Wat is het verschil tussen glurende asielzoekers in het zwembad en een glurende agent in de kleedhokjes? Los van het feit dat er in het eerste geval sprake zou kunnen zijn van perceptie terwijl er in het tweede een bekentenis is afgelegd, zijn de feiten gelijkaardig. Maar in het eerste geval maakt men er een kwestie van “cultuur” van en worden alle asielzoekers potentiële gluurders (en erger), goed voor collectieve maatregelen (waar gelukkig niets van gekomen is). In het tweede geval is er geen sprake van cultuur en blijft het bij die éne dader, goed voor een individuele maatregel.
Het resultaat van deze ongelijke benadering is de stigmatisering van mensen uit andere – lees “niet–westerse” – culturen, een vage categorie, die enkel dient om al wie van vreemde afkomst is aan te duiden, ongeacht hun concrete culturele achtergrond. Het protest hiertegen, zeker als het van feministische kant komt, stuit op beleefd onbegrip, neerbuigende meewarigheid of ronduit verbaal geweld.
Om het bij een voorbeeld van beleefd onbegrip te houden, is er de opinie van Gert Jan Geling van de denktank (!?!) Liberales . Hij verbaast zich over de felle reactie tegen “cultuur en religie als verklarende factor voor negatieve zaken”, die uitblijft als het over positieve zaken gaat. (1) Als voorbeeld noemt hij “gastvrijheid” in veel niet-Westerse culturen en de zorg voor armen in alle religies. Gert Jan Geling gaat impliciet uit van de simplistische tweedelingen “westerling” – “niet–westerling” en “niet gelovige” – “gelovige”. Zelf zal hij wel westerling en niet gelovige zijn. Vanuit deze onaantastbare positie rechtvaardigt hij met oude versleten “positieve” clichés nieuwe virulente “negatieve” clichés, die wel te verstaan niet van toepassing zijn op zijn culturele achtergrond.
Nu is het protest, waarover Geling zich verbaast, net gericht tegen het stigmatiserend karakter van die asymmetrische negatieve clichéconstructie. Die is al langer aan de gang en wordt meer en meer gemeengoed. Ingezet met het integratiedebat en de idee van de incompatibiliteit van culturen en hun waarden ging het van het negatief benoemen van de hoofddoek, als bewijs dat in de moslimcultuur mannen hun vrouwen onderdrukken, tot het duiden van seksistisch wangedrag van enkele “niet-westerse” mannen als een cultureel fenomeen. Bij elke stap woedt een heftige mediastorm waarin politici, opiniemakers en zelfverklaarde specialisten hun duit in het zakje doen (2). Zo raakt de beeldvorming rond de achterlijke gevaarlijke ander onvoorstelbaar snel ingeburgerd en leidt ze tot hysterische reacties, die zelfs de vraag niet meer toelaten of de aanraking van een kind door een asielzoeker niet onschuldig zou kunnen zijn, want op enkele weken tijd is hij vastgepind als potentiële seksuele delinquent.
Zo ver is het nu gekomen: wat de vreemde ander doet, zegt of draagt, alles wat hem of haar overkomt, hoe hij of zij in het leven staat, het wordt geïnterpreteerd op basis van een selectief setje van negatieve culturele kenmerken, waarvan de “eigen” cultuur vrij blijft. Dat noemen we culturaliseren. Maar is de eenzame gluurder misschien geen product van zijn “eigen” cultuur? Is het fenomeen van “de gluurder” ons allen niet bekend onder andere als die tragische romanfiguur van Louis Paul Boon? (3)
Het komt er dus op aan cultuur een correcte plaats te geven. Als seksisme alle culturen kenmerkt, dan is het veel zinvoller om te vertrekken van seksisme als gemeenschappelijke noemer en de diverse specifieke culturele varianten hun niet stigmatiserende plaats in het verhaal te geven.
Gezinsdrama, crime de passion en eremoord gaan in wezen in de verschillende culturen om de in zijn machtspositie gekrenkte man. Waarom zien we alleen eremoord als een cultureel gebruik?
Kinderprostitutie, kindhuwelijken en pedoseksualiteit zijn gelijkaardige vormen van misbruik door mannen. Waarom zouden we alleen kindhuwelijken als cultureel gebruik in de kijker moeten zetten en een film als “Pretty baby” slechts controversieel vinden? (4) Speelt cultuur geen rol in kinderprostitutietoerisme, of zijn neokoloniale machtsverhoudingen geen culturele factor? En heeft de kerk niets te maken met de pedoseksualiteit van een aantal van haar priesters?
Intra-familiaal geweld komt zowat in alle culturen voor in vele vormen, de éne al verschrikkelijker en spectaculairder dan de andere, maar de kern is het geweld van (meestal) mannen op vrouwen en kinderen. Zijn alleen de spectaculaire vormen een kwestie van cultuur?
En wat met incest? Zou het kunnen dat de westerse traditionele familiale structuur met de pater familias en al zijn moderne afgeleiden er een culturele voedingsbodem voor biedt?
Welke cultuur zou porno, spiegel én constructie van een extreme seksueel sadistische machtsongelijkheid tussen mannen en vrouwen, het sterkst bepalen? De westerse? Of beter de kapitalistische?
Het selectief culturaliserend discours verhult twee cruciale gegevens. Ten eerste dat precies de westerse cultuur kampioen is geweest in de maatschappelijke verankering van vrouwenonderdrukking, in de zogenaamde moederlanden én in de kolonies. Ten tweede dat vrouwenonderdrukking, alle bovenstaande voorbeelden incluis, pas maatschappelijk geproblematiseerd is dankzij de niet aflatende feministische strijd, en dit geenszins alleen in het westen. Integendeel. Overal in de wereld en in het bijzonder ook in de “culturen” die momenteel geviseerd worden, komen vrouwen georganiseerd op tegen seksisme en voor hun rechten en voor hun veiligheid.
Een feministische, niet stigmatiserende lezing van de relatie tussen cultuur en de vele vormen van seksisme erkent de centrale rol van de strijd van de vrouwen zelf. Ze is de sleutel tot een wederkerige internationale feministische solidariteit. Ze verwerpt het stigma van potentiële dader voor alle mannen. Ze erkent enkel de effectieve daders en ijvert er voor dat geen enkele zijn straf ontloopt. En ze is de absolute voorwaarde om het principe van gelijkheid van mannen en vrouwen niet voor de kar van een nefaste cultuurstrijd te laten spannen.
Noten:
1) “Het is interessant om te zien hoe fel er soms gereageerd wordt wanneer met name cultuur en religie ter sprake komen als verklarende factor voor zaken die als negatief gezien worden. Nochtans is hier geen sprake van wanneer cultuur en religie benoemd worden als oorzaken van zaken die als positief gezien worden.
Zo protesteert niemand wanneer er gesteld wordt dat binnen veel niet-Westerse culturen gastvrijheid hoog in het vaandel staat, en dat hierdoor veel mensen die uit deze cultuur komen ook erg gastvrij zijn. Eveneens wordt er geen bezwaar gemaakt wanneer er gesteld wordt dat vrijwel alle religies zorg voor de armen nastreven, en dat een religieus persoon vanuit een religieuze motivatie dan ook zich voor de armenzorg in kan zetten.” (Gert jan Geling, Liberales) www.knack.be/nieuws/belgie/keulen-laten-we-afstappen-van-het-taboe-om-de-invloed-van-religie-en-cultuur-te-benoemen/article-opinion-647751.html
2) Zo keuvelt Goedele Liekens er bij Lieven Van Gils maar op los naar aanleiding van het zwembad incident. Ze verdedigt cursussen omgaan met vrouwen voor asielzoekers. Ze argumenteert dit met de verwijzing naar het schokeffect dat mannelijke asielzoekers moeten ervaren bij het zien van westerse vrouwen, omdat ze gewend zijn aan vrouwen in boerka ?!? (Van Gils en Gasten van 25/01/16).
3) Louis Paul Boon “Eros en de eenzame man”, tragische slachtoffer van zijn opvoeding, gezinssituatie en schoolomgeving.
4) Film van Louis Malle over een kindhoertje