Van alles is geprobeerd, maar het resultaat is hetzelfde – Bibi zit er nog steeds, net zoals Poetin en Assad, we lijken er niet vanaf te komen. Een feit is dat Poetin een absolute controle over de media uitoefent en de oppositie uitschakelt en Assad de Syrische bevolking bombardeert en uithongert, aan de andere kant heeft Eerste Minister Benjamin Netanyahu te maken met een vijandige pers, terwijl hij er nog steeds in slaagt zijn kiezers te bekoren.
De sociale en politieke krachten die nodig zijn om hem te verslaan, bestaan eenvoudigweg niet in de Israëlische samenleving. Netanyahu geniet de loyaliteit van de onderdrukten, maar de oorzaak van zijn succes is vooral een gevolg van het ontbreken van een alternatief. Bibi versus ‘Bougie’ [Isaac Herzog, de leider van de Arbeiderspartij] is geen werkelijk gevecht, dat was al duidelijk voordat zij in de ring stapten.
Verrassing
Toen Netanyahu de Knesset [parlement] ontbond, wilde hij twee concurrenten in zijn coalitie neutraliseren. Naftali Bennet, leider van de rechtse ‘Joods Huis’ partij, en Yair Lapid, leider van de middenpartij ‘Er is een Toekomst’. De operatie was boven verwachting succesvol, maar de patiënt ligt nog steeds in de ‘intensive care’. Vanaf het begin richtte Bibi zich op een regering waarvan de deelnemende partijen zijn leiderschap niet zouden betwisten – te vergelijken met de eenheidsregering van 2009 waarin de Arbeiderspartij als volwaardig partner zitting had. Maar wie verkiezingen uitschrijft, weet alleen hoe ‘de dingen’ beginnen niet hoe ze zullen eindigen. Wat begon als een poging Bennet en Lapid op hun plaats te zetten, mondde uit in een grote verrassing door de samenwerking tussen Herzog en Tzipi Livni [voorheen onder andere minister van Justitie, prominent lid middenpartij Kadima, ‘Voorwaarts’] die met een gezamenlijke lijst (‘de Zionistische Unie’) een serieuze concurrent van de regering werden.
Bibi en de Likud
Netanyahu ontdekte nog wat anders: de leden van zijn Likud [rechtse partij] die hij zo verafschuwde dat hij partijcommissies ontweek alsof hij er niets mee te maken had, bleken even afkerig van hem. Een diep gewortelde, wederzijdse weerzin. De ware vrienden van Netanyahu zijn de ’tycoons’, zijn vijanden zijn te vinden bij de machtige arbeiderscommissies en de partijfunctionarissen. Het was niet toevallig dat hij de vergelijking ‘liet slippen’ tussen hen en Hamas’ terroristen.
Even leek zich een mogelijke verandering aan te kondigen: het vooruitzicht van een aanzienlijke opkomst van de Arabische kiezers. Deze leidde tot ruzies in de regeringscoalitie – van Lieberman tot Lapid – tot steun van de anti-Netanyahu krant Yediot Aharonot en van sociale bewegingen. Et voila: ‘we kunnen Bibi tegenhouden’.
Maar vanaf het moment dat de dreiging merkbaar werd en de opiniepeilingen begonnen te schuiven, riep Bibi: “Ai! Gewalt. Links komt eraan!”. Zo herinnerde hij de Likud stam aan de traditionele haat tegen de Arbeiderspartij en de oeroude vrees voor de Arabieren. Op het laatste moment stormde hij vooruit, voor de eerste keer in zijn politieke loopbaan bevond Bibi zich een positie die hij altijd als de pest heeft trachten te mijden: Zuiver Rechts.
