Het is niet gemakkelijk om meer te weten te komen over de rijkdom van de rijken. Miljardairs en miljonairs zijn bijzonder discreet over deze zaken. Om er meer over te weten hebben we wetenschap nodig, waarbij hypothesen en benaderingen een rol spelen.
Volgens het World Wealth Report (wereld rapport over de rijdom) zouden er in Duitsland één miljoen miljonairs leven met een globaal inkomen van 2,7 biljard euro. Tot nu toe dacht men dat 0,1 % van de rijkste huishoudens 5% van de Duitse rijkdom bezaten, maar nu blijkt dit eerder 14% tot 16% te zijn. Tot nu toe was men ook van mening dat de 1% rijkste huishoudens 18% van de totale rijkdom in Duitsland bezaten, maar nu blijkt het over 31% te gaan. En de 10% rijkste huishoudens zouden 63 tot 71% van alle Duitse fortuinen bezitten.
Van die geciteerde 2,7 biljoen zou 8% van de erfgenamen 40% bezitten, terwijl de helft van de bevolking niets bezit of minder dan niets: schulden. Sinds tientallen jaren doet de gevestigde politiek niets om de ongelijkheid te verminderen, integendeel. Er bestaat geen belasting op de fortuinen meer, en met de belasting van 45% op de hoogste inkomens (“Spitzenstauersatz”) wordt er vandaag veel minder geld verzameld dan de 56% onder de conservatief-liberale regeringen van Helmut Kohl in 1983 (dit zonder de “Solidariteitsbijdrage” van ongeveer 47,5% die oorspronkelijk diende om de economie te ontwikkelen in de nieuwe Länder van de voormalige DDR).
Daarbij komen er nog een aantal fiscale cadeaus voor de rijken en de grote bedrijven en ook nog de ongelooflijke waaier van goocheltrucs vanwege die miljonairs en die grote bedrijven, om hun fiscale plichten te “verlichten”.
Naast de sociale realiteit van de rijkdom bestaat er natuurlijk zijn complement, de armoede. We kunnen de Duitse economie beschouwen als een eiland van welvaart in vergelijking met vele andere landen van de EU, toch zijn er in Duitsland ook meer en meer armen en de situatie wordt steeds erger. Volgens de projecties zullen 1,5 miljoen gepensioneerden in 2025 steun nodig hebben door sociale transfers omdat ze met hun pensioen niet kunnen overleven.
In februari 2015 publiceerde het Paritätischer Wohlfahrtsverband ( een centrale van verenigingen voor sociale hulp) een rapport met als titel “Die zerklüftete Rebublik” (“De gespleten republiek”) die een gelijkaardige diagnose stelt en ze ook nog vervolledigt, je kan het rapport hier lezen. Dit rapport bevestigt dat de armoede voortdurend stijgt in Duitsland en dat de eerste slachtoffers van deze trend de werklozen zijn en ook de eenoudergezinnen, de vrouwen, de kinderen, de immigranten en de werknemers met de laagste lonen.
Naast deze toename van de globale ongelijkheid, toont dit rapport, op basis van de cijfers van 2006 tot 2013 dat er ook een tendens is tot groeiende regionale ongelijkheid van de armoede: in 2006 was het maximale verschil inzake armoedegraad tussen de verschillende Länder 17,8%, terwijl het in 2013 reeds 24,8% bedroeg.
Bovendien is de groei van de armoede los gekomen van de ontwikkeling van de rijkdom in het algemeen en ook van de werkloosheidsgraad. Tussen 2006 en 2013 groeide het BBP constant met 413 miljard euro per jaar (behalve tijdens het crisisjaar 2009) om de 2,81 biljoen euro te bereiken. Tegelijkertijd daalde de werkloosheidsgraad met 36,1% van 10,8 tot 6,9 procent. Maar in diezelfde periode steeg het aandeel van de armen in de bevolking met 10,7% of een stijging van 14% tot 15,5% – en de tendens versnelt vanaf 2010.
Volgens het rapport toont dit aan dat er een duidelijke tendens is tot meer ongelijkheid in de verdeling van de inkomens en van de rijkdom en het toont ook de spectaculaire toename van precaire banen als gevolg van de Harz IV “hervormingen” die een laag van working poor hebben gecreëerd. Bovendien heeft het officiële beleid systematisch de financiële middelen voor het scheppen van banen verminderd en heeft het er op die manier toe bijgedragen dat mensen die met het bestaansminimum leven (volgens SGBII, Harz IV) geblokkeerd zijn voor wat de toegang tot de arbeidsmarkt. Steeds volgens dit rapport is het niet zozeer de economische ontwikkeling op zichzelf als wel de neoliberale politiek en de verplichte ijzeren begrotingsdiscipline die verklaart waarom de armoede toeneemt in Duitsland.
Het rapport bevat ook eisen om de toestand te verbeteren. In de eerste plaats is er de eis voor een minimumloon dat beduidend hoger moet zijn dan de huidige 8,50 euro per uur omdat dit bedrag totaal onvoldoende is om de loontrekkende te beschermen tegen de armoede en dan spreken we nog niet over de pensioenen die op basis van een dergelijk laag loon zullen worden uitbetaald. Maar het rapport zegt weinig of niets concreets over de eisen die nodig zijn om de groeiende armoede en ongelijkheid te bestrijden bijvoorbeeld op het vlak van de fiscaliteit.
Het gevestigde beleid bestrijdt niet de armoede maar wel de armen. Wie afhangt van sociale uitkeringen wordt voortdurend opgejaagd door de dreiging met sancties. De kleinste aanleiding volstaat om hun mager inkomen nog te verminderen. In vele gevallen moet men weken en zelfs maanden wachten om te bekomen waarop men recht heeft na de officiële aanvraag van het sociaal minimum in het kader van Harz IV. Vaak moet men opnieuw en opnieuw het bewijs leveren dat men geen andere bronnen van inkomen heeft vb. vanuit de familie of vanwege eventuele levenspartners. Heel vaak worden de aanvragers van sociale minima niet volledig ingelicht over hun rechten en krijgen ze niet de uitkeringen waarop ze volgens de wet recht hebben. In een belangrijk deel van de gevallen “verdwijnen” er documenten in de kantoren van de agentschappen (Arbeitsagenturen) omdat door het personeelsgebrek, deze “agenten” hun werk niet naar behoren meer kunnen verrichten.
Men kan dit bijna niet geloven, maar meer en meer mensen, in dit nochtans rijke Duitsland, houden zich bezig met het verzamelen van lege flessen om het magere statiegeld te kunnen recupereren. Gelukkig zijn er ook gevoelige mensen die zich het lot van de armen aantrekken. In Stuttgart stelden locale politici van de groenen en het stadsbestuur voor om op de vuilnisbakken een blauwe ring aan te brengen zodat de zoektocht naar lege flessen gemakkelijker wordt. Ziehier een waardig voorstel, dat zin te geven aan de term “sociale hervorming” die zo sterk werd vervorm door de triomferende neoliberale ideologie! Jazeker, ironie is ons niet vreemd…
Manuel Kellner is lid van de leiding van de ISL, een van de twee publieke fracties van de afdeling van de IVde Internationale in Duitsland en lid van de redactie van Sozialistische Zeiting (SoZ), een publicatie verbonden met de ISL. Van mei 2010 tot mei 2012 was hij wetenschappelijk medewerker van Michael Aggelidis, een kameraad van de isl, die in die periode parlementslid was van Die Linke in het deelstaatparlement van Rijnland-Noord Westfalen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Viento Sur. Nederlandse vertaling door Marijke Colle.