Ter ere van het 500ste sterfjaar van de kunstenaar is de tentoonstelling Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie te zien in Het Noordbrabants Museum. Hella Baan bezocht de tentoonstelling en vertelt meer over de kunstenaar en zijn fantastische werken.
De duivelmaker, zo wordt kunstenaar Jheronimus Bosch genoemd. Zijn schilderijen worden bevolkt door verwrongen gedrochten en monsters. Zijn web van illusie en hallucinatie is zo overweldigend dat je bijna gaat geloven dat de kunstenaar een middeleeuwse vorm van LSD gebruikte. Tegelijkertijd is de kwaliteit van de werken hoog en zijn de motieven die de kunstenaar gebruikt geladen met betekenis. Bosch verbeeldt een indringende levensvisie voor iedereen die daarvoor openstaat.
Er is maar een klein gedeelte van zijn oeuvre bewaard gebleven. Maar de werken die er nog zijn, prikkelen de verbeelding des te meer. In de tentoonstelling ‘Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie’ zijn 20 schilderijen en 19 tekeningen te zien. Nog nooit is er zo’n groot overzicht van zijn werk geweest.
Jheronimus Bosch werd rond 1450 geboren als Jheronimus van Aken in ’s-Hertogenbosch. Zijn vader en ooms waren schilders en leidden Bosch en zijn broers op in de familiewerkplaats. Door zijn opvallende stijl werd zijn werk zeer gewild. Zijn roem was wijdverbreid. Hij werkte in opdracht van invloedrijke (buitenlandse) adel en lokale particulieren en kloosters. Hij zorgde ervoor dat ze hem konden vinden door zijn naam te veranderen in ‘Bosch’, naar de stad waar hij woonde. Bosch trouwde een welgestelde vrouw en leefde welvarend, maar was niet rijk.
Overgangsperiode
Politieke en economische ontwikkelingen speelden een grote rol in Bosch’ leven en artistieke loopbaan. Hij leefde in de overgangsperiode tussen de late middeleeuwen en de renaissance. De handel en verstedelijking namen toe en verzwakten het feodale stelsel. Door toenemende welvaart nam de vraag naar kunst toe. Maar er ontstond in de steden een steeds grotere kloof tussen arm en rijk.
Als reactie op misstanden onder de geestelijkheid en in de kerkelijke leiding ontstond aan het eind van de 14de eeuw de Moderne Devotie. Dit was een religieuze hervormingsbeweging van geestelijken en leken. Ze wilden de verhouding tussen kerk en maatschappij veranderen en leefden samen in gemeenschap van goederen.
Deze kritische ideeën beïnvloedden Bosch en zijn tijdgenoten. Bosch gaf op een verfrissende manier vorm aan nieuwe denkbeelden. Het drieluik ‘De hooiwagen’ is een van de indringendste werken. Daarop laat Bosch de consequentie van menselijk handelen zien. Een stoet mensen van alle standen loopt achter een hooiwagen aan. Sommigen gaan elkaar te lijf om hooi te pakken te krijgen. Ook de geestelijkheid stopt zakken vol. Ondertussen trekken demonische wezens met dierenkoppen de wagen naar de hel. Door hebzucht gaan mensen hun ondergang tegemoet. Ze belanden in een brandende wereld vol kwellingen.
Door te laten zien dat mensen hun samenleving vormgeven, trok Bosch de bestaande orde in twijfel. Hij maakte de balans op en die pakte niet goed uit voor rijke mensen. Zo wordt op het schilderij ‘De Dood en de vrek’ een rijke man overvallen door de dood. Hij schrikt en wil de dood omkopen, maar weet dat zijn lot wacht. Er is ook werk van Bosch’ tijdgenoten en belangrijke navolgers waaruit deze kritische houding blijkt. Op een houtsnede uit de vroege 15de eeuw dragen duivels kronen.
In vergelijking met de andere kunstwerken komt Bosch’ unieke visie goed naar voren. Er is in de tentoonstelling veel aandacht voor de werkwijze en thematiek van Bosch. Op een aantal monitoren worden onderzoeksresultaten getoond. Door technische hoogstandjes zijn de ondertekeningen en overgeschilderde delen zichtbaar gemaakt. Dat geeft een extra dimensie aan het werk. Zijn verbeeldingskracht en uitvoering zijn duidelijk fenomenaal.
Divers
Hoewel Bosch voor rijke opdrachtgevers werkte, wilde hij dat iedereen zijn beelden kon begrijpen. Hij beeldde daarom gewone mensen af. In die tijd was hij de eerste die een zwerver schilderde. In tekeningen verkende hij scènes uit het straatleven. De afkomst en sekse van de mensen op zijn schilderijen is divers, en omvatte ook zwarte mensen en exotische hoofddeksels. Hij schilderde ook veel vrouwen, waaronder zelfs een vrouwelijke heilige aan het kruis.
Maar Bosch is op zijn best als hij zijn leger aan fantasiemonsters loslaat op een schilderij, zoals in ‘De Tuin der Lusten’. Daarin smelten de eigenschappen van de natuur, mensen en machines samen tot een nieuwe realiteit. Op de eerste twee panelen lijken naakte mensen zich uit te leven in een groen landschap vol met grote bloemen, vruchten en dieren. Op het derde paneel verandert de speelsheid in horror. Het landschap is duister en wordt bewoond door verwrongen wezens. Mensen proberen wanhopig aan groteske martelmethodes te ontkomen.
Bosch’ fantasierijke beelden maken de tentoonstelling tot een feest. Maar ze hebben een sociale basis. Hij wilde de samenleving een spiegel voorhouden en stond daarin niet alleen. In die periode waren er belangrijke maatschappelijke veranderingen aan de gang die kunstenaars beïnvloedden.
De tentoonstelling beperkt zich tot de kunst en niet de maatschappelijke realiteit erachter. Gelukkig spreken Bosch werken voor zichzelf. Dat maakt deze tentoonstelling tot een aanrader en hem tot op de dag van vandaag een fenomenaal kunstenaar.
“Jheronimus Bosch – visioenen van een genie” loopt nog t/m 8 mei 2016 in Het Noordbrabants museum,’s-Hertogenbosch, Nederland.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu/blog/.