Het ABVV van Charleroi Sud-Hainaut heeft op 18 oktober een belangrijk congres gehouden over de actualiteit en haar verhouding tot de politieke partijen. We hebben haar interprofessioneel secretaris-generaal Daniel Piron ontmoet voor een gesprek.
Waarom stond er een punt over de partijen op de agenda van het congres?
Daniel Piron: Dit is het logische vervolg van het werk dat we sinds enkele jaren hebben opgestart. Tijdens ons congres van 2010 hebben we beslist om niet langer een voorkeursband met de PS te onderhouden en banden aan te gaan met alle linkse democratische partijen. Op 1 mei 2012 hebben we de PS zwaar bekritiseerd en opgeroepen tot een antikapitalistische politieke hergroepering ter linkerzijde van de sociaal-democratie en de groenen. Dit standpunt heeft een aantal vragen doen rijzen, in het bijzonder over onze syndicale onafhankelijkheid. Om deze vragen te beantwoorden, hebben we onze argumentatie verdiept.
«We doen aan politiek, ja, maar binnen het strikte kader van de syndicale onafhankelijkheid»
Het startpunt wordt uiteengezet in onze brochure “8 vragen”: als vakbond, als direct uitvloeisel van de wereld van de arbeid, beschouwen we dat we niet enkel het recht, maar ook de plicht hebben om een programma te ontwikkelen dat de noden van onze leden beantwoordt. Dat programma is er echter niet voor de archieven: we willen dat het een uitdrukking vindt op het politieke terrein, in de verkozen parlementen. We interpelleren dus de partijen, en we haan dit schriftelijk doen, met de vraag om een schriftelijk antwoord. In die zin doen we aan politiek. Maar met het strikte respect voor de syndicale onafhankelijkheid.
In dit kader onderscheiden we verschillende niveau’s. Over alles wat we “pragmatische” dossiers noemen – een herstructurering van een onderneming bijvoorbeeld, wat een politieke inmenging met zich meebrengt – blijven we contacten onderhouden met alle democratische partijen. Voor de “politieke” dossiers – alles wat gaat op één of andere manier gaat over de wereld van de arbeid – willen we contacten onderhouden met alle linkse democratische partijen (onder “democratisch” verstaan we het zich presenteren bij verkiezingen: we gaan ons niet mengen in hun interne werking).
Van deze linkse partijen eisen we dat ze zich uitspreken over ons programma en zich ervoor engageren. Dat wil zeggen over onze “Tien Doelstellingen”. Enkel de formaties die deze vraag positief beantwoorden zien we als een “relais”. Tenslotte willen we ook buiten de partijen onze prioriteiten verdedigen en bediscussiëren. In dat kader hebben we besloten om contacten te onderhouden met verenigingen, mutualiteiten, landbouwers, studenten, academici,… Dit maakt deel uit van onze politieke strategie. Op termijn moeten deze stappen ook worden uitgebreid naar het ACV want we pleiten voor alles voor de eenheid van de werkers.
Dat is een ruim terrein…
Daniel Piron: Inderdaad. En ik herhaal dat onze actie er één is op de lange termijn. Dit terrein vereist middelen voor de organisatie. We hopen studiedagen te kunnen organiseren met – indien nodig – de steun van externe experten. We willen de militante steun aan onze “Tien Doelstellingen” vergroten door een reeks “technische” fiches op te stellen om aan te tonen wat onze eisen inhouden, welke ervaringen elders of op andere tijdstippen tonen aan dat ze realiseerbaar zijn, enz. We zullen in 2015 een initiatief nemen om onze de boodschap van ons antikapitalistisch actieplan ingang te doen vinden. Ik preciseer hier dat alle beslissingen bij unanimiteit zijn genomen door het congres.
«We zijn er niet om te dienen als doorgeefluik. We vinden het normaal om aan het roer te staan.»
U zegt het recht en de plicht te hebben om u in te mengen in het politieke veld vanaf uw programma. Kan u dit meer toelichten en uitleggen hoe u dit verzoent met de syndicale onafhankelijkheid?
Daniel Piron: De syndicale onafhankelijkheid is geen synoniem voor apolitisme. Onze Voorzitter heeft het uitdrukkelijk herhaald tijdens het vorig congres. Wij zijn het die de werkers vertegenwoordigen. Het is dus logisch dat we een inhoud, een programma ontwikkelen. We vinden het normaal om aan het roer te staan. We zijn er niet om te dienen als doorgeefluik voor welke partij dan ook. We zijn er niet om bij verkiezingen kiezers te ronselen voor partijen, of betogers voor betogingen van partijen. We zijn er om de belangen van de werkers op alle terreinen te verdedigen, ook op het politieke terrein.
De syndicale onafhankelijkheid, dat is onze opvatting, dat is de mogelijkheid van de vakbonden om iedere politieke partij te kunnen bekritiseren, eender welke. In de huidige crisis kan de vakbond zich niet beperken tot haar klassieke «core business»: de conventies, lonen, tewerkstelling, enz. Ze moet politieke hefbomen vinden om de eisen om te doen zetten in politieke beslissingen. Het is niet onze roeping om aan de macht te zijn, maar de belangen van onze leden eisen van ons dat we een politiek verlengstuk opzetten dat hun belangen verdedigt. Dat is wat de vakbondsbeweging in de 19e eeuw heeft gedaan, met de BWP. We zetten enkel deze lijn voort, maar met wetenschap dat de PS niet langer onze geprivilegieerde partner is. We willen het tot stand komen van een nieuw relais aanmoedigen, op basis van onze “Tien Doelstellingen”.
