Ongewild hebben de Duitse en de Britse autoriteiten – zonder het zelf te beseffen – de laatste weken openlijk een vervelende waarheid bekend gemaakt: Ebola zou geen groot probleem zijn voor hen en voor andere rijke geïndustrialiseerde landen maar de toestand is heel anders in de (vandaag) getroffen landen van West-Afrika – en dit heeft meerdere oorzaken…
Het Ebola-virus is geen nieuwe ontdekking. De naam komt van de Ebola rivier in de Democratische Republiek Congo, waar het virus in 1976 werd ontdekt. De eerste epidemie veroorzaakte 300 doden. Sindsdien zijn er herhaaldelijk epidemieën uitgebroken in verschillende Afrikaanse landen, de laatste grote epidemie was in 2007 in Oeganda en daarna opnieuw in de Democratische Republiek Congo. Het Ebola-virus is eigenlijk vanuit het oogpunt van de epidemiologie geen echt groot probleem. Besmetting gebeurt uitsluitend door contact met de lichaamsvochten van de besmette persoon of van dieren – dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het griepvirus dat ook via de lucht kan worden overgedragen – het is dus relatief eenvoudig om zich tegen Ebola te beschermen.
Het virus is daarbij ook nog zeer gevoelig voor milieu invloeden, het sterft onmiddellijk buiten de lichaamsvochten en kan niet door onbeschadigde huid heendringen, het komt uitsluitend het lichaam binnen via slijmvliezen (van neus, mond en ogen) of door open wonden. Als dit virus even besmettelijk zou zijn als het griepvirus dan zouden we nu reeds te maken hebben met honderdduizenden gevallen.
Maar toch is het virus gevaarlijk omdat de mortaliteit bij de besmette populatie zeer hoog is – afhankelijk van het genotype van het virus tussen de 50 en de 80% – en omdat er tot nu toe geen betrouwbaar geneesmiddel of vaccin ter beschikking staat.
Het gaat om een zogenaamd RNA-virus, en het is niet “gemaakt” voor mensen. Geen enkele ziektekiem, virus of parasiet, doodt zo snel en zo’n hoog percentage zijn gastheren – het wil zich vermenigvuldigen en niet uitsterven. De oorspronkelijke gastheer van het virus is hoogst waarschijnlijk een vleermuizensoort – de overdracht op mensen en op bepaalde wilde dieren zoals antilopen en apen is in feite niets meer dan een “ongeval”.
Bescherming tegen besmetting tussen mensen is, zoals we al hebben vermeld, tamelijk eenvoudig. Dat is de reden waarom vroegere epidemieën beperkt bleven en snel uitstierven.
De epidemie en de sociale en politieke situatie
Waarom heeft het Ebola-virus zich zo snel verspreid door West Afrika terwijl vroegere uitbarstingen van de ziekte relatief beperkt waren? Er zijn een aantal redenen voor, die niets te maken hebben met het virus zelf maar met de situatie in die landen. In het algemeen kan men stellen dat epidemieën zich sneller en gemakkelijker verspreiden in arme (en dichtbevolkte) landen. Liberia staat op nummer 174 in de Human Development Index, Sierra Leone staat op nummer 177, Guinee Conakry op 178, terwijl Nigeria, waar de toestand voorlopig (min of meer) onder controle is op 153 staat.
De medische infrastructuur is niet erg betrouwbaar. Na de burgeroorlog van 1991 tot 2002 was het gezondheidssysteem in Sierra Leone volledig vernield en het ontbreekt gewoon in sommige delen van het land. De toestand in Liberia is vergelijkbaar.
Ten tweede: sommige voorstellen voor preventieve maatregelen vallen in dovemansoren bij de bevolking – en dit niet zonder reden. Wanneer men wil beletten dat de mensen zogenaamd bushmeat eten (dit zijn dus wilde dieren met inbegrip van vleermuizen) die de voornaamste verspreidingsweg zijn van het virus, dan hebben opvoeding en aanbevelingen geen enkel effect zolang de mensen zich geen ander voedsel kunnen veroorloven. Dit is zeker het geval in de veraf gelegen gebieden.
Ten derde: het niveau van algemene vorming speelt een zeer belangrijke rol in de strijd tegen een epidemie. En daarmee is het zeer slecht gesteld in alle getroffen gebieden. Zo worden hier allerlei mythes verspreid die in het beste geval onschuldig zijn maar in het ergste geval, gevaarlijk. In Nigeria bijvoorbeeld, na de eerste gevallen (ingevoerd uit Liberia naar Lagos, de hoofdstad) begin augustus, werd via de sociale media de aanbeveling gegeven om een bad te nemen in zout water en dit zoute water te drinken als bescherming tegen Ebola. Ondanks onmiddellijke officiële ontkenningen geloofden vele mensen dit fabeltje en pasten ze het ook zelf toe. Het gevolg was een groot aantal ziekenhuisopnamen van mensen met ernstige diaree en minstens één dode.
