De VS en Europa zijn druk doende vrijhandelsverdragen af te sluiten, zoals Hans Wetzels in extra 248-2 (20 april 2014) over de TTIP beschreef. En na de omwenteling in de Oekraïne lijkt de koude oorlog weer terug en daarmee de roep om de NAVO. In de Filipijnen doet zich een gelijksoortige situatie voor. Na een bezoek aan Nederland vloog de Amerikaanse president naar de Filipijnen. Daar lag een nieuw verdrag klaar dat het verblijf van Amerikaanse troepen aldaar uitbreidt, één uit een reeks dat dit eilandenrijk aan de VS bindt.
De basis van het hier volgende artikel legde Sonny Africa 1. Hij schrijft over de Amerikaanse militaire en economische belangen in de Filipijnen. Als opfrisser echter eerst een korte toelichting op de (historische) context van de relaties tussen de VS en China met de Filipijnen.
Protest tegen Amerikaanse troepen tijdens het bezoek van Obama aan Manila, 28/29 april 2014
Amerikaans/Filipijnse relatie
De Spaans/Amerikaanse oorlog was een conflict in 1898 dat voornamelijk om Cuba ging. De Amerikaanse vloot viel ook de Spaanse overzeese gebiedsdelen in de Stille Oceaan aan en vernietigde de verouderde vloot in de baai van Manilla. In het vredesverdrag van Parijs (1898) werden, na betaling van 20 miljoen dollar aan Spanje, de Filipijnen, Puerto Rico en Guam eigendom van de VS. In de Filipijnen bestond al een verzetsbeweging tegen Spanje en die zette haar activiteiten voort in de Filipijns/Amerikaanse oorlog van 1899 tot 1902. Slechte bewapening, gebrekkige training en verdeeldheid leidden tot een Amerikaanse overwinning. Het moslim gedeelte van Mindanao (onderdeel van het Sultanaat van Sulu) is nooit Spaans geweest. De Amerikanen veroverden dit gebied in een strijd van 1904 tot 1913. Amerikaanse firma’s zetten er plantages op met suikerrietarbeiders uit de Visayas (het middengedeelte van de Filipijnen). Het is nog steeds een conflictgebied. De VS hebben het onderwijssysteem en de organisatie van de overheid opgezet, waarbij de Filipijnen een beperkte zelfstandigheid kregen. De Engelse taal werd ingevoerd en is nog steeds een nationale voertaal (naast het kunstmatige Tagalog en vele lokale talen). Na de herovering op Japan werden de Filipijnen in 1946 formeel zelfstandig.
Chinees/Filipijnse relatie
Sinds de negende eeuw komen Chinezen regelmatig naar de Filipijnen, vormen gemeenschappen en mengen zich ook met de bevolking. De Spanjaarden maakten onderscheid tussen katholieke en niet-katholieke Chinezen en legden beperkingen op. In de negentiende eeuw vormden Chinese afstammelingen een middenklasse van handelaren en bestuurders. Veel negentiende-eeuwse verzetsleiders waren van Chinese afkomst en komen voor in het rijtje van nationale helden. De VS sloten Chinezen uit van belangrijke posities, maar Spaanse en Chinese ‘mestizo’s’ (gedeeltelijk van Filipijnse afkomst) vormden onder het Amerikaanse bewind een geschoolde elite. In de twintigste eeuw kwamen door de slechte omstandigheden veel Chinezen van het vaste land naar de Filipijnen. De dictator Marcos herzag de migratiewetten en maakte het voor Chinezen eenvoudiger Filipijns burger te worden, wat velen ook deden. Op dit moment is 1 procent van de bevolking Chinees en heeft 25 procent gedeeltelijk Chinese voorouders. Veel Chinezen zijn actief in de handel, maar zijn overal te vinden in de maatschappij en volledig geaccepteerd. De rijkste Filipino’s zijn van Chinese afkomst (Henry Si: 12 miljard, Lucio Tan: 7,5 miljard en Adrew Tan: 4,6 miljard dollar).
Kaart met claims op de Zuid Chinese Zee en aardgas/olieveldenEen bron van spanning is de Chinese claim op de Zuid Chinese Zee. Die bestaat al vanaf 1947, maar sinds kort doet China pogingen tot effectuering. Niet-Chinese vissers worden geweerd en eilandjes ingepikt. Ook de olie-exploratie wordt ter hand genomen. Dat leidt tot reacties, waaronder de onfortuinlijke aanval van een Filipijns marineschip op een Taiwanese vissersboot (met heftige reacties in Taiwan tegen Filipijnse gastarbeiders) en de recentelijke schermutselingen tussen Vietnam en China. Het bijgevoegde kaartje laat de conflicterende claims zien en de ligging van de olie- en gasvelden. De ontwikkelingen maken nationalistische gevoelens wakker en, gezien de armzalige toestand van het Filipijnse leger, een roep om Amerikaanse bijstand. Andere Filipino’s zijn juist bang meegesleurd te worden in Amerikaanse militaire avonturen.
Enhanced Defense Cooperation Agreement (EDCA)
Het nieuwe militaire verdrag heet het Enhanced Defense Cooperation Agreement (EDCA) of in vertaling: ‘de verbeterde militaire samenwerkingsovereenkomst’. De onderhandelingen startten in augustus 2013 en het verdrag is inmiddels afgesloten. Toestemming van het congres of de senaat was niet nodig, wel is het mogelijk bezwaar in te dienen bij het hooggerechtshof, indien het verdrag ongrondwettelijk is. Dat zal zeker gebeuren. De grotere militaire aanwezigheid van de VS wordt volledig gesteund door de Aquino regering, maar de grondwet verbiedt militaire basissen en kernwapens in het land, terwijl er ook problemen zijn met de soevereiniteit. Tot nu toe is daar omheen gewerkt door te spreken over troepen die slechts op bezoek zijn, maar het nieuwe verdrag gaat duidelijk verder. In de publieke opinie spelen onbestrafte excessen (verkrachtingen) door Amerikaanse militairen een rol.
Het verdrag past in de kantelende Amerikaanse militaire strategie vanwege het toenemende economische en geopolitieke belang van de Aziatische Pacific regio. 2 De regio heeft zeven van de tien grootste staande legers, vijf van de acht kernmachten en vier landen met een grote en moderne vloot. De VS zijn bezorgd over de toenemende militaire macht van China, dat ondertussen ook de tweede economie van de wereld is en maar doorgroeit.
De eeuw van de Pacific
De Aziatische Pacific heeft zich ontwikkeld tot een economisch belangrijke regio, met de meest bevolkte landen en drie grote economieën. Een derde van de wereld bulkvracht en twee derde van de olie worden er vervoerd. Negen van de tien grootste havens zijn er te vinden. 3 Het vrachtvervoer is groter dan over de Atlantische Oceaan. De regio zal tot 2030 vermoedelijk 40 tot 50 percent bijdragen aan de globale groei. De VS hebben een belangrijk aandeel en zijn de grootste buitenlandse investeerder met 651 miljard dollar in 2012. Dat zijn objectieve redenen voor de toenemende aandacht van de VS voor de regio. Het Pentagon heeft aangekondigd dat in 2020 van zijn overzeese marine en luchtmacht 60 procent in de regio zal zijn. Samen beschikken ze over carrier strike groups (vliegdekschip, kruiser, fregatten en torpedobootjagers), duikboten, straaljagers en bommenwerpers en laten hun invloed gelden tot in de Indische Oceaan. De Filipijnen liggen op een strategische locatie, de afstand tot ieder punt in Oost-Azië is vijf maal korter dan die van het Amerikaanse vasteland.
Militaire toepassingen
In dit kader biedt de nieuwe overeenkomst de VS de mogelijkheid meer militairen en materiaal naar de Filipijnen te brengen, basissen in te richten en gebruik te maken van de Filipijnse infrastructuur. De operationele reikwijdte wordt vergroot. Deze uitgebreide en meer continue militarisering krijgt een mooie verpakking: de troepen kunnen sneller hulp bieden in geval van calamiteiten, zoals de supertyfoon Haiyan (Yolanda). Maar die argumentatie is duidelijk een schaamlap voor de militaire toepassingen. De militaire toepassingen zijn er op dit moment al. Ongeveer 500 tot 1.000 militairen zijn sinds januari 2002 actief op het zuidelijke eiland Mindanao. Dit zijn speciale eenheden die samen met Filipijnse troepen optreden in het kader van Operation Enduring Freedom Philippines, een eindeloze strijd tegen moslimgroepen. De overige 6.500 soldaten komen jaarlijks om op diverse plaatsen te oefenen. De Filipijnse regering ziet een rol voor de Amerikanen in het conflict met China over de Zuid Chinese zee en verdedigt hiermee de afgesloten overeenkomst.
De Filipijnen zijn waarschijnlijk een belangrijke ingang voor de veranderende Amerikaanse prioriteiten. Het grootste aantal Amerikaanse militairen in de regio bevindt zich in Japan, gevolgd door de Filipijnen. De Filipijnse overheid is op Amerikaanse leest geschoeid, terwijl de regering trouw het Amerikaanse beleid volgt. Daarbij komt dat de Filipijnen de meeste Amerikaanse ontwikkelingshulp in de regio ontvangen: 1,5 miljard dollar van 2005-2014, waarvan 521 miljoen voor militaire en veiligheidshulp. Dit ondanks de mensenrechtenschendingen waaraan het Filipijnse leger en gehuurde of gesteunde milities zich schuldig maken. Het geld vloeit rijkelijker sinds the War on Terrorism van Bush (2001), waarbij de Filipijnen deel uitmaken van het strijdtoneel. Sinds 2003 hebben de Filipijnen de status van belangrijke niet-NAVO bondgenoot.
De Amerikaanse invloed op de Filipijnse economie
De bemoeienis van de VS met de binnenlandse aangelegenheden van de Filipijnen gaat verder dan de militaire. Van juni 1998 tot september 2001 hebben de VS rechtstreeks het economische beleid opgezet via het project Accelerating Growth Investment and Liberalization with Equity (‘bevordering van investeringsgroei en liberalisatie door eigen vermogen’). Met elf kantoren in de belangrijkste (semi)overheidsbureaus zijn tenminste tien belangrijke financiële wetten gefabriceerd. Het vervolg was het vierjarige The Arangkada Philippines Project (‘versnel de ontwikkeling van de Filipijnen’). De aanbevelingen zijn in 2010 gepubliceerd en de gezamenlijke kamers van koophandel zijn bezig met de uitvoering. De hoofdlijn is meer liberalisatie en daardoor meer directe buitenlandse investeringen. Zo kent de Filipijnse grondwet van 1987 diverse nationalistische beperkingen voor buitenlandse investeerders. In het project worden methoden ontwikkeld om de beperkingen te omzeilen en voorstellen om ze aan te passen of zelfs te verwijderen.
Dit is geen cartoon, maar een samenvatting van Arangkada Philippines 2010. FDI: Foreign Direct Investments, BPO: Business Process Outsourcing, www.investphilippines.info/arangkada/executive-summary.
Parallel aan dit projecten loopt het Partnership for Growth. De Filipijnen vormen één van de vier landen, waarmee de VS dit samenwerkingsverband zijn aangegaan (de andere zijn El Salvador, Ghana en Tanzania). De VS en de Filipijnen analyseren vermeende hindernissen voor de groei, ontwerpen economische regelgeving en voeren die gezamenlijk in. Daarbij hoort een aanpassing van de Filipijnse grondwet die door de VS gezien worden als ‘investeerders onvriendelijk’ en de deelname aan het door de VS geleide Trans-Pacific Partnership (TTP), een multilateraal handelsverdrag. Dat is vergelijkbaar met het TTIP-verdrag dat Europa en de VS dreigen af te sluiten.
Naast economische inmenging ondersteunen de VS democratische processen, zoals verkiezingen, anti corruptie aanpassingen, ‘good governance’ praktijken, justitie, handhaving en decentralisatie. De bijdragen van USAID voor deze activiteiten lopen via stichtingen (USAID: United States Agency for International Development).
Een nieuw koloniaal tijdperk in een liberaal jasje?
De Filipijnen waren van 1898 tot 1946 een kolonie van de VS. Slechts een korte periode na 1992 zijn de militaire basissen gesloten en leek het alsof het land zich kon ontdoen van zijn koloniale banden. De afgelopen jaren onder de neoliberale Aquino regering laten een terugkeer naar neokoloniale verhoudingen zien, met de daarbij behorende onderschikking, blijvende armoede en ongelijke ontwikkeling. De banden worden weer aangehaald.
Noten:
1 Sonny Africa, US-PH Relations: Reinforcing colonial ties, IBON April 2014, www.ibon.org/ibon_features.php?id=387
2 Aziatische Stille Oceaan, Engelse term Asia-Pacific.
3 Van 1 tot 10 in 2011: Shanghai (China), Ningbo-Zhoushan (China), Singapore (Singapore), Rotterdam (Nederland), Tianjin (China), Guangzhou (China), Qingdao (China), Hong Kong (China) en Busan (Zuid Korea) www.marineinsight.com/marine/top-10-biggest-ports-in-the-world-in-2011
Dit artikel verscheen eerder op solidariteit.nl