Op basis van een rapport van het Nederlandse CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) doopte vorige maand de Volkskrant 2013 het jaar van de “economische ommekeer”. Maar na een korte periode is er sinds het voorjaar opnieuw sprake van stagnatie. We zijn nog lang niet klaar met de crisis…
In het rapport trekt het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) eufemistisch de conclusie: “De crisis die in 2008 begon, was ook in 2013 nog niet ten einde.” Daar gaat de komende tijd ook geen verandering in komen. De economische crisis waar we in zitten is een langdurige crisis, waarin periodes van krimp en licht herstel elkaar afwisselen. Er wordt zelfs door burgerlijke economen openlijk gesproken over de mogelijkheid dat stagnatie de nieuwe status quo in de Europese economie wordt.
De stand van de drie grootste economieën in de eurozone is veelzeggend. De Duitse economie kromp onverwacht in het tweede kwartaal van 2014, terwijl de Italiaanse economie voor de derde keer sinds 2008 in een recessie raakte en de Franse economie is gestagneerd. De Financial Times vat de situatie als volgt samen: “Dit is geen herstel, niet eens fragiel. Het is ook geen terugkeer naar recessie. Het is de voortzetting van stagnatie.”
De Europese Centrale Bank (ECB) beschouwt vooral de dalende inflatie als probleem. Wanneer de inflatie daalt, stijgen de prijzen langzamer. Met als gevolg dat bedrijven hun investeringen uitstellen. De hoge aandelenkoersen laten zien dat bedrijven meer verwachten van speculatie op de beurs. Bedrijven als Alibaba, Zalando en Rocket hebben hier de afgelopen maand met hun beursgang flink van geprofiteerd.
Wanneer bedrijven niet speculeren, laten ze het geld simpelweg op de bank staan. Onlangs bleek uit een rapport van accountantskantoor Deloitte dat beursgenoteerde bedrijven in Europa, Afrika en het Midden-Oosten gezamenlijk 1.000 miljard euro aan reserves in kas hebben. Dat is 250 miljard euro meer dan aan het begin van de crisis in 2007.
Inflatie
Normaal gesproken wordt een dalende inflatie bestreden door de rente te verlagen. Het wordt hierdoor minder aantrekkelijk voor bedrijven om geld op de bank te laten staan. Maar de belangrijkste rente is met 0,05 procent al bijzonder laag. Het effect van verdere renteverlagingen is hierdoor nihil.
Om de dalende inflatie (en daarmee een nieuwe recessie) te bestrijden heeft de ECB aangekondigd over te gaan tot onconventionele methodes. Door herverpakte leningen en onderpand gedekte obligaties op te kopen, wil de ECB de geldvoorraad vergroten. Om hoeveel geld het precies gaat is onbekend, maar het zijn in ieder geval honderden miljarden euro’s. Of deze vorm van kwantitatieve versoepeling enig effect gaat hebben moet nog blijken.
Michael Heise, de hoofdeconoom van het Duitse concern Allianz, zei na de eerste aankondiging van de ECB: “Het is precies het soort “zombie lenen” dat meer dan een decennium lang een rem was op de groei van Japan.” Philipp Hildebrand, voormalig president van de Zwitserse Nationale Bank, is eveneens sceptisch: “De problemen van Europa zijn structureel en kwantitatieve versoepeling zal ze niet oplossen.”
Het wordt ook steeds duidelijker dat Europa zich evenmin uit de problemen kan exporteren. De Duitse economie, de motor van de eurozone, is de afgelopen jaren met name overeind gebleven door de export van machines naar China. De Chinese economie groeide de afgelopen decennia als kool. Volgens sommige berekeningen is het inmiddels zelfs de grootste economie van de wereld. Aan het begin van de crisis was de hoop dat deze groei de wereldeconomie uit het slop zou trekken.
Nieuwe normaal
Maar ook de Chinese economie dreigt in de problemen te komen. In vergelijking met andere landen kent China nog altijd buitengewoon hoge groeicijfers. Dat neemt niet weg dat de groei snel aan het afkoelen is. Om dit tegen te gaan heeft de staat massaal geïnvesteerd in de economie, met name in de vorm van goedkope leningen. Hoewel dit aanvankelijk de afkoeling vertraagde, heeft het er ook toe geleid dat de private schulden enorm zijn toegenomen. Het lijkt er bovendien op dat veel van deze leningen in rook zijn opgegaan.
De dalende groei heeft effect op andere landen die veel zaken doen met China. De Braziliaanse economie ondervindt bijvoorbeeld grote problemen. Ook de Russische economie is aan het stagneren. De Japanse economie kromp het afgelopen kwartaal zelfs met 6,8 procent. Dit zijn allemaal landen die het vanaf het begin van de crisis relatief goed hebben gedaan.
Het bevestigt de uitspraak van de Canadese marxistische econoom en activist David McNally dat wereldwijd “stagnatie het nieuwe normaal is”. Door het wereldwijde karakter van de problemen is export geen oplossing. Het zorgt er juist voor dat verschillende delen van de wereld elkaar steeds verder het moeras in trekken.
Dat is slecht nieuws voor de Duitse economie en daarmee voor de eurozone als geheel. In Nederland presenteren politici ondertussen het herstel op de huizenmarkt als licht aan het einde van de tunnel. In werkelijkheid staren ze als konijnen naar de lichtbak.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.