Nabil Ben Yadir is misschien wel de belangrijkste geëngageerde Belgische artiest van de voorbije jaren. In 2009 maakte hij Les Barons, een succesvol debuut over de problematiek van jongerenwerkloosheid in de volkse Brusselse gemeente Molenbeek. In 2013 volgde La Marche, een historische film over de Franse Marche pour l’égalité et contre le racisme van 1983, de eerste grote antiracistische sociale beweging in West-Europa sinds de opkomst van extreemrechts in de jaren 1980.
Met Dode Hoek trekt Ben Yadir de lijn van zijn antiracistisch engagement door. Ditmaal draaide de Franstalige Molenbekenaar een Vlaamse actiethriller met een politieke insteek. De protagonist van de fictie is de Antwerpse politiecommissaris Jan Verbeek (gespeeld door Peter Van den Begin) die de overstap maakt van het politiekorps naar de politiek. De carrière-switch van het hoofdpersonage geeft Ben Yadir de mogelijkheid om het te hebben over politiegeweld en, meer nog, over rechts populisme en het securitair en racistisch politiek klimaat.
Als politiebaas schrikt Verbeek er niet voor terug om de meest essentiële mensenrechten op te heffen om het Antwerps drugsmilieu efficiënt aan te pakken. De camera in de verhoorkamer werkt niet en verdachten worden gefolterd of standrechtelijk geëxecuteerd. Met zijn nieuwe functie als parlementslid en mogelijk minister wil Verbeek zijn handelswijzen in wetten gieten. Verbeeks praktijken zijn behalve gewelddadig en illegaal eveneens racistisch en seksistisch. De man maakt graag ‘grapjes’ over Marokkanen, Walen (de film speelt zich deels af in Charleroi) en vrouwen. Wanneer hij wordt aangesproken op zijn racisme, weerlegt hij dit door te stellen dat zijn beste man van Marokkaanse afkomst is. Het is één van de vele extreem-rechtse one-liners die Verbeek met gemak uit zijn hoed tovert en waarmee hij zijn politieke carrière wil vorm geven.
Fictie of realiteit?
Ben Yadir benadrukt dat zijn film fictief is en het niet heeft over een politieke partij in het bijzonder. Deze duiding door de regisseur is opmerkelijk want in filmbesprekingen lezen we dat de fictieve “Vlaamse Partij voor de Veiligheid” (VPV) het Vlaams Blok zou zijn. Ben Yadir stelt zelf dat dit niet zo is en dat het racistische en securitaire populisme vandaag overal in de Europese politiek opduikt.
In een interview met Bruzz zegt de cineast over het Vlaams Blok dat “hun discours waarbij ze verschrikkelijke dingen met een glimlach zeiden, daar kreeg je schrik van. Het probleem is dat dit soort discours nu niet meer voor angst zorgt. Men is het normaal gaan vinden.” De laatste scène van de film lijkt in die zin te onthullen dat de film eigenlijk eerder over de huidige N-VA gaat: de vrijheid beperkende “Wet Verbeek” die met een grote meerderheid in het parlement wordt goedgekeurd, lijkt verdacht veel op de politieke consensus waarmee de antiterreurmaatregelen van Jan Jambon en de regering-Michel in juli 2015 werden aangenomen.
Hoewel de regisseur met geen woord wil reppen over waargebeurde feiten die de film inspireerden, is het moeilijk te geloven dat de vele gelijkenissen met waargebeurde episodes uit de recente Belgische geschiedenis toevallig zijn. Behalve de genoemde “Wet Verbeek” kunnen we verwijzen naar de gewelddadige en racistische werkwijze van de (niet toevallig Antwerpse?) politie die haar inspiratie lijkt te vinden in de veelvuldige en aanslepende problemen van racisme binnen het Antwerpse korps en in gewelddadige gebeurtenissen zoals de moord op Jonathan Jacob in zijn cel in 2010; de inval bij een vermeende drugsbende in Charleroi met standrechtelijke executies van de verdachten lijkt dan weer op de uitschakeling van twee terreurverdachten in Verviers in januari 2015; de overstap van politiecommissaris Verbeek naar de politiek lijkt geïnspireerd op die van de Schaarbeekse korpschef Johan Demol op het einde van de jaren 1990; en zo zijn er nog enkele parallellen te vinden.
Maar eigenlijk doen al deze elementen er niet zozeer toe: zoals Ben Yadir zelf aangeeft, is de politieke achtergrond van zijn thriller een schets van het huidig politiek klimaat in Europa waarbij extreemrechts populisme de kiezers weet aan te spreken met sloganeske taal en waarbij harde islamofobie steeds meer genormaliseerd geraakt. “Ik ben pessimistisch en ga dat niet verstoppen”, besluit de jonge Brusselse regisseur in een periode waarin de racistische Donald Trump president werd van de Verenigde Staten, Marine Le Pen op kop staat in de peilingen voor de Franse presidentsverkiezingen en in eigen land de N-VA regeert.