Het geval van de Nigeriaanse minister van volksgezondheid, Prof Chukwu, bewijst dat zelfs officiële verantwoordelijken door allerlei verkeerde informatie beïnvloed kunnen worden. Hij kondigde op 15 augustus aan dat Nigeria een “nieuw geneesmiddel” tegen Ebola zou invoeren. Het bleek te gaan om zogenaamd “nano zilver” (in de Nigeriaanse pers schrijft men “nano silva”), dit is een stof die aanwezig is als bedekkende laag in wasmachines en in bepaalde kledingstukken zoals sokken. Dit nano zilver doodt bacteriën maar het is compleet waardeloos voor de behandeling van een virale infectie.
Ten vierde: – en dit moet gezien worden in de context van het vorige punt – een groot deel van de bevolking gelooft de verklaringen van de overheid niet en terecht, zoals we zojuist lieten zien.
Ten vijfde: de maatregelen die nodig zijn om verdere verspreiding van de ziekte tegen te gaan (zoals afzondering, quarantaine, beperkingen in mobiliteit) worden niet of onvoldoende in de praktijk toegepast om verschillende redenen. Naast het gebrek aan infrastructuur, de (eerder vermelde) wanhopige situatie inzake gezondheidszorg en het algemene wantrouwen, speelt ook de wijdverspreide corruptie een sleutelrol, vooral in Nigeria. Beperkingen aan de grens die werden ingesteld om de verspreiding van het virus tegen te gaan, worden omzeild met steekpenningen.
Ten zesde: de mortaliteit van een bepaalde ziekte is in het algemeen hoger bij de bevolking in arme landen. De kwestie of iemand een besmetting met het Ebola-virus kan overleven, hangt niet alleen van het virus af, maar vooral van de toestand van het immuunsysteem, dat wil zeggen, de weerstand van het individu. Stel je voor: de gemiddelde levensverwachting in Sierra Leone is tussen de 48 en 49 jaar en de kindersterfte bedraagt 159 op 1000 geboorten. Het zal dus duidelijk zijn dat dit virus bijzonder dodelijk is in een dergelijke verzwakte en ondervoede bevolking.
Racisme
Als we kijken naar de manier waarop de zogenaamde internationale gemeenschap met deze Ebola- epidemie omgaat dan kunnen we ons niet aan de indruk onttrekken dat racisme een centrale rol speelt. Besmette buitenlanders worden anders behandeld dan de lokale bevolking – die het moet doen met de plaatselijke onderontwikkelde infrastructuur en zeker niet wordt geëvacueerd naar speciale eenheden in Noord-Amerika of in Europa. De onlangs vrijgegeven experimentele therapieën zijn slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar, men kan zich dus de vraag stellen van de rechtvaardiging van hun distributie – voor zover ze al echt werken.
De farmaceutische industrie heeft in ieder geval deze gelegenheid aangegrepen. Ze heeft nu een unieke mogelijkheid om de normaal lange periode van testen die gewoonlijk voorafgaat aan het vrijgeven van een geneesmiddel te omzeilen; ze kan nu een grootschalig experiment op mensen beginnen. Of dit zal helpen bij de strijd tegen het virus, is nog maar de vraag. Bijna alle antivirale geneesmiddelen hebben potentieel belangrijke bijwerkingen en het zou niet de eerste keer zijn (denk aan het schandaal van de zogenaamde varkensgriep) dat een dergelijke strategie meer schade dan voordeel brengt. Maar in ieder geval zal het goed zijn voor de winsten!
Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van een vaccin, wat tot nu toe steeds een zeer traag proces was omdat de belangrijkste doelgroep geen koopkracht heeft. Maar het internationale gilde van het Rode kruis en van de Wereldgezondheidsorganisatie (die ook hun eigen, niet louter humanitaire, belangen hebben) heeeft nu de alarmklok geluid en de hoeveelheid donaties is sterk aan het stijgen.
Dit betekent niet dat we beter gewoon niets kunnen doen. Maar de huidige noodmaatregelen, de grote groep hulverleners en epidemiologen die met het probleem bezig zijn, zullen niets veranderen op het vlak van de genoemde oorzaken van dit soort rampen. Veel meer mensen zullen daarom voor en ook na deze epidemie sterven als gevolg van eenvoudige behandelbare ziekten, van ondervoeding en gebrek aan hygiëne, eerder dan door Ebola.
Notabene: onwetendheid, honger en ondervoeding hebben een nadeel ten opzichte van een virale ziekte: ze zijn niet besmettelijk en kunnen dus niet per vliegtuig ingevoerd worden in Europa of Noord Amerika. Als dat het geval was, dan zouden ze snel en grondig bestreden worden, zoals dat nu het geval is met het Ebola-virus…
Thadeus Pato werkt als arts in Lagos, Nigeria. Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling door Marijke Colle.