Politieke zelfmoord
Gebeurtenissen hebben hun eigen dynamiek. Hoe meer het Zionistische Kamp in de peilingen groeide, des te sterker nam de polarisatie toe en des te groter ‘de gok’. Netanyahu liet geen ruimte voor onzekerheid. Zijn verklaring dat er nooit een Palestijnse staat zou komen en de oproep aan de Likud stemmers zich naar de stembureaus te haasten, omdat de Arabieren daar in drommen naar toe kwamen, is politiek gezien zelfmoord, maar bood hem een adempauze. Als een resultaat van zijn walging van Links, schreeuwde zijn Likud basis weer de leuzen over een eenheidsregering met het Zionistische Kamp. Dit liet hem slechts de keuze voor een uitgesproken rechtse regering.
Het Witte Huis in Washington kwam met de rug tegen de muur staan. Obama wordt verondersteld Israël te steunen, terwijl de Israëlische regering afstand neemt van de komst van een Palestijnse staat en haar eerste man Netanyahu de Arabische burgers betitelt als een vijfde colonne die met de deelname aan de verkiezingen als een bedreiging gezien wordt. Dit herinnert Obama aan de donkere dagen in het Amerikaanse zuiden waar de Afro-Amerikanen geen stemrecht kenden. In feite heeft de Israëlische regering openlijk verklaard haar land naar het onbekende te leiden en bereid te zijn de gehele wereld tegen zich in te nemen – en doet dat ook.
Deze stellingen doken echter niet plotseling op in het eindspel van de verkiezingsrace. Zij kwamen niet uit wanhoop van een man vol vrees om zijn zetel te verliezen. De ‘natie-staat wet’ [de exclusief Joodse staat] die schaamteloos Arabische burgers discrimineert, was de oorzaak dat de regering zich ontbond en bepaalde de positie van Netanyahu om de Palestijnse Autoriteit niet als ‘partner in de vrede’ te erkennen. Dat bevatte weinig nieuws. Het was Bibi die de bevolking voortdurend vertelde dat opgeven van de bezette gebieden betekende dat deze snel in handen zouden vallen van Hamas en Isis.
Referendum over bezette gebieden
Het slappe gemompel van het Zionistische Kamp over deze kwestie maakt duidelijk dat er geen fundamentele verschillen zijn tussen Netanyahu en Herzog. De laatste houdt vast aan het standpunt van eindeloze onderhandelingen onder toezicht van de Verenigde Staten, zonder een overeenkomst te bereiken. Netanyahu ziet dat als een gevaarlijke tactiek die leidt tot ‘kruipende concessies’ zoals hij de Oslo akkoorden van 1993 noemde. In die zin waren de verkiezingen van 17 maart jongstleden een referendum over de toekomst van de bezette gebieden. De bevolking heeft gesproken en er is geen reden voor Bibi om te klagen.
Maar wij kunnen en moeten wel het Zionistische Kamp aanklagen. Evenals Meretz [seculiere partij die de ’twee staten oplossing’ voorstaat] en de gezamenlijke (Arabische) lijst die beide de fundamentele vraagstukken niet aan de orde stelden en zich beperkten tot de leuze “Alles behalve Bibi” en hem uiteindelijk in het zadel hielden. Wanneer Herzog belooft het woningprobleem op te lossen, zijn hoofddoel, en het vraagstuk van de bezette gebieden ontkent, waarom zouden we dan Bibi terechtwijzen?
Explosieve situatie
Israël heeft aan de rechterzijde geen alternatief, dus ligt de bal bij de Palestijnen. Als zij dachten dat Herzog en Zionistisch Links hen zouden redden en zouden vrijstellen van de nodige beslissingen, dan staan de Palestijnen met deze verkiezingen voor scherpe keuzes.
