Op de website van beeldend kunstenaar Dirk Schellekens staat een intrigerend bericht: “In tijden waar landen zo klein mogelijk proberen te worden, vonden kunstenaars Dirk Schellekens en Bart Peleman een handig uitklapbaar model uit, waar het gras veel groener is dan op een ander. Op 23 mei om 12 uur kwamen zij begeleid door Anna Roza Holvoet op klarinet aan in Antwerpen en klapten ze hun mobiel land voor de eerste maal uit. Op de tonen van de door Helmut Lotti ter plaatse gezongen hymne van de hand van Raymond van het Groenewoud werd de atypische vlag (ontworpen door Elisabeth Roggeman) gehesen aan een uitvouwbare mast. Dichter van Broosistan Peter Holvoet-Hanssen declameerde hierna enkele gedichten over Broosistan. En dan mochten de massaal opgekomen bezoekers eindelijk de groene vlakte van Broosistan betreden…”(1)
We hebben de beelden bekeken, we hebben de hymne beluisterd en we hebben Holvoet-Hanssen weer eens in zijn gewone doen gezien. En we hebben vooral gezien dat het goed was, hartverwarmend goed!
Wat Dirk Schellekens, Bart Peleman & C° daar met Broosistan deden, maakt deel uit van een lange traditie. Die begon misschien wel wanneer William Morris in de XIXde eeuw ambachtslui en kunstenaars samenbracht om boeken, behangselpapier, glas in lood en tapijjten te ontwerpen en te produceren. Kunstenaars moesten zich in de visie van Morris niet onledig houden met het vereeuwigen van de machtigen en de rijken. Ze moesten zich verenigen om mooie voorwerpen voor het volk te maken. De ateliers van Morris, Marshall, Faulkner & C° waren dan ook niet alleen indrukwekkend omwille van de merkwaardige productie die er gerealiseerd werd, ze waren ook een indrukwekkende politieke daad.
Morris was een voorloper. Wat in zijn tijd nog niet mogelijk bleek, is dat gaandeweg wel geworden. De maatschappij evolueerde in een richting waarin kunstwerken almaar gemakkelijker gereproduceerd konden worden. De aura waarmee het eertijds unieke kunstwerk omgeven was vervaagde, linkse kunstenaars verkregen hoe langer hoe meer technische mogelijkheden om het keurslijf van het kapitalisme te ontwijken. Mocht hij nog leven, dan zou de filosoof Walter Benjamin vandaag zien dat hij in almaar toenemende mate gelijk aan ’t krijgen is.(2)
Uiteraard bestaan er nog altijd kunstenaars die, als waren ze superindividualisten, zichzelf op geniale wijze uitdrukken in werken die vervolgens beoordeeld en gekocht worden door een elite van critici, galeriehouders en verzamelaars. Maar er is, vertrekkend van William Morris, in de kunst ook een linkerzijde gegroeid van artiesten die grote waarde hechten aan begrippen als collectiviteit en gemeenschap, en die zoeken naar mogelijkheden om hun productie buiten ‘het circuit’ te verspreiden.
In mei 1968 bezetten studenten en docenten in Parijs hun Êcole des Beaux Arts en richtten er hun atelier populaire op waarin de bekende affiches van Mei 68 geproduceerd werden. De ontwerpen werden ter goedkeuring voorgelegd op algemene vergaderingen. Groepswerk was er eerder ook in het surrealisme en in Provo met de legendarische happenings; later bijvoorbeeld ook in het AIDS Memorial Quilt, waarbij ter herinnering aan overleden aidsslachtoffers een enorme lappendeken gemaakt werd, waarvan het gewicht uiteindelijk op 54 ton geschat wordt en dat wellicht het grootste stuk gemeenschappelijke volkskunst ― op ’t internet bekend als community art ― ter wereld is.
Broosistan is uitgevoerd in materialen die in de Brico gekocht kunnen worden, kunstgras, spaanderplaat… Ook daarmee volgen deze kunstenaars een lange traditie. Michelangelo Pistoletto heeft vodden gebruikt, Alghiero Boetti heeft een monumentale toren uit golfkarton gebouwd…
En telkens het land Broosistan ergens ontplooid wordt, zal ik denken aan de situationisten die destijds door Parijs dwaalden en elkaar via walkie talkies meldden hoe daardoor situaties ontstonden.
Allez, om een lang verhaal kort te maken, Broosistan is net wat we vandaag nodig hadden. Misschien past het wel om nu ook een idee van Ernesto Che Guevara in te palmen: schep twee, drie… vele Broosistans!
Noten:
1) http://www.dirkschellekens.com/?page_id=393
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter .