In 1923 publiceerde Trotski Kwesties van het dagelijkse leven, reeks artikels daarvoor in de partijkrant Pravda waren verschenen. De ondertitel luidde: Het tijdperk van het culturele militantisme. Het centraal begrip van deze culturele interventie is “byt” (Быт), wat je kan vertalen als het dagelijkse leven, manier van leven, levensstijl of zelfs als levenskunst. Trotski zelf geeft de volgende definitie: “De levenswijze is de som van de ongeorganiseerde ervaringen van de individuen; hij verandert op heel spontane wijze onder de invloed van de techniek of van de revolutionaire strijd en weerspiegelt, globaal genomen, veel eerder het maatschappelijke verleden dan het huidige.”
Als gevolg van de burgeroorlog die de arbeiderskaders van de revolutie had gedecimeerd en van de Nieuwe Economische Politiek een privésector in handel en nijverheid terug had hersteld, ontwikkelde zich een nieuwe steedse arbeidersklasse vanuit de arme boerenstand.
Het ging om een onbeschaafde bevolking zonder enige proletarische politieke tradities en erg gevoelig voor de opzichtige nieuwe rijken van de NEP. Tegelijkertijd begon de bureaucratisering van de bolsjevistische partij die als gevolg van de mislukte revoluties in Duitsland en Hongarije internationaal geïsoleerd was. Trotski was zich daarvan bewust en hij was niet de enige.
Het ging er om die nieuwe arbeidersklasse voortgekomen uit de revolutionaire omwentelingen te winnen voor de socialistische revolutie. Makkelijk was dit niet, zoals bleek uit de opstand van Kronstadt en uit andere protestacties. De wilde stakingen van 1921-1922 wezen volgens Trotski op het lage klassebewustzijn van de massa’s. Men moest deze situatie aanpakken door een culturele actie in de brede betekenis van het woord te ontwikkelen en door de nefaste aspecten van het oude regime uit te roeien. Het ging om de perestroïka byta, heropbouw van de manier van leven, een reconstructie die niet alleen afhankelijk was van de cultuur, maar evenzeer van de economische onderbouw van de nieuwe staat. Hoe moet de industrialisatie worden aangepakt, was de sleutelkwestie van het moment waarbij, zeer schematisch bekeken, drie opvattingen elkaar bekampten binnen de Communistische Partij: de linkerzijde (Trotski), het centrum (Stalin) en de rechterzijde (Boecharin).
Het bureaucratisch autoritarisme (denk aan Peter de Grote) is een van de middelen om het volk op te voeden. Het gebruik van deze methode door het stalinisme werd onder andere gekenmerkt door de dictatuur van de behoeften. Niet het volk zelf beslist democratisch wat het nodig heeft en wat het wil consumeren, maar het staatsapparaat van het bureaucratisch collectivisme, d.w.z. de Partij.
Trotski was geen voorstander van een dergelijke dictatoriale ingreep die in feite een weerspiegeling is van een mechanische opvatting van de socialistische opbouw: eerst komt de zware, daarna de lichte industrie waaruit dan weer op het niveau van de “bovenbouw” een nieuwe mentaliteit ontstaat, een socialistische ideologie. Volgens Trotski moest men tegelijk met het leggen van de economische funderingen de daaraan gekoppelde sociale verhoudingen van de nieuwe productiewijze uitbouwen. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan in een verarmd, onderontwikkeld land. Je kan allerlei ideeën koesteren over “anders gaan leven” en daarbij gemeenschapswoningen bouwen, maar wat ben je daarmee als er geen fornuizen voorradig zijn.
Mogelijk of onmogelijk, een brede waaier van militanten voelde deze behoefte aan een andere manier van leven en Trotski probeerde daar politiek op te reageren. Als illustratie citeer ik de inhoudsopvage van zijn boekje (beschikbaar in het Engels en het Frans): De mens leeft niet van “politiek” alleen; De krant en haar lezers; Aandacht voor details; Wil je de manier van leven veranderendan moet je haar kennen; Vodka, Kerk en Cinema; Van het oude gezin naar het nieuwe; Respect en beleefdheid zijn noodzakelijk voor harmonieuze relaties; Voor beschaafd taalgebruik.
U zult gemerkt hebben dat Trotski zich zorgen maakt over de barbaarse aspecten van de Russische samenleving die zelf het resultaat is van een revolutie tegen het barbaarse tsaristische regime. Volgens Trotski zijn er “drie fundamentele rituele momenten in het leven van de mens en de familie; momenten waarmee de Kerk de arbeider, zelfs de ongelovige of weinig gelovige, knecht: geboorte, huwelijk en dood. De arbeidersregering heeft het kerkelijk ritueel afgewezen. (…) maar het dagelijkse leven heeft meer moeite om zich te ontdoen van deze rituelen dan de regering. Hoe moet je bijvoorbeeld vandaag afscheid nemen van een overleden nabestaande zonder kerkelijk ritueel?
De levenswijze in onze “consumptiemaatschappij” heeft een heel andere betekenis in de uitdrukking “levensstijl”. Blader in gelijk welk magazine-supplement van je krant en je wordt er onderwezen hoe je moet “leven” om trendy te zijn, hoe je je moet onderscheiden van de andere aan de hand van je meubelen, van je restaurant, van je vakantieoord, enz. Je keuze hangt af van hoeveel je verdient, je levensstijl wordt voorts bepaald door de mode, door de daaraan gekoppelde concurrentie en het individualisme zonder individualiteit. De levensstijl verwordt tot een ideologie die niet alleen de sociale ongelijkheid versterkt maar onze planeet mee helpt verloederen.
Fotomontage: SAP