Een weerzinwekkende oorlog in beeld gebracht
Al wie de film Saving Private Ryan (1998) gezien heeft, herinnert zich nog levendig de scène van de landing en bloedige afslachting van duizenden soldaten op Omaha Beach. Steven Spielberg bracht met zijn film een krachtig antwoord op de klassieke oorlogsfilm (zoals The Longest Day uit 1962 over de landing van Normandië) waarbij de Tweede Oorlog werd voorgesteld als een proper strategisch steekspel tussen generaals. Hij toonde aan hoe het filmmedium kan gebruikt worden om de gruwel van oorlog in beeld te brengen. Wie Saving Private Ryan ziet, kan dan ook bijna niet anders dan zich vragen stellen bij de manier waarop Operatie Overlord van bovenaf werd opgezet.
Christopher Nolan treedt met Dunkirk in de voetsporen van Spielberg. De regisseur van de Batman-trilogie The Dark Knight (2005, 2008, 2012) koos voor de verfilming van een ander keerpunt in de Tweede Wereldoorlog: de Slag om Duinkerke in de lente van 1940. De film brengt anderhalf uur actie met een razendspannend overlevingsverhaal. De kijker beleeft het geweld van moderne oorlogsvoering met bommenwerpers, onderzeeërs met torpedo’s en ander zwaar geschut. Het hoofdpersonage is een jonge Britse soldaat die net als 400.000 anderen over zee tracht te ontsnappen uit het door Nazi-Duitsland omsingelde Duinkerke. Oorlog is hier dood, vernieling, angsten en overlevingsinstincten.
Behalve doodsangst is er ook de angst om in het thuisland als een lafaard gezien te worden, in een patriottisch klimaat waarbij de regering de bevolking opriep om kost wat kost de territoriale integriteit van het Verenigd Koninkrijk tegen Hitler te verdedigen. Tegelijkertijd wil Churchill slechts beperkte middelen inzetten voor Operatie Dynamo (de codenaam voor de evacuatie van Duinkerke) om nog voldoende militair materieel (vnl. gevechtsvliegtuigen en -schepen) over te houden voor de aangekondigde Slag om Engeland.
De sterkte van de film ligt in de hyperrealistische wijze waarop de kijker in de huid van een Britse soldaat kruipt. De angstaanjagende schets van een aanvankelijk uitzichtloze situatie op het strand van Duinkerke wordt gecreëerd door een reeks verbluffende filmmethoden zoals de taal van beelden en geluiden (er zijn amper dialogen) en de achtergrondmuziek van succescomponist Hans Zimmer. En tegelijkertijd is er snelheid, afwisseling en entertainment door een aantrekkelijk drievoudig perspectief van actie en overleving op land (vanop de pier), op zee en in de lucht.
Een deels vertekend historisch beeld van de evacuatie van Duinkerke
Vertrekkende vanuit de aanvankelijk dramatische situatie voor de vluchtende Britse (en Franse) soldaten, vindt de film echter zijn climax in een heroïsch slot. De geslaagde evacuatie van bijna 340.000 soldaten wordt voorgesteld als het resultaat van het gecombineerd heldhaftig optreden van een reeks actoren: een vastberaden legerleiding ter plaatse die onder meer het belang van een operationele pier inzag (de rol van ‘pier-master’, in 1940 in handen van Commander Clouston, wordt vertolkt door Kenneth Branagh), de (over)moedige piloten van de Royal Air Force die in hun Spitfires de strijd aangingen met de Duitse Heinkels en – niet in het minst – de honderden Britse burgers die hun privé-boten ter beschikking stelden om een bijdrage te leveren aan het “mirakel van Duinkerke”.
De aandachtige kijker vraagt zich hier af hoe het kan dat deze elementen plots tegengewicht konden bieden aan de eerder geschetste Duitse overmacht op land, op zee en in de lucht. Wat betreft de land-component wordt in de loop van de film wel vermeld dat de Duitse tanks tot stand waren gekomen en dat de Luftwaffe superieur genoeg geacht werd om de klus te klaren. In de film komt geen enkele Duitser in beeld, maar toch dient de historische verklaring voor het miraculeuze slagen van Operatie Dynamo in eerste instantie inderdaad gezocht worden bij het Duitse falen van het verpletteren van de omsingelde Britse en Franse legers.
In The Meaning of the Second World War (1986) licht Ernest Mandel toe dat de verklaring voor de geslaagde repatriëring van honderdduizenden Britse en Franse soldaten volgens verschillende historici in het Duitse kamp dient te worden gezocht. Dat Hitler zijn gepantserde colonnes vijfentwintig kilometer voor Duinkerke halt liet houden is een onweerlegbaar historisch feit. De analyses hierover zijn wel uiteenlopend. Een eerste is dat het ging om een politieke berekening waarbij Londen een kans moest gegeven worden om het gezicht te redden voor een onderhandelde oplossing. Een tweede uitleg stelt dat Goering Hitler overtuigd had dat de Luftwaffe het Britse Expeditieleger kon opruimen voor inscheping, terwijl de Panzers moesten gespaard worden voor een ultieme aanval op het Franse leger.
Mandel zelf schaart zich achter een derde verklaring: de beslissing zou in essentie technisch zijn, waarbij de meeste pantservoertuigen in slechte staat waren en moesten hersteld worden. De film vermeldt het Duitse oponthoud wel in de marge, maar zet vooral het heroïsme van Britse soldaten, piloten en burgers in de verf. Vanuit een literair en cinematografisch oogpunt is dit zeker begrijpelijk, maar het vertekent wel het historisch beeld dat kijkers meekrijgen over de Slag om Duinkerke.