de Katholiek ons uitlegt “dat de techniek niet volstaat om een beschaving te vormen. Hij kan alleen een element van vooruitgang zijn als hij gepaard gaat aan een ontwikkeling van onze morele opvattingen, in een gezamenlijk constructieve inspanning (…) de grote idee die het Belgische volk heeft geïnspireerd in zijn oproep tot broederschap”.
In Congo misschien? Toen Boudewijn gek werd verklaard toen hij de abortuswet moest tekenen? Er is niets zo leeg als een humanitair vertoog.