Inderdaad heeft het centrale comité van de PLO (ja, de PLO leeft nog, maar daar is alles mee gezegd) besloten de ‘coöperatieve veiligheid’ met Israël op te breken, maar inmiddels is duidelijk dat daar weinig effect van uitgaat. Deze samenwerking biedt immers Mahmoud Abbas [Abu Mazen, de president van de Palestijnse staat] en Fatah de mogelijkheid de ‘donorgelden’ veilig te stellen, tevens vormt ze een bescherming tegen een overname door Hamas. Iedereen weet dat deze situatie zal voortduren zolang de Palestijnse Autoriteit bestaat. De Palestijnse aanvraag tot toetreding tot het Internationaal Gerechtshof in Den Haag kan een bedreiging zijn voor Israël, maar draagt op geen enkele manier bij aan het einde van de Bezetting en de ontmanteling van de nederzettingen.
De komende regering streeft ernaar de woningbouw in ‘Area C’ [dat deel van de Westelijke Jordaanoever dat onder controle van Israël staat] uit te breiden en de Palestijnen toe te staan hun ‘eigen zaken’ in de overige gebieden te besturen. Dat de Palestijnse Autoriteit leeft van de gelden van donerende staten en belastingoverdrachten door Israël, maakt duidelijk dat al deze leiders niet bereid zullen zijn hun privileges op te geven. Ondertussen gaat de aderlating van de Gaza Strook door, ongeveer honderdduizend nieuwe vluchtelingen maakten een koude winter door in de opgekalefaterde omliggende gebieden. Zonder enige twijfel zal deze situatie spoedig een keer exploderen. Maar het enige waartoe de nieuwe regering bereid is, is een verlichting van de belegering.
Democratisch, Joods-Arabisch kamp
In dit licht kan de Palestijnse Autoriteit Israël beschuldigen van kolonialisme en racisme, maar deze uitleg van de verkiezingsresultaten is wat te eenvoudig. Het is waar dat Israël geleerd heeft met de Bezetting te leven – ‘als scherven in de kont’ zoals Bennett [tot voor kort minister van Economische Zaken, lid van de partij ‘Joods Huis’] zei: iets hindert ons soms, maar verhindert ons niet normaal te leven. Maar de Palestijnen dragen een deel van de smet van de verkiezingsresultaten, omdat zij zich ook in de bestaande situatie berust hebben.
De meer dan twintig jaar, waarin gelden vloeiden naar de Palestijnse Autoriteit en de verwante NGO’s heeft in Israël enige rust gebracht, terwijl het extremisme van Hamas de Israëlische kiezers naar Rechts heeft gedreven. Dus, tussen de berusting in de Bezetting aan de ene kant en de lege dreiging van de vernietiging van Israël aan de andere kant, zullen de Palestijnen Bibi toestaan te koersen naar een toekomstige overwinning.
Laat er geen misverstand ontstaan: het Internationale Gerechtshof en Obama zullen de Palestijnen niet te hulp schieten. Obama is bezig een alliantie te vormen met Iran, ten koste van de Syrische bevolking die een terreur ondergaan die veel groter is dan de Palestijnen. Obama zal zich dan ook zeker neerleggen bij de Bezetting. De relaties tussen de Verenigde Staten en Israël staan boven elke persoonlijke animositeit tussen de Israëlische premier en de Amerikaanse president. Politiek links in Israël is machteloos en de Israëlische natie denkt niet aan de toekomst, ze leeft slechts in het heden.
Daarom ligt een antwoord op Bibi en Israëlisch Rechts bij de Palestijnen. Ze moeten een einde maken aan hun feitelijke, stilzwijgende aanvaarding van de Bezetting. Als zij dat doen, zullen zij Links en de Arabische bevolking van Israël dwingen hun agenda te wijzigen en een democratisch, Joods-Arabisch kamp vormen dat alle voorrang geeft aan de beëindiging van de Bezetting en aan de totstandbrenging van de vrede. Slechts op deze manier zullen zij erin slagen Rechts te trotseren en diens huidige zege te degraderen tot een Pyrrusoverwinning.
Dit artikel verschenen op http://www.solidariteit.nl
en eerder op 21 maart 2015 bij Challenge: www.challenge-mag.com (klik op Daam Workers Party). Vertaling/bewerking, Hans Boot.