Het Grieks regeringsprogramma strijkt tegen de haren van het Europese beest in, en daarbij wordt vooral uitgekeken naar de reacties in Duitsland. Immers, weinig gebeurt in de Europese Unie tegen de zin van de Duitse regering. Men kon dus met enige nieuwsgierigheid uitkijken naar het conclaaf (‘Jahresauftaktklausur‘, 8-9 februari) van de SPD-vertegenwoordigers in de Bundestag, een bijeenkomst waarop de sociaaldemocratische regeringspartner zijn jaarprogramma voorbereidt. Een gebeurtenis met enige allure, want naast SPD-lid en europarlementsvoorzitter Schulz beklommen ook NATO-baas Stoltenberg en de voorzitter van de Europese Commissie Juncker er het spreekgestoelte.
Op dit conclaaf ging het vooral over de Duitse arbeidsmarkt. Er was veel sprake over de noodzaak om hooggekwalificeerde migranten aan te trekken voor de Duitse arbeidsmarkt (wat als antwoord moest dienen op de anti-islambeweging Pegida). Ook over de verzoening arbeid en gezin (“Familien sind das Rückgrat unserer Gesellschaft’”. Internationaal pleit de SPD voor tolerantie na de moordaanslagen op Charlie Hebdo, en staat ze achter Merkels verzet tegen wapenleveringen aan Oekraïne. Maar standpunten over de toestand in Europa, en in het bijzonder de Griekse vraag naar een werkbaar compromis, kwamen alleen marginaal aan bod.
Veelbetekenend was het Jean-Claude Juncker, binnengeleid aan de arm van Schulz, die zijn zegje kon doen over de nieuwe Europese aanpak, het eind van de eenzijdige nadruk op besparen, het grote investeringsplan enzovoort. Als SPD-voorzitter Sigmar Gabriel ertoe komt dat de EU op de buitenissige Griekse eisen niet kan ingaan, krijgt hij van het koppel Juncker-Schulz natuurlijk alleen maar instemming.
Een week daarvoor had SPD secretaris-generaal Yasmin Fahimi al laten weten dat de Griekse “retoriek” tot niets dient, en dat het niet helpt de hervormingsprogramma’s en de terugbetaling van de schulden in vraag te stellen. Wat betreft een Europese Schuldconferentie, zoals door SYRIZA voorgesteld, en de vraag om herstelbetalingen voor de schade berokkend tijdens de Tweede Wereldoorlog, zei Gabriel dat de kans daarop “nul” is, en dat de vraag om schadevergoeding definitief afgehandeld is met de Twee Plus Vier Conferentie (West- en Oost-Duitsland, Rusland, Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië) van 1990.
Van SPD-kant moet SYRIZA dus op niet veel inschikkelijkheid rekenen, en het zou een buitengewone originaliteit van kleinere sociaaldemocratische partijen in Europa vereisen om tegen de SPD-haren in te strijken.
Toch komen er uit Duitsland ook positievere geluiden. Enkele dagen geleden maakten we melding van de oproep “Griechenland nach der Wahl − Keine Gefahr, sondern eine Chance für Europa “, ondertekend door Duitse academici, politici en vakbondsmensen. Eén van de eerste ondertekenaars van de oproep was Reiner Hoffmann, de nieuwe voorzitter van de grote Duitse vakbondskoepel DGB (Deutscher Gewerkschaftsbund, met meer dan 6 miljoen leden).
In een vraaggesprek met het tijdschrift Transform! interpreteert hij de verkiezingsoverwinning van SYRIZA als een massale en begrijpelijke afwijzing van de Europese besparingspolitiek. Voor een schuldreductie (‘haircut’) is hij niet te vinden, maar Hoffmann vindt dat intrestbetalingen over een lange periode moeten gespreid kunnen worden, en moeten kunnen afhangen van het economisch draagvlak. Het verregaandst is Hoffmann nog waar hij als woordvoerder van de DGB achter de idee staat van een Europese Schuldconferentie die een oplossing zoekt voor alle crisislanden.
We leven in een Europa waar kleine positieve signalen als deze met aandacht moeten gevolgd worden. In het Europees syndicaal landschap is enige beweging bij de DGB niet zonder belang.