Speelende Syrische kinderen… De droom blijft.
Het Syrische revolutionaire proces blijft de bron van debatten en vragen met name voor links, terwijl de zogenaamde ‘vredesconferentie’ Genève 2 opnieuw is uitgesteld, nu tot 22 januari 2014.
De doelstellingen van Genève 2 zijn dezelfde als die van voorgaande ‘vredes’ conferenties voor Syrië: het bereiken van een akkoord tussen het regime van Assad en een deel van de burgerlijke opportunistische oppositie die banden heeft met het Westen en met de monarchieën in de Golf.
Maar deze keer is er een belangrijk verschil. De conferentie die in voorbereiding is, speelt zich af tegen de achtergrond van een toenadering tussen de VS en de Islamitische Republiek Iran over kernenergie. Dit versterkt de wil van beide regimes om, in hun eigen belang, een einde te maken aan het revolutionaire proces in Syrië. Tegelijkertijd heeft de Raad van Samenwerking van de Golf (CCG), bestaande uit Saoedi-Arabië, Koeweit, Qatar, Bahrein, de Arabische Emiraten en Oman, op 28 november 2013 een verklaring gepubliceerd waarin ze het belang benadrukt van het versterken van de internationale steun aan de Syrische oppositie, vertegenwoordigd door de Nationale Syrische Coalitie. Deze coalitie is voor de Golfstaten de enige legitieme vertegenwoordiger van de Syrische oppositie op een Genève 2 conferentie.
De toenadering tussen Iran en de VS toont opnieuw aan dat sommige linkse groepen het helemaal verkeerd hebben als ze Rusland en Iran voorstellen als een anti-imperialistisch blok. De verschillende mondiale imperialistische grootmachten en de regionale bourgeoisieën hebben een gemeenschappelijk belang bij de nederlaag van volksopstanden in de regio, zo ook in Syrië. De imperialistische wedijver op wereldvlak tussen de VS, China en Rusland kan wel overstegen worden als hun belangen op het spel staan en relaties van wederzijdse afhankelijkheid van reëel belang zijn. Het gaat om burgerlijke regimes die altijd de tegenstander zullen zijn van volksopstanden en revoluties, ze willen immers slechts een politiek stabiele omgeving waarin ze hun economische kapitaal kunnen accumuleren en hun politieke kapitaal kunnen ontwikkelen ten koste van de massa’s.
De revolutie is nog steeds levend
Zowel in het Westen als in het Midden-Oosten willen de media, de westerse en de regionale regeringen ons doen geloven dat de Syrische revolutie dood is en zich heeft omgevormd tot een sektarische oorlog of tot een krachtmeting tussen jihadisten en het regime van Assad. Het tegendeel is waar. In het binnenland blijven de revolutionairen betogen en zich organiseren tegen het regime en ook tegen de jihadistische groepen door oproepen voor democratie en voor de eenheid van het Syrische volk tegen elke sektarische verdeeldheid. De vastberadenheid van de revolutionairen kent geen grenzen zoals bijvoorbeeld in de stad Raqqa waar ze op de ruïnes van een gebouw dat ’s ochtends was gebombardeerd door vliegtuigen van het regime stonden te zingen als het uitdagen van en een verzetsdaad tegen het leger van Assad. Er worden nog steeds betogingen georganiseerd tegen de praktijken van de Islamitische Staat in Irak en Syrië (EIIS). Op spandoeken wordt de vrijlating van gevangenen van het EIIS in verschillende regio’s geëist: ‘wij veroordelen de ontvoeringen, de geheime processen, de folteringen in duistere gevangenissen omdat ze hetzelfde doen als het Assad regime.’
Op 13 oktober 2013 werd tijdens een vergadering in de stad Rihania aan de Turkse grens de Vrije Syrische Unie opgericht. Deze Unie bestaat uit ongeveer 106 groepen, militaire brigades, informatiegroepen en andere burgerinitiatieven. In de oprichtingstekst staat onder meer een oproep voor een vrij en democratisch Syrië waarin alle religieuze en etnische gemeenschappen gelijkwaardig zullen worden behandeld. Het activisme en de zelforganisatie spelen dus zeker nog een rol in het revolutionaire proces.
