De Turkse president Erdogan blijft de ene drempel na de andere overschrijden in zijn zucht naar een autocratisch presidentieel regime dat hem toelaat het staatsapparaat totaal te domineren.
Na het aan de kant schuiven van premier Ahmet Davutoglu waarvan de meningsverschillen met Erdogan door die laatste niet meer werden verdragen, is het uiteindelijk de minister van Transport Binali Yildirim, waarvan de onvoorwaardelijke loyauteit tegenover de staatschef door niemand wordt betwijfeld, die tot voorzitter van de AKP en daarmee Eerste minister werd verkozen. In de speech waarmee hij zijn aanstelling aanvaardde, preciseerde Yildirim duidelijk dat de prioriteit van de nieuwe regering het instellen van een presidentieel regime zal zijn, door het wijzigen van de Grondwet. Hij kondigde ook duidelijk aan dat er vanaf nu geen enkele spanning meer zal zijn tussen de regering en Erdogan: “Ik beloof je dat jouw aspiraties de onze zijn, jouw zaak onze zaak, jouw weg onze weg.”
Een ander belangrijk evenement van de laatste weken is de “voorlopige” opschorting van de parlementaire immuniteit, die gericht is op het uitsluiten van de parlementsleden van de HDP, links reformistische partij verbonden met de Koerdische beweging. Nadat de debatten in het parlement rond het amenderen van de Grondwet herhaaldelijk uitliepen op fysieke agressie van AKP-parlementairen tegen die van de HDP, aanvaardde het parlement uiteindelijk het project van herziening van de Grondwet met 376 stemmen voor (op 550), dus meer dan de vereiste twee derde meerderheid. Deze stemming maakt zo de weg vrij voor het voortzetten van juridische procedures tegen 138 afgevaardigden van de vier partijen die in het parlement zitten. Maar op een totaal van 667 procedures hebben er 405 betrekking op de parlementsleden van de HDP… En bijna alle afgevaardigden van de HDP worden geviseerd door dit amendement.
Vermits de AKP maar 317 parlementsleden heeft, waren de steun van de uiterst rechtse MHP en de centrumlinkse, republikeins / laïcistische CHP nodig om deze grondwetswijziging mogelijk te maken.
Worden de Koerden uit het parlement gejaagd?
Waar dit voor de MHP, die onvoorwaardelijk de oorlogszuchtige politiek van de regering tegen de Koerdische beweging steunt, vanzelfsprekend was, roept de opstelling van de CHP en vooral van haar leider Kemal Kilicdaroglu meer controverse op. Als voorzitter van de belangrijkste oppositiepartij riep Kilicdaroglu op om voor te stemmen, ook al verklaarde hij dat de procedure tot opheffing van de immuniteit tegen de Grondwet inging. Zijn argument was dat anders de AKP de kans kon aangrijpen de CHP ervan te beschuldigen de terroristen te steunen…
Daar dit belachelijk argument door heel wat waarnemers, maar ook door leden van de CHP zelf stevig werd bekritiseerd, stelde Kilicdaroglu later dat wanneer het amendement niet direct door het parlement was aanvaard, de AKP vervolgens zoals gepland naar een referendum had gegrepen, een referendum waarin dan ook andere grondwetswijzigingen zouden zijn voorgesteld rond het statuut van de president van de republiek. Dit zou de polarisering in de samenleving hebben doen toenemen. Tegenover een stevige oppositie in de rangen van zijn partij, inbegrepen onder de parlementairen van de CHP, probeerde Kilicdaroglu tevergeefs zijn capitulatie voor de AKP voor te stellen als een persoonlijke opoffering. Hij stelde dat zelfs wanneer hij de gevangenis en het einde van zijn politieke leven riskeerde, “hij zijn persoonlijke toekomst zou opofferen voor die van het land”…
22 Jaar na het uitsluiten uit het parlement en de arrestatie van de Koerdische afgevaardigden in 1994 maakt de Turkse staat zich eens te meer op om de afgevaardigden van het Koerdische volk uit te sluiten, en zo de enige pool van democratisch verzet in het parlement te verbannen. De stem van meer dan vijf miljoen burgers wordt zo waardeloos verklaard.
Uraz Aydin is militant van onze Turkse zusterorganisatie Yeni Yol.