In een stuk in De Standaard van 02/02/16, Je wordt iets wat je niet wil zijn, een bange vrouw, beschrijft Annelies Vanbelle hoe ze een nare ervaring heeft met een “Midden-Oosters ogende” man, die haar iets onverstaanbaars murmelend in een Gents straatje volgt en hoe ze tot haar eigen verbazing basaal reageert met… angst. Er is na Keulen “iets traumatisch binnengeslopen” in haar onderbewustzijn. Haar invalshoek is relevant en herkenbaar voor vele vrouwen: de angst by proxy voor de ander. En daar houdt de relevantie op van een bedrieglijk openhartig getuigenis, suggestief geïllustreerd op de voorpagina van de katern met twee onschuldige blauwe vrouwenogen en één kwaadaardig bruin mannenoog.
Vanwaar komt die angst en wat kan je ertegen doen volgens Annelies Vanbelle? Ze stelt dat ze die angst by proxy dankt aan “de actualiteit van de voorbije weken”. Dat hij ook het product zou kunnen zijn van de manier waarop die actualiteit gekaderd werd door politici, opiniemakers, media is voor haar geen punt. Ze focust haar stuk uitsluitend op haar individuele omgang met die angst. En daarmee aanvaard ze impliciet de geconstrueerde culturele tegenstelling tussen de vreemdeling en de westerling.
Zoals zoveel anderen vindt Annelies Vanbelle dat de origine van de man die haar volgde er toe doet. Ze vindt dat ze die moet kunnen vermelden want zij is iemand die zo’n Midden-Oosters man wel aantrekkelijk vindt en die ook vrienden van ginds heeft. Je zou verwachten dat net dat haar zou doen inzien dat iemands afkomst er niet toe doet en dat haar angst voor de vreemde man een gif is dat haar is aangepraat. Immers als je bij alle seksuele misdrijven vooral en eigenlijk alleen de vreemde afkomst van de dader benadrukt wordt een verband gecreëerd tussen die misdrijven en de vreemde afkomst. Dat is stigmatiserend en in wezen racistisch. Want men doet het niet voor de man van niet-vreemde afkomst.
Stel je voor dat men bij elk seksueel misdrijf de nadruk zou leggen op de Europees ogende afkomst van de dader! Ooit verdedigden sommige feministen in de jaren 70/80 de stelling dat alle mannen potentiële verkrachters zijn, vanuit de ervaring dat verkrachters altijd mannen zijn en dat ze talrijker zijn dan aangenomen. Stel je voor dat de media die doorgeslagen idee massaal zouden hebben overgenomen! Ook al gingen ze wel mee in doorgeslagen fabulaties à la Regina Louff, de afkomst van de daders was nooit een punt.
Of het wantrouwen zal wegebben, hangt af van de evolutie van het migratie- en integratieverhaal, schrijft Annelies Vanbelle. Haar denkkader is de meer en meer ingeburgerde tegenstelling tussen de bedreigde westerse vrouw en de vreemdeling met al dan niet “licht ontspoorde zeden”. Geen moment vraagt ze zich af hoe relevant die tegenstelling is. Ze werpt zich op als de verdedigster van de verworvenheid van de westerse vrouw om ongehinderd lustobject te mogen zijn en in flatterende jurkjes te flaneren. Hopelijk bedoelt ze het speels uitdagend. Maar haar formulering is een nieuwe trivialisering van “onze” verworvenheden.
Haar verdediging van die verworvenheid zal ook wel westerse mannen met al dan niet “licht ontspoorde zeden” gelden, zij het impliciet, want die “blanke” mannen vermeld ze in haar stuks slechts eenmaal en terloops als het over getuigenissen van vrouwen gaat. Haar onverdeelde aandacht gaat naar “de vreemdeling” en hoe zij, Annelies, zal omgaan met “zij, die het voorwerp zijn van haar angst”. Ze verwijt zichzelf haar “instinctieve vooringenomenheid” niet maar wel dat ze haar “verantwoordelijkheid” niet nam om haar “belager” assertief aan te spreken om te ontdekken dat begrip en sympathie misschien mogelijk waren.
Maar waarom zou ze in godsnaam zoiets willen doen? Tenzij ze ergens beseft dat er toch stigmatisering in het spel is, en de enige manier om dat te doorbreken er in bestaat heldhaftig het risico te nemen om op een individu met slechte bedoelingen te stuiten. Efficiënter zou zijn rechtstreeks de stigmatiseringsmechanismen aan te klagen. En verder mensen te nemen in hun oneindige individuele diversiteit in plaats van op basis van hun met cliché’s getekende afkomst. Het zou alvast veiliger zijn. Want zou Annelies dezelfde “verantwoordelijkheid” nemen ten aanzien van een witte man die murmelend achter haar aan komt in een Gents straatje? Wellicht niet.