Er werd onlangs in de media nogal wat aandacht besteed aan problemen rond Diabolo, het project waarmee de luchthaven van Zaventem sinds juni 2012 vlot bereikbaar gemaakt werd via het spoor. “Wurgcontract voor Diabolo kan NMBS 1 miljard kosten”, luidde het in De Morgen, voor De Tijd “rijden de Diabolo-treinen vierkant”, terwijl Het Laatste Nieuws de “Diabolo-flop” linkt aan het “Fyra-debacle”.
Diabolo
De naam van het project is alvast goed gekozen. Er zit iets duivels in de hardnekkigheid waarmee de overheid zich in gewaagde juridisch-financiële constructies stort met private bedrijven via een zogenaamd publiek-private samenwerking of PPS. Voor de realisatie van de rechtstreekse spoorverbinding tussen Antwerpen en de luchthaven werd een dergelijke PPS opgezet tussen Infrabel, de publieke beheerder van de spoorinfrastructuur, en het NV Northern Diabolo.
In een propagandabrochure van de Vlaamse overheid (‘Samen publiek-privaat, 2012) lezen we: “Het Diabolo-project van Infrabel vergde drie jaar onderhandelingswerk en was uiterst complex, niet in het minst op wetgevend, juridisch en fiscaal vlak”.
Wat leverden drie jaar “onderhandelen” op? De privé investeerde 290 miljoen; daar staat tegenover dat Infrabel gedurende 35 (vijfendertig) jaar, tot in 2047, jaarlijks een (geïndexeerd) bedrag van 90 (negentig) miljoen aan Diabolo verschuldigd is. Daar bovenop komt de toeslag van momenteel 4,44 € die elke treinreiziger naar de luchthaven (op een aantal uitzonderingen na) moet betalen bovenop zijn normaal ticket naar Diabolo. Het aantal reizigers beantwoordt niet aan de verwachtingen, en daar draait de ‘Diabolo-flop’ nu rond, maar met ongeveer 3,6 miljoen toeslagbetalers per jaar komt men ook al aan 16 miljoen €.
En dan is er nog een derde puntje in het contract waarover drie jaar onderhandeld werd: de privépartner krijgt ook nog 0,5% van de inkomsten van de NMBS uit het binnenlands vervoer, ook als Zaventem daar in de verste verte niet aan te pas komt.
“Dit laatste gebeurt vanuit de redenering dat het spoorproject ten goede zal komen van het reizigersvervoer per spoor in gans België“, staat er in de Vlaamse propagandabrochure. Een conservatieve schatting geeft voor deze derde bron van Diabolo-inkomsten 3 miljoen €, wat het totaal op minstens 109 miljoen € brengt.
Maar de privépartner draagt het bouw- en vraagrisico, zullen de ingewijden opmerken. Men onderhandelt echter niet drie jaar voor niets! Het contract bevat doelstellingen qua reizigersaantallen, en als die niet worden gehaald (het vraagrisico…) kan de privépartner compensaties eisen.
“Als de reizigersaantallen twee opeenvolgende semesters onder de 85 procent van de prognose blijven, kan de privépartner de NMBS verplichten om de reizigerstol te verhogen. Vandaag is dat 4,44 euro per persoon. Mogelijk wordt dat vanaf volgend jaar 5 euro per persoon“, aldus De Morgen.
Erger nog: als 75 procent van de prognose niet wordt gehaald kan de privépartner de concessie opzeggen en zou Infrabel de investeringskost moeten overnemen. Volgens het Rekenhof dreigt de factuur voor Infrabel dan op te lopen tot 1 miljard €.
November 2005: een ervaringsdeskundige waarschuwt
Maandag 14 november 2005, Kamercommissie voor de infrastructuur, het verkeer en de overheidsbedrijven. Carl Devlies, volksvertegenwoordiger voor de CD&V, stelt een vraag aan staatssecretaris voor overheidsbedrijven Bruno Tuybens (sp.a) over het Diabolo-project: “Men schijnt voor een PPS te opteren. Die keuze zou wel eens voor een flinke vertraging kunnen zorgen. Bovendien vrees ik voor hogere kosten, want de privé-investeerder zal zeker een gewaarborgde opbrengst vragen. In feite komt de privé-inbreng dan neer op een dure lening, veel duurder dan een gewone lening.”
Antwoord van de staatssecretaris: gegarandeerde inkomsten, geen sprake van, de privépartner zal het bouwrisico en een deel van het vraagrisico dragen. “PPS is dus geen dure lening”, antwoordt de sociaaldemocraat aan de christendemocraat. Devlies is toch niet gerustgesteld, en “hoopt dat men te gelegener tijd de kostprijs van PPS en de klassieke formule vergelijkt”. lezer is misschien verbaasd dat een CD&V-volksvertegenwoordiger nogal kritisch uit de hoek komt over PPS, een “moderne” aanpak waar alle partijen voor gewonnen zijn. Maar het is vrij zeker dat de schrijver van deze lijnen destijds nog verbaasder was toen hij het verslag van de Kamercommissie voor het eerst onder ogen kreeg. De reden is de volgende…
In april 2005 brachten Pol Van Camp en ikzelf in het kader van een Attac-initiatief een goed gedocumenteerde brochure (1) uit over een PPS-project, Sportplaza, waarmee de Stad Leuven haar nieuw zwembad en sportzaal realiseerde. We konden overtuigend aantonen dat de PPS-formule financieel zeer nadelig was voor de Stad. Er was voor PPS gekozen om de financiële lasten voor de stad te verlagen. Maar eenmaal de offertes binnenkwamen, bleek het laagste bod stukken hoger dan de stedelijke ramingen. Men kwam er dan achter dat de stad zelf veel goedkoper kon lenen dan de privépartner.
Geen nood: de stad ging dan zelf de leningen aan, maar wel om een project te realiseren dat op maat van de privépartner gesneden was, met horeca, fitness, tropisch bad… Ook op sociaal, ecologisch en democratisch vlak vond onze studie niets dan nadelen in de PPS-formule. Om maar iets te noemen: de juridisch-financiële constructie is zo ingewikkeld dat gemeenteraadsleden alleen konden afwachten en hopen dat de (rijk betaalde) externe experts de beste keuzes maakten voor de overheid. Net zoals nu bij Diabolo zijn ganse stukken van het dossier ontoegankelijk voor het publiek wegens de zakenbelangen van de privépartners. Ook toen we meer info vroegen bij een sp.a-schepen leerden we dat “die bruggepensioneerden veel te veel tijd hebben om hun neus in allerlei dingen te steken” …
Toch konden we met Attac en ACV-Leuven de verantwoordelijke schepen tot een publiek debat bewegen over de zaak (19 april 2005, de datum is niet onbelangrijk). Er was immers in ruimere kring ongerustheid over de (weldra waar gebleken) geruchten dat een klein openbaar zwembad in de deelgemeente Heverlee, volop gebruikt door een vlakbij gelegen school met o.a. gehandicapte kinderen, zou gesloten worden nu er toch een groot complex was, ook in andere scholen vroeg men zich af hoe de bussen zouden betaald worden om naar Sportplaza te gaan zwemmen. Over het splinternieuwe complex waren ook heel wat klachten over tarieven, openingstijden, netheid, … en dit op een goed jaar van de gemeenteraadsverkiezingen.
Een debat dus met de schepen die zowel financiën als sport onder zijn bevoegdheid had, en in de gemeenteraadszittingen van de voorafgaande jaren uitbundig de “financieel zeer interessante operatie”(sic) had verdedigd. Die schepen was niemand minder dan … Carl Devlies, de PPS-criticus van de Kamercommissie van 14 november 2005! Maar in april 2005 heette Paulus nog Saulus, en verdedigde hij met vuur “zijn” Sportplaza tegen de andersglobalistische criticasters. En waar financiële argumenten tekort schoten, konden de opgetrommelde sportclubvoorzitters getuigen van de fantastische nieuwe infrastructuur.
