Een algemene staking breekt uit omdat de werkende klasse het gevoel heeft met de rug tegen de muur te staan, dat de levensomstandigheden die haar worden opgelegd niet langer getolereerd kunnen worden en dat gezamenlijke strijd van iedereen het enige middel is waarover ze nog beschikt om zich te verdedigen. Het is in de geschiedenis al gebeurd dat een echte algemene staking bewust werd afgekondigd door een vakbondsleiding die zich van de inzet bewust was. Een beroemd voorbeeld is de algemene staking in Duitsland in 1920 tegen de militaire staatsgreep van Kapp, die door vakbondsleider Legien werd uitgeroepen. De staking was een succes, op vier dagen tijd werd de staatsgreep afgeblokt.
Maar dat komt niet het meeste voor, integendeel zelfs. Meestal breekt een algemene staking uit als een spontane of half spontane beweging in een sector, een streek, en breidt ze vervolgens uit omdat de situatie er rijp voor is. Tijdens deze uitbreiding overstijgen de stakers door massale actie de obstakels die op hun weg liggen, inbegrepen de obstakels binnen hun eigen syndicale en politieke organisaties.
Nationale crisis
De algemene staking drukt steeds een staat van crisis van de natie uit. Daarom kunnen de gebeurtenissen die een algemene staking veroorzaken ook van een andere aard zijn dan puur sociaaleconomisch. Dikwijls gaat het om uitgesproken politieke zaken. In Mei ’68 in Frankrijk was het de “Nacht van de barricades” in het Quartier Latin (de gewelddadige repressie tegen de studenten vanwege de politie) die tien miljoen mensen in staking deed gaan. In België brak in 1950 een algemene stakingsbeweging uit toen Leopold III terug wilde keren op de troon nadat hij gecollaboreerd had met de Nieuwe Orde. De “Eenheidswet” die in ’60-’61 de lont aan het kruitvat stak was verbonden met het verlies door de burgerij van haar koloniaal rijk in Congo, kolonie die de winsten van de kapitalisten gedurende decennia de hoogte had ingedreven.
Dichter bij ons kwam in 1996 tijdens de “Affaire Dutroux” een dynamiek naar algemene staking op gang omdat de hoogste rechterlijke machten van het land beslist hadden onderzoeksrechter Connerotte te sanctioneren, waarvan werd geoordeeld dat hij te dicht bij de slachtoffers stond. Nochtans, wat ook de onmiddellijke aanleiding is voor de stakingsbeweging, de onderliggende sociaaleconomische basis is doorslaggevend en dat komt duidelijk tot uiting in elke algemene staking. Het is deze onderlaag die verklaart waarom de nationale crisis de vorm aanneemt van een strijd van “klasse tegen klasse” en die er de fundamentele inhoud van bepaalt.
Krachtmeting tot de finish
We mogen een “algemene werkonderbreking” en een “algemene staking” niet verwarren. Het eerste is een waarschuwingsschot dat nog geen slachtoffers maakt, het tweede een confrontatie “tot de finish” waarin de arbeidersklasse al haar krachten werpt. Men kan een algemene werkonderbreking afkondigen voor een bepaalde duur van 24, 48 of zelfs meer uren, teneinde een specifieke eisenbundel af te dwingen. Van een algemene staking daarentegen, wanneer ze uitbreekt, kan niemand zeggen hoelang ze zal duren. Zulke beweging komt pas tot een einde door de uitputting of de nederlaag van een van beide kampen.
Niemand kan ook weten tot waar ze gaat in termen van eisen, omwille van de simpele reden dat een algemene staking een beweging is waarin alle eisen samenvloeien, een beweging die zich ontwikkelt door het in actie treden van alle onderdrukte en uitgebuite lagen van de samenleving. Wanneer een algemene staking daar is, is het de taak van elke bewuste linkse militant om bij te dragen aan haar uitbreiding, versterking en organisatie. Kortom, alles in het werk te stellen om haar te laten overwinnen.
Omdat ze de uitgebuite en onderdrukte lagen tegenover de bezittende klasse stelt, roept de algemene staking objectief de kwestie van de macht op. Wie leidt de samenleving? Doorheen welke instellingen? Welke waarden, welke principes bepalen haar functionering? Aan wie behoort de economie en welke noden dient zij te vervullen? Hoe worden deze noden bepaalt en door wie? Wie beslist over de prioriteiten? Dat zijn brandende vragen die elke algemene staking onvermijdelijk op de dagorde brengt, zelfs onafhankelijk van de wil van de verschillende deelnemers aan de beweging. Bijgevolg wordt de algemene staking steeds een politieke krachtmeting, in de nobele zin van het woord, zelfs als haar vertrekpunt louter sociaaleconomisch was.
Deze krachtmeting neigt er spontaan toe revolutionaire vormen aan te nemen. De algemene staking kan min of meer passief zijn, maar in het algemeen brengt ze het massaal opborrelen van debatten en initiatieven mee. Zij brengt de massa’s er toe met de routine te breken om zelf haar leven in hand te nemen. Hoe meer ze een actief karakter aanneemt, hoe meer de staking een revolutionaire aard krijgt, waarin de vervreemding van de sociale verhoudingen in vraag wordt gesteld (tijdens de stakingsbeweging van juni 1936 in Frankrijk nam dit emancipatorisch aspect de vorm aan van heuse feesten in de bezette fabrieken).
Al deze elementen dragen bij tot het stellen van de vraag naar een radicale verandering van de samenleving door collectieve directe actie, de definitie zelf van een revolutie. In de loop van een algemene stakingsbeweging worden brede lagen van de bevolking zich bewust van hun kracht. Ze worden bewust van het feit dat zij zelf een einde kunnen maken aan hun onderworpenheid en de basis kunnen leggen voor een andere wereld. Ze worden zich ook bewust van het feit dat deze strategie meer kans op succes maakt dan te stemmen voor kandidaten die hen beloven de dingen stap voor stap te veranderen door hervormingen voor te stellen in het parlement.
Versnelling van tijd en ritme
In de algemene staking versnelt de tijd, het ritme van bewustwording en politisering kan heel erg snel gaan. Dit proces maakt vanzelfsprekend meer kans plaats te vinden als linkse politieke organisaties of stromingen van de vakbondslinkerzijde voorafgaand elementen van een antikapitalistisch programma hebben uitgewerkt en verspreid in de bevolking, zoals het geval was voor ’60-’61 met het “programma van antikapitalistische structuurhervormingen” van het ABVV. Dit is echter geen voorafgaandelijke voorwaarde. Weigeren bij te dragen aan een beweging naar de algemene staking omdat het “alternatief niet rijp is”, betekent niet begrijpen dat het klassenbewustzijn van de grote massa van de bevolking zich vormt doorheen de actie, niet doorheen vergaderingen en boeken.
In de realiteit heeft het neigen een revolutionair proces te worden van een algemene staking geen zelf-uitgeroepen centrale leiding nodig: zij vloeit voort uit de vereisten van de stakingsactiviteit zelf. Elke staker of staakster begrijpt op zulk moment spontaan dat er voor de overwinning moet gegaan worden of er anders heel veel kan verloren worden, en dat die overwinning afhangt van de radicaliteit, de zelforganisatie en de zelf-activiteit. De enorme vooruitgang van dit begrip, wanneer het zich voordoet, betekent altijd een verrassing. Daarom toont de geschiedenis heel wat voorbeelden van situaties waarin de revolutionaire organisaties sceptisch bleven en voorbijgestoken werden door de beweging naar de algemene staking, minstens bij het begin ervan.
De evolutie van het kapitalisme maakt dat de voorwaarden waarin een algemene staking kan uitbreken en zich ontwikkelen vandaag heel erg verschillend zijn van het verleden. Bij deze vergelijking zijn de negatieve elementen bekend: het verdwijnen van de grote bastions van de arbeidersklasse ( in de metaalindustrie, scheepswerven, mijnen, enz.), de mondialisering van het kapitaal, de fragmentering van de werkende klasse, de toename van de bestaansonzekerheid, de achteruitgang van het klassenbewustzijn, het verdwijnen van een alternatieve arbeiderscultuur, enz.
Anderzijds is de legitimiteit van het kapitalisme vandaag kleiner dan ze in heel wat periodes in het verleden is geweest. Het idee dat dit systeem nog voor een goed leven voor iedereen kan zorgen is heel erg verzwakt, zijn functionering als netwerk maakt het kapitalisme fragiel. De absurditeit van een productiewijze die de mensheid tot slaaf maakt van machines die door het menselijk intellect werden uitgevonden is steeds tastbaarder. De emancipatie die vrouwen doorheen hun eigen strijd hebben afgedwongen versterkt de sociale basis van een mogelijke algemene staking. De lessen uit het verleden blijven dan ook kostbaar, deze in het bijzonder: een algemene staking maakt des te meer kans op succes als ze ook overgaat tot het bezetten van de arbeidsplek en tot het democratisch verkiezen van stakingscomités en de centralisatie van deze comités.
De vakbeweging: zowel troef als rem
In onze sociale geschiedenis is het nog nooit gebeurd dat een algemene staking werd afgekondigd door de interprofessionele leidingen van ABVV en ACV in gemeenschappelijk front. Tegelijkertijd hebben syndicalisten en sectoren van de vakbonden steeds een doorslaggevende rol gespeeld in elke beweging naar een algemene staking.
Deze paradox kan verklaard worden door het feit dat onze vakbonden zowel een troef als een rem vormen voor de werkende klasse. Een troef door hun massaal karakter, hun organisatie, hun financiële mogelijkheden, de vorming en de informatie die ze verspreiden, de dagdagelijkse activiteit van tienduizenden militanten. Een rem doorheen hun opdeling in sectoren, hun rivaliserende bureaucratieën, de integratie van die apparaten in het sociale overleg en de ondergeschiktheid van hun leidingen aan de belangen van hun “politieke vrienden” (sociaaldemocratie en christendemocratie).
Net omdat ze in de actie een steeds toenemend deel van de drie miljoen leden van de vakbonden mee trekt, net als mensen die nog niet bij een vakbond zijn, en die samen de sociale basis voor de syndicale beweging vormen, brengt elke beweging naar de algemene staking tegelijkertijd een beweging van hernieuwde toe-eigening van de vakbonden als instrumenten van de klassenstrijd met zich mee én toenemende polarisatie binnen de arbeidersbeweging tussen een linker- en rechterzijde.
Foto: Sophie Cordenos, manifestatie 31 mei 2016 in Mons