De Nederlandse regering bood recent excuses aan voor massa-executies in Indonesië tijdens de koloniale oorlog maar excuses voor de ‘politionele acties’ en onderzoek naar Nederlandse oorlogsmisdaden, zitten er niet in – laat staan excuses voor het kolonialisme zelf. Vaak vergeten zijn de mensen die zich tegen deze misdaden verzet hebben. In dit artikel herinnert Maurice Ferares aan een grote staking tegen het uitzenden van Nederlandse soldaten naar Indonesië.
Tegen het uitzenden van militairen naar Indonesië werd op dinsdag 24 september 1946 in Amsterdam door tienduizenden arbeiders gestaakt. Er werd gestaakt bij de tram, de havens, de gasbedrijven, Fokker, Korff, Draka en de vuilverbranding. In de Zaanstreek werd gestaakt bij Verkade, Albert Heijn, Bruynzeel en op Schiphol. In Enschede werd in de textielfabrieken door ruim 1000 mensen gestaakt en ’s middags was er een demonstratie voor het stadhuis. Tevens werd er gestaakt in Groningen, Delft, Velsen en aantal andere steden. Niet gestaakt werd er echter op die dag door de arbeiders in Rotterdam en Den Haag, die zich aan het verbod om te staken hielden dat door de CPN (Communistische Partij Nederland) gecontroleerde Eenheidsvakcentrale (EVC) was uitgevaardigd.
De enige partij die voor de onafhankelijkheid van Indonesië was, was de Revolutionair Communistische Partij (RCP, de toenmalige Nederlandse afdeling van de Vierde Internationale). Een oproep van de RCP van 28 maart 1946 aan het bestuur van de afdeling Amsterdam van de EVC (Zeelieden) om geen troepen of oorlogstuig naar Indonesië te vervoeren bleef onbeantwoord. De vrijdag en zaterdag voor de stakingen was het al rumoerig geweest in Amsterdam en op zaterdagavond werd een demonstrant door de politie op de Haarlemmerdijk doodgeschoten.
Zaterdagochtend waren manschappen van de Militaire Politie uit Overveen en Apeldoorn al op het hoofdbureau van politie aanwezig om zo nodig ingezet te worden als dat voor ‘de handhaving van de openbare orde noodzakelijk zou zijn.’ Een majoor sprak degenen toe die de leding zouden hebben bij het optreden tegen de demonstranten . Hij eindigde zijn instructie met de volgende woorden; ‘Ik hoop dat hier niet zo slap zal worden opgetreden als in Rotterdam’ (waar arbeiders in de haven eerder hadden gedemonstreerd tegen het inschepen van militairen) ‘Ik reken erop, dat de manschappen van een behoorlijk slagveld terug zullen komen.’
Het waren spontane stakingen en ook de leiding van de CPN zat er danig mee in zijn maag. In de partijkrant De Waarheid van 24 september 1946 blijkt uit de eerste twee zinnen van het hoofdartikel het dilemma waarvoor de communistische leiders gesteld waren. De eerste zin van het artikel luidde: ‘Deze staking is niet begonnen, de staking was er. Het zat al lang in de lucht en de schietpartij van zaterdagavond was precies de druppel die de emmer deed overlopen. Die schietpartij en het vertrek van nog weer nieuwe troepenzendingen.’ En dan volgde: ‘Overal vonden de parolen van de Communistische Partij diepe weerklank.’
Alsof de staking ‘die al lang in de lucht hing’ een gevolg was van een oproep van de CPN. Maar hoe en wanneer de parolen van de partij weerklank vonden, vertelde een verslaggever van De Waarheid van diezelfde dag De kop van het artikel luidde: ‘Een communist vermag meer dan honderd politieagenten.’ Het artikel verhaalt:
Toen Henk Gortzak, (Gemeenteraadslid voor de CPN in Amsterdam. MF.) die het zonder microfoon moest doen, zijn mond opende, was het tot in alle hoeken van het plein doodstil.
‘Dit mag geen slag worden tussen de politie en de stakers’, klonk Gortzak’s stem. Wij voelen ons gedragen door de verantwoordelijkheid voor orde en rust, maar dan een Nederlandse en niet in Pruisische zin. Ik mag hier geen meeting van maken, daarover vergadert Burgemeester en Wethouders (ons schepencollege, n.v.d.r.). op het ogenblik, maar dit wil ik zeggen: wekenlang heeft het Nederlandse volk gepoogd om zonder staking duidelijk te maken, dat het geen strijd in Indonesië wil. De regering bleef doof en verbood onze meeting waarbij soldaten en burgers op vredelievende wijze poogden te demonstreren. En daarom, omdat de regering zo deed stopte vandaag het bedrijf. Ik stel u voor, vervolgde Henk Gortzak, 1.Van hieruit een delegatie naar Den Haag te zenden. 2. Ieder moet nu rustig naar huis gaan. Indien er een meeting komt, dan wordt u gewaarschuwd. Toon, door de stakingsdaad en door de orde, hoe sterk we zijn 3. Dit is een 24 uur staking. Tenzij er nadere berichten komen, gaan we morgen weer in de bedrijven. Tot slot zeg ik tot hen die er Pruisische methoden op na houden: Laat een imitatie van Hitler aan Charley Chaplin over.’’
En opnieuw bleek, dat het woord van de partij sterker was dan het geweld. Toen Gortzak van de wagen klom, stroomden de mensen reeds het plein af, rustig en ordelijk met de zekerheid van hen, die het recht aan hun zijde weten…
De leiders van de CPN voelden ‘zich gedragen door de verantwoordelijkheid voor rust en orde’, terwijl de ‘orde-’troepen naar Indonesië stuurde om de Indonesische kameraden af te maken.