Het is niet helemaal juist dat de oude wereld achter ons ligt. Een bepaalde oude wereld ligt achter ons. Die van een sociaaldemocratie die de arbeidersmassa’s organiseerde en een bewustzijn gaf. Die van het communistische ideaal dat ontaarde in een verwerpelijke dictatuur. Die van het “fordisme” met zijn “deugdzaam economisch en sociaal compromis”. Die van de Europese vrede die volgde op twee catastrofale oorlogen. Oorlogen die het bestaan van de bourgeoisie zelf bedreigden en haar tot concessies dwongen: de “dertig luisterrijke jaren” die de werkmensen badkamers, wasmachines, televisie en sociale zekerheid brachten en werk beloofden aan een massaal schoolgaande jeugd. Die oude wereld heeft inderdaad afgedaan samen met het geloof in het keynesianisme, de politiek van het stimuleren van de vraag om de economische crisis te vermijden.
Maar er is een wereld, geboren uit de industriële revolutie, de wereld van het kapitaal, die onaangedaan voortleeft. De wereld van het winstprincipe, van de politieke corruptie, van de discriminatie in zijn diverse vormen, van het geweld, van de onmondigheid van de burger. Hij voert met succes oorlog tegen die oude wereld waar we met heimwee naar verlangen.
We zijn het ideologische noorden kwijt en weten politiek niet meer wat gedaan. De sociaaldemocratie heeft haar belofte van een betere wereld niet gehouden. Het communisme heeft zijn droom van een nieuwe wereld vermoord. De religie, de zucht van het bedrukte schepsel, het gemoed van een harteloze wereld, de ziel van een zielloze wereld, heeft, althans in Europa, zijn kracht verloren. Het volk schuift een ander soort opium. De tempels van weleer hebben plaats gemaakt voor stadions en verkoopcentra. Niet onze ziel maar onze koopkracht willen we redden. Maar precies daar wringt de knoop. Die koopkracht wordt hard aangevallen. Wat te doen?
Onze ideologische ontreddering doet ons luisteren naar de verleidelijke demagogische stemmen van het autoritaire populisme. Zij stellen simpele en begrijpelijke oplossingen voor. Verjaag de immigranten, weer de vluchtelingen, sluit de grenzen voor de concurrentie, stel een einde aan de partijheerschappij en haar elites. Luister naar het ordinaire gebral en de leugens van Trump en C°. Die zeggen wat we willen horen.
Filip De Winter heeft dat goed begrepen. Na Trumps verkiezing zijn individuen van dit extreem rechtse genre blijkbaar weer aanvaardbare politieke gesprekspartners geworden. Hij kreeg zopas het woord in Knack waar hij verklaarde dat we te maken hebben met een “revolutie van de blanke meerderheid” (16.11.2016). “Juncker, Tusk en Verhofstadt zijn geschiedenis. De toekomst is aan rechts-nationalistische wereldleiders zoals Trump, Poetin en Orban.”
In die trant heeft hij blijkbaar het woord gevoerd op een bijeenkomst van de Griekse nazi’s van “Gouden Dageraad”, een actie waarvoor hij op de vingers werd getikt door de voorzitter van het Vlaams Belang.
Maar maak u geen illusies, voorzitter Van Grieken wil, net zoals Marine Le Pen, zijn partij een deftiger aanzien geven. Hijzelf was ooit een hardhandige activist die een school binnendrong om moslimkinderen te dwingen varkensvlees te eten. Katholieke vegetariërs heeft hij daartoe echter niet gedwongen, je vraagt je af waarom. Maar De Winter heeft ergens gelijk met zijn voorspelling, want zoals Antonio Gramsci ooit schreef: “de oude wereld ligt op sterven, de nieuwe wereld laat op zich wachten en in dit halfduister verschijnen monsters”.
De verontwaardiging van de “democraten” in de traditionele partijen is huichelarij. Zolang het systeem stand houdt voelen zij zich gerust. Ze zijn enkel ongerust dat ze binnen dat systeem hun baantje zullen verliezen aan de brullende populistische nieuwkomers en voor de chaos die ze kunnen veroorzaken. Tegelijk zeggen ze dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze door Trump wordt opgediend. Heet of niet heet, ze smaakt afschuwelijk.
De essayist Ian Buruma beweert dat het feit dat het oude establishment neerkijkt op de “nieuwe rijken” Trump en aanverwanten daarom gehoor vindt bij de kiezer. In ieder geval zijn Trump en C° een politieke realiteit geworden. De pest heeft plaats gemaakt voor de cholera. Deze twee doodgevaarlijke kwalen bestrijden is de taak van wat overblijft van de ware linkerzijde.
Maar hoe en waar te beginnen? Zoals Wies Moens, een dichter die Filip De Winter nauw aan het hart moet liggen, schreef: “De oude gewaden zijn afgelegd. De frisse vaandels staan strak”. Maar die vaandels zijn niet rood gekleurd, maar zwart. Links, de enige ware democratie, moet zich een nieuw gewaad aanpassen en zijn vaandels een grondige schoonmaakbeurt geven. Dat zal niet gebeuren met leuzen en het proclameren van de revolutionaire partij, maar doorheen de directe actie van de wereld van de arbeid, geflankeerd door de sociale bewegingen in hun diversiteit. Aan de arbeid!