Militanten van de christelijke arbeidersbeweging hebben de laatste tijd hun hart kunnen ophalen aan de sterke standpunten van ACV-voorzitter Marc Leemans. Met zijn kritiek op de plannen van de besparingsregeringen was hij niet uit de media weg te branden. Maar meent hij dat ook? Daar gaan we alvast van uit. Maar zit hij terzelfdertijd niet gevangen in het web van de CD&V? Het werd hem alleszins verschillende keren voor de voeten geworpen. Zowel ABVV als de media suggereerden dat hij wel een toontje lager zou zingen als de federale regering, onder druk van CD&V, een oplossing uitdoktert voor de Arco-coöperanten. Wij veranderen onze mening niet voor een bord linzensoep, antwoordde Leemans de criticasters.
Ja maar, kreeg hij voor de voeten geworpen in De Zevende Dag (14/09/14), er is toch een probleem. ‘Uw zusterpartij, CD&V, waarmee u christendemocratische genen deelt, zal u zeker al wel opgebeld hebben.’ Dat is een ernstige verspreking van u, repliceerde Leemans. Wij zijn een onafhankelijke beweging los van staat, kerk en politiek. Er zijn natuurlijk contacten en wij delen dezelfde waarden zoals overleg en consensus. Maar dat belet ons niet om onafhankelijk en kritisch het resultaat van de regeringsonderhandelingen te beoordelen en het hard te spelen indien dat resultaat ons niet bevalt.
De standpunten die Leemans verdedigt, zijn onafhankelijk in de zin dat ze volkomen autonoom in de schoot van de vakbond zijn tot stand gekomen. Maar we kunnen niet ontkennen dat de christelijke arbeidersbeweging in het begin van de twintigste eeuw, ook al had ze een democratisch en emancipatorisch karakter, omwille van de toen zo belangrijke katholieke eenheid tegen het liberalisme en vooral het socialisme, voor een organisatorische zelfstandigheid binnen een electoraal samenwerkingsverband met de (conservatieve) katholieken heeft gekozen. En vandaag bestaat dat samenwerkingsverband nog steeds, sinds 1945 met de CVP en sinds 2001 met de CD&V. Sindsdien is er veel water naar de zee gevloeid. En de band van de christelijke arbeidersbeweging met de christendemocraten, altijd al in vraag gesteld, staat nu meer dan ooit ter discussie omdat de waarden waar CD&V voor staat helemaal niet meer stroken met de waarden van de christelijke arbeidersbeweging. En dan hebben we het niet over de ‘formele’ waarden zoals het belang van overleg en het streven naar een consensus. CD&V heeft een hele evolutie doorgemaakt en is geleidelijk aan opgeschoven naar een Vlaams en neoliberaal profiel. Begrippen zoals ‘subsidiariteit’ en ‘personalisme’ hebben de weg vrij gemaakt voor het beklemtonen van de individuele verantwoordelijkheid. Het huwelijk met de N-VA versterkt deze ideologische omslag en plaatst de partij schouder aan schouder in het kamp van de zelfredzaamheid tegenover het kamp van de solidariteit waar o.a. de christelijke arbeidersbeweging een belangrijke rol speelt.
Maar het spreekt vanzelf dat de CD&V er alles aan doet om zijn machtsbasis te behouden. Nu de partij veel kiezers heeft verloren aan de rechterzijde, wordt het kwestie van overleven en moet het ‘linkse’ kiespubliek van de christelijke arbeidersbeweging aan boord gehouden worden. Vandaar wellicht, het (onverwachte) voorstel om in de federale regeringsonderhandelingen het voorstel van een vermogenswinstbelasting binnen te smokkelen. We zouden ook kunnen redeneren dat de partij dit voorstel onder druk van de christelijke arbeidersbeweging hoog op de agenda gezet heeft, waaruit dan zou blijken dat de band tussen beide effectief werkt en dat die relatie dus wel degelijk loont. Daar zijn we het helemaal niet mee eens. Ten eerste is een vermogenswinstbelasting nog altijd geen vermogensbelasting en los daarvan lijkt het ons eerder een strategische zet (goed voor de eigen positie aan de onderhandelingstafel) en vooral bedoeld om de christelijke arbeidersbeweging niet te veel tegen de haren in te strijken. Maar we moeten echt niet alleen naar Jef Houthuys en Poupehan verwijzen om te zien hoe christendemocratische regeringen of regeringen met christendemocratische ministers telkens weer de besparingen er door ranselden en de vakbond uiteindelijk in de pas lieten lopen.
Laat ons ook eindelijk ophouden met over de linkervleugel van de CD&V te spreken. Die bestaat gewoon niet. De ACW-ers in de regering (nu beweging.net’-ers genoemd, wat een vreselijke naam!) zijn eerst en vooral CD&V-ers die met de partij de omslag hebben gemaakt hebben naar een neoliberale discours. Als de christendemocratische familie een linkervleugel heeft, dan situeert die zich in het ACV en LBC. Maar zolang het ACV (en beweging.net) de relatie met CD&V (een relict uit het verleden waarvoor vandaag geen enkele reden meer bestaat om die band aan te houden) niet formeel opzegt, blijft bij een groot deel van de publieke opinie (en bij de andere vakbonden) de argwaan bestaan. Als het erop aankomt, rijdt de christelijke arbeidersbeweging toch voor besparingsmaatregelen van de ‘zusterpartij’. Wij zijn van oordeel dat de christelijke arbeidersbeweging aan geloofwaardigheid wint en haar slagkracht kan opdrijven, als ze vandaag ondubbelzinnig afstand neemt van de bevoorrechte band met de CD&V.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de blog van Beweging