«Michel en Di Rupo, dat lijkt wel het origineel en de kopie»
Wat zegt u tegen de regering Michel? Moet die verjaagd worden?
Daniel Piron: Persoonlijk ben ik het 100% eens met de flyer op jullie website: de regering van Charles Michel moet inderdaad verjaagd worden. Maar niet om een regering Di Rupo in de plaats te zetten. Als we de strijd aangaan, dan moet dat zijn in het kader van een antikapitalistisch alternatief. De “terugkeer van het hart”, nee bedankt, dat hebben we reeds meegemaakt in 1988 en heeft ons 25 jaar besparingen opgeleverd met de medewerking van de PS.
Michel en Di Rupo, dat lijkt wel het origineel en de kopie. Ik zeg noet dat er geen verschil is. Ik zeg dat de aanvallen die werden afgevuurd door Charles Michel werden aangevat door Di Rupo. Op alle vlakken: verlenging van de loopbaan, bevriezing van de lonen, jacht op de werklozen,… Er is onder Di Rupo geen indexsprong geweest, nee, maar wel een gefoefel met de index. Dan hoeft het niet te verbazen dat Michel verder durft te gaan.
Wanneer ik dat zeg voor een PS-zaal, wordt dit slecht onthaald. Maar het is de waarheid. We hebben deze waarheid ook aan Di Rupo en Magnette verteld, die recent het ABVV van Charleroi wilden ontmoeten.
Maar concreet: als Michel valt, welk politiek alternatief?
Daniel Piron: De eerste stap bestaat erin om de regering te doen vallen. Dat zal niet gemakkelijk zijn gezien de minachting die die mensen hebben voor de wereld van de arbeid. Een grote betoging zal niet volstaan. Wat hoopt inboezemt: er is een actieplan, en dat is geen single shot. Het betreft een groot verschil met de syndicale attitude onder Di Rupo. Het ABVV heeft nu gezegd: als het niet volstaat, doen we verder in januari.
Het is waar dat de kwestie van het politiek alternatief op middellange termijn niet gesteld is. Het is zonder twijfel ook zo dat velen mikken op de terugkeer van de PS in de regering. Er is veel werk in de vakbonden vereist om de idee van een eisenprogramma, een alternatief ingang te doen vinden.
Men moet de belangrijke zaken naar voren durven schuiven, zoals de nationalisaties, die verdwenen zijn uit het vakbondsprogramma. Men moet opnieuw durven spreken over de klassenstrijd. Men zegt dat de regering Michel een regering van de patroons is. Dat is dus een regering van klassenstrijd. Het is de regering van een klasse tegen een klasse. We moeten durven spreken over een regering van onze klasse. Maar dit alles vereist een werk van lange adem. Radicaaal-links heeft hier een rol te spelen. In afwachting zal het doen vallen van de regering Michel uitdraaien in een betere krachtsverhouding voor de wereld van de arbeid. Dat is de prioriteit.
Voor het gemeenschappelijk nationaal vakbondsfront heeft het actieplan als doel een “werkelijk overleg”…
Daniel Piron: Ik denk dat niet. Welk overleg is mogelijk voor het interprofessioneel akkoord? De lonen zijn bevroren, er is een indexsprong en de regering gaat de collectieve arbeidsovereenkomsten doorpluizen om degenen die de lonen doen stijgen in vraag te stellen. Dat gaat zo in alle domeinen. De regering heeft mooi praten dat ze voor het overleg is, maar ze past het niet toe. Er was zelfs geen ontmoeting met de vakbonden voor het nemen van de maatregelen.
«PTB-GO dat PTB wordt, dat gaat niet»
Je sprak over radicaal links. Het ABVV van Charleroi heeft de PTB-Gauche d’Ouverture (Open Links) niet gesteund maar heeft de “eerste stap in de richting van zijn oproep tot een antikapitalistische hergroepering” toegejuicht. Hoe zie je de zaken zes maanden later?
Daniel Piron : We hebben opgeroepen tot een zo breed mogelijke verzameling ter linkerzijde van de PS en Ecolo en we blijven dit doen. De vergaderingen die we tot nu hebben georganiseerd, met het ABVV van Charleroi, hebben toegelaten om een verzameling van drie componenten – PTB (PVDA), LCR (SAP), PC – mogelijk te maken, gesteund door een oproep van persoonlijkheden. De afspraak kende een succes. Voor ons gaat het inderdaad slecht om een eerste stap. Het is niet aan ons om te zeggen hoe het verder moet, de partijen moeten hun verantwoordelijkheden nemen. Maar er moet alleszins niet achteruit gegaan worden.
De “PTB-GO” die “PTB” wordt, dat gaat niet. “Open Links” heeft het begin van een dynamiek op gang gebracht. Vele van onze militanten waren enthousiast. De vraag stelt zich niet om logo’s naast elkaar te plaatsen maar om de dynamiek te behouden, gestoeld op wat er beweegt in de vakbonden, en om te verbreden indien mogelijk. Zonder dit kunnen we niet concurreren met de PS. Als de PVDA denkt dat ze de plaats van de PS kan innemen, stelt ze zich illusies. Het zou trouwens geen oplossing zijn want brengt dezelfde verhouding partij-vakbond tot stand van het karakter “zij zijn zij, wij zijn wij”.
Nederlandse vertaling: Michel Etxebarria