Het is nochtans zeer waarschijnlijk dat de schepen ten tijde van het debat al wist dat er stront aan de knikker was. Drie maanden later raakte bekend dat de Nederlandse privépartner Sportfondsen zich wou terugtrekken wegens tegenvallende resultaten, en dit gebeurde effectief in 2006. Omdat de naam Sportplaza het eigendom was van deze partner, moest ook deze veranderen, en het werd Sportoase… Maar de oase moest regelmatig besproeid worden met overheidsgeld en toegevingen van de kant van de Stad, alhoewel dat geen contractuele verplichting was.
In onze analyse hadden we geschreven: Het risico is dus dat de Stad een soort gijzelaar wordt van de private partner, en in het geval van tegenvallende resultaten zich verplicht ziet voor de verliezen in te springen.” Een juiste inschatting, alleen hadden we niet gedacht dat deze zo vlug zou bevestigd worden.
Het mechanisme waarmee de overheidspartner gegijzeld wordt is vrij simpel. Zie je een Stad of Gemeente al een bordje ophangen: “Gesloten wegens terugtrekking van de private partner?” Wat met de zwemlessen van de scholen? En de sportclubs die zo ’n trouw kiezerspubliek uitmaken voor de schepen van sport ? Zie je een overheid al publiek mea culpa slaan omdat ze de foute beslissingen nam? Het is veel aannemelijker dat men met geld over de brug komt en dat soort blaam vermijdt. Het risico dat de privépartner draagt in een PPS is grotendeels theorie.
Wat de Diabolo-perikelen betreft, is het trouwens nog de vraag in hoeverre dit geen operatie is om de reizigerstoeslag te verhogen en bijkomende eisen te stellen aan Infrabel. “We hebben er alle vertrouwen in dat het een goede investering is, we moeten de rendabiliteit bekijken over een periode van 35 jaar”, aldus managing director Hofstee van Northern Diabolo. Hoe de vork in de steel zit zullen we wel niet aan de weet komen, want zowel bij de NMBS als bij Northern Diabolo zijn de meeste cijfers “confidentieel”.
Hoeveel ezels zullen zich nog stoten aan deze steen?
Het verhaal met schepen-volksvertegenwoordiger Devlies heeft iets surrealistisch. Moeten politici dan eerst aan den lijve ondervinden dat PPS een echte pak-de-poen-show is voor private ondernemingen alvorens de conclusie te trekken dat de formule niet deugt? Het is zeker zo dat de neoliberale ideologie een positief kader schept voor PPS. “PPS levert niet alleen sterke resultaten, maar is ook een mooie filosofische gedachte”, schrijft Vlaams minister-president Kris Peeters in het voorwoord van de reeds vermelde propagandabrochure.
PPS leidde al minstens voor een deel tot privatisering, en leidde er in Leuven bijvoorbeeld toe dat het personeel van het sportcomplex niet langer gemeentepersoneel is, ook dat past in het neoliberale kader.
Maar er is een nog sterkere stimulans: de Europese Unie. Sinds de “Maastrichtnormen” zijn de overheidsuitgaven in toenemende mate in het vizier gekomen van de EU, begrotingstekorten (van de verschillende overheden) moeten onder de 3% (en met het begrotingsverdrag zelfs ‘structureel’ naar nul), overheidsschulden moeten onder de 60%.
Maar het “goede” nieuws is dat schulden aangegaan in een PPS-kader onder zeer ruime voorwaarden niet meetellen voor de overheidsschuld! (dit is niet eens een beslissing van de Europese Commissie, van het Parlement of de Raad, maar van het statistisch agentschap Eurostat!) Als dat geen aanmoediging is om met de privésector in zee te gaan! Bovendien staan de Europese subsidies voor milieu- en sportinfrastructuur ook ter beschikking van PPS-projecten. Er zit dus wel een rationele, zij het perverse, kern in de toenemende liefde van politici voor PPS. De ezels stoten zich bewust aan dezelfde steen…
Noot:
1) Zwemmen in Leuven: Publieke last … private lust? (april 2005). De volledige brochure kan hier gedownload worden.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers .