In 2013 won de Chileense regisseur Pablo Larraín met No de Oscar voor beste niet-Engelstalige film. No is een film over de democratische transitie in Chili in 1988 na vijftien jaar Pinochet-dictatuur. Met zijn nieuwste film Neruda levert Larraín opnieuw een bijdrage aan de weergave van de Chileense geschiedenis op het grote scherm. Ditmaal gaat de cineast terug naar de na-oorlogse periode van het anticommunistische bewind van Gabriel González Videla en brengt een meesterlