Nord-Pas-de-Calais, een vroeger steenkoolbekken
Chez Nous, de nieuwste film van de Belgische regisseur Lucas Belvaux (Pas son genre, 38 témoins), vangt aan met een schets van de Franse regio Nord-Pas-de-Calais. We merken onmiddellijk een aantal gelijkenissen met België op: net als in Vlaanderen heten mensen er “Vermeersch”, net als in de streek rond Ieper vinden landbouwers niet-ontplofte obussen uit de Eerste Wereldoorlog en net als in de vroegere mijnbekkens in Henegouwen, Luik en Limburg is het landschap bezaaid met verlaten terrils en arbeiderswoningen.
Einde van een rood bastion
De film gaat ook in op een – politiek – verschil tussen Wallonië en Noord-Frankrijk. In Henegouwen en Luik zien we hoe de Partij van de Arbeid (PVDA-PTB) zich de voorbije jaren weet te profileren als een links alternatief voor het sociaalliberalisme van de Belgische Parti Socialiste (PS), terwijl extreem-rechts zwak en verdeeld toekijkt. In het Noorden van Frankrijk liggen de kaarten ietwat anders: de eens zo sterke Parti Communiste (PCF) heeft er in de loop van de voorbije decennia hun rood bastion moeten prijs geven aan… het extreemrechtse Front National (FN), een partij die de problematieken van globalisering en migraties beantwoordt met de slogan “On est chez nous”.
Het sociaal discours van het Front National
Het hoofdpersonage Pauline (Émilie Dequenne) staat als thuisverpleegster dicht bij haar patiënten en daarmee ook dicht bij de harde sociale realiteit in de gemeente Hénart (lees: Hénin-Beaumont, waar een FN-burgemeester sinds 2014 de plak zwaait). Ze wordt benaderd door een collega-arts die haar het lijsttrekkerschap van de Rassemblement national populaire (RNP) bij de verkiezingen voorstelt. Het discours van de politieke partij overhaalt Pauline om het aanbod te aanvaarden: de RNP belooft werk, investeringen en veiligheid. In tegenstelling tot het extreem-rechtse Bloc patriotique van haar vader (lees: Jean-Marie Le Pen), zou de RNP van Agnès Dorgelle (lees: Marine Le Pen) niet racistisch en noch links, noch rechts, maar voor een sterk en sociaal Frankrijk zijn.
De weg naar het fascisme
Het pseudo-sociale discours van Marine Le Pen is een belangrijk element in de film, maar er is meer: de prent analyseert de strategie van het FN. De stelling van de filmmakers is dat het FN een vriendelijk gezicht heeft aangenomen, maar dat het politiek project van de partij nog steeds hetzelfde is als dat van Jean-Marie Le Pen of Philippe Pétain: het fascisme. De gedaanteverwisseling is dan ook pure “strategie” en “changer de stratégie n’est pas changer d’objectif”. De electorale weg, met nette en aantrekkelijke kandidaten, wordt achter de schermen gecombineerd met steun aan “identitaire” milities die niet enkel gewelddadige acties organiseren tegen zigeuners, maar eveneens kunnen ingezet worden tegen linkse en antiracistische militanten. De neofascistische radicalisering wint bovendien aan kracht op het internet met het succes van conspirationistische websites. Aan de andere kant toont de film ook vormen van antiracistisch en antifascistisch verzet met betogingen en directe acties.
De filmcritici tegen Chez Nous
De filmcritici zijn echter niet mals voor Chez Nous. De film zou zuiver politiek zijn, een te gespeelde karikatuur van het FN maken (met onder meer Catherine Jacob die verkleed te veel lijkt op Marine Le Pen) en enkel stand houden dankzij de knappe acteerprestatie van Émilie Dequenne.
Ons verdict is heel anders: de film verdient een eerste pluim voor het filmisch in beeld brengen van de sociaaleconomische situatie in Nord-Pas-de-Calais, een tweede voor het inbedden van een sterke analyse van het huidige FN in een beklijvend verhaal en een derde voor het opnemen van een verzetsrol in een presidentiële kiescampagne die gedomineerd wordt door rechts en extreemrechts.
De film kwam uit in de zalen op woensdag 1 maart en is te zien in Antwerpen, Brussel en Gent.