Militaire weerstand van het volk
Het gewapende volksverzet kampt met veel moeilijkheden. De belangrijkste is het militaire overwicht van het regime van Assad dat werd versterkt door de militaire, politieke en economische steun van Iran en Rusland en door de massale deelname aan de gevechten, aan de kant van het regime, van Hezbollah-militanten en sektarische Iraanse Chiïten. Dit militaire overwicht en deze buitenlandse hulp hebben het mogelijk gemaakt dat het regime verschillende regio’s en bevrijde gebieden heeft kunnen heroveren op de gewapende oppositie.
Ten tweede, het gebrek aan militaire, economische en politieke steun voor het Vrije Syrische Leger heeft geleid tot verzwakking en verdeeldheid. De oppositie zou momenteel meer dan duizend gewapende groepen omvatten, bestaande uit diverse allianties, afhankelijk van de regio’s en de verschillende lokale dynamiek. Het Vrije Syrische Leger is nog geen echte een gemaakte organisatie. Het is bovendien het doelwit van jihadisten en van islamitische groepen die officieren hebben gedood en brigades hebben aangevallen. Slechts ongeveer de helft van de 100.000 strijders van het gewapende verzet, zijn lid van het Vrije Syrische Leger. De rest bestaat uit het Islamitisch Front, opgericht in november met ongeveer 30.000 mannen, en daarnaast zijn er ongeveer 10.000 jihadisten, in meerderheid buitenlanders.
Het Islamitisch Front heeft afstand genomen van de Nationale Coalitie, dit is de oppositie in het buitenland, omdat die Coalitie weigerde meer jihadisten op te nemen in het militaire opperbevel onder leiding van brigadegeneraal Salim Idriss. Het Front zegt zich niet te verzetten tegen het Vrije Syrische Leger, ondanks de aanvallen op sommige groepen, en het heeft opgeroepen tot de oprichting van de Islamitische Staat in Syrië. Dit nieuwe Islamitisch Front krijgt financiële en politieke steun van de monarchieën in de Golf. Door massale financiële hulp konden die groepen nieuwe strijders aantrekken voor de oppositie, niet op basis van een religieus verhaal, maar vooral dankzij een veel betere militaire uitrusting en ook hogere lonen dan bij de brigades van het Vrije Syrische Leger dat gebrek heeft aan alles. We moeten dus niet automatisch alle strijders van het Islamitisch Front vereenzelvigen met de ideologie van hun reactionaire leiders.
Eenheid in actie op militair vlak tussen het Vrije Syrische Leger en het Islamitisch Front tegen het regime én tegen de jihadisten is geen probleem en zelfs echt noodzakelijk ter plekke. Maar dan zonder illusies te hebben over de groepen van het Islamitisch Front als het gaat over het verwezenlijken van de doelstellingen van de revolutie: democratie, sociale rechtvaardigheid en de scheiding van kerk en staat.
Besluit
Geen enkele regionale of internationale macht is een vriend van de Syrische revolutie, haar enige vrienden zijn de volksmassa’s die strijd voeren. In Syrië, zoals elders, is er geen enkele oplossing als democratische en sociale eisen niet worden gebundeld. Sociale eisen zijn met andere woorden niet te scheiden van de eisen voor democratie en zijn er ook niet aan ondergeschikt. Beide zijn onafscheidelijk en daarom weigert de volksbeweging in Syrië nog steeds elk initiatief dat het huidige regime met of zonder Bachar al Assad in stand wil houden want de bedoeling is dan een einde te maken aan het Syrische revolutionaire proces. Laten we het Syrische volk niet begraven, het heeft zeker nog niet zijn laatste woord gezegd…
Dit artikel verscheen eerder op ESSF . Nederlandse vertaling door redactie Grenzeloos.
Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden in het Grenzeloos geschrift Links en de Syrische revolutie .