Dit stukje had ook wel Over Moby Dick IV kunnen heten, want het volgt op drie delen die ik eerder al over dat boek schreef en die je hier, daar en ginder terug kunt vinden. Nu wilde ik het over een toch wel heel merkwaardige interpretatie van dat boek hebben. Die vond ik in een essay (*) van ene CLR James. Maar terwijl ik dat aan ’t lezen was begreep ik dat het maar moeilijk te begrijpen zou zijn voor wie de mens niet kende. Dus moest ik hem eerst voorstellen en die introductie werd zo lang dat ik een andere titel boven dit stuk moest plakken. Die auteur was namelijk een linkse activist die zich in het trotskisme ophield. Over dat trotskisme had ik al veel geschreven, je moet, rechts onder het vakje labels, maar eens dat woord aanklikken om daar een en ander over terug te vinden. Feit is dat je dat trotskisme veel kunt verwijten, maar niet dat het een tekort aan kleurrijke personages voortgebracht heeft. Cyril Lionel Robert James was er een van.
Geboren in Trinidad, in een inheems onderwijzersgezin, werd hij een jongen die veel las en veel aan sport deed, dat laatste vooral op het cricketveld achter de deur. Die combinatie bepaalde zijn leven. Hij won een studiebeurs, werd leraar, schrijver en… sportjournalist. Dat laatste bracht hem in 1933 naar Engeland waar hij de cricketverslaggeving in kranten verzorgde. CLR James zou trouwens heel zijn leven een betaalde cricketreporter blijven, een unicum in de trotskistische beweging. De veteranen van die strekking herinneren zich hem daardoor goed, zoals ook uit dit filmpje blijkt.
Na voorgaande zinnen begrijp je dat hij ook nog iets anders deed dan sportwedstrijden verslaan. In Engeland was hij lid geworden van de Independent Labour Party (ILP), een kleine linkse partij waarin de trotskisten actief waren. Daarover zegt hij zelf: ‘De trotskistische groep waarmee ik geassocieerd werd, telde nooit meer dan 35 mensen. Veelal zelfs minder dan de helft daarvan.’ In 1936 verlieten ze die ILP, fuseerden met andere groepjes en vormden de Revolutionary Socialist League. Hij publiceerde intussen zowel fictie als non-fictie, werd redacteur van International African Opinion en van het trotskistische Fight. In 1939 nodigden de Amerikaanse geestesgenoten van de Socialist Workers Party (SWP) hem uit om het zwarte verzet over de plas mee te helpen organiseren.
Al wat hierboven staat is voor de lezers van De Laatste Vuurtorenwachter nog wel te begrijpen, maar vanaf hier wordt het voer voor specialisten, waar ik, zelf geen specialist zijnde, in een boog omheen probeer te fietsen. Vanaf 1940 verwerpen veel trotskisten namelijk Trotski’s visie op de aard van de Sovjet-Unie. Ik bespaar u de finesses, maar weet dat het trotskisme op dat moment, met veel over en weer gescheld, in stukken & brokken uiteenvalt. James (in de SWP bekend onder het pseudoniem Johnson) vormt met Raya Dunayevskaya (pseudoniem Forest) de Johnson-Forest Tendency die vanaf 1949 ook de idee van een voorhoedepartij verwerpt en daarmee het trotskisme. Tegen die tijd woedt het beruchte Mccarthisme in de USA, een heksenjacht op linkse medemensen, en in 1953 wordt CLR James, trotskist of geen trotskist, het land uitgezet. Voorafgaand wordt hij lange tijd op Ellis Island opgesloten waar hij het boek schrijft ik zojuist dichtgeklapt heb. Daarmee is ’s mans leven verre van af (meer erover vind je hier) maar bovenstaande volstaat om zijn visie op Moby Dick te begrijpen. Hoe die eruitziet beschrijf ik in een volgend stukje (Over Moby Dick IV), maar nu nog niet, want mijn vriendin wacht ongeduldig op me om naar Parijs te vertrekken. Ohlala.
(*) CLR James. Mariners, Renegates & Castaways, The Story of Herman Melville and the World We Live In. 1953. Nieuwe uitgave (2001). Uitg.: Dartmouth College Press. ISBN13: 978-1-58465-094-2. 182 ps. € 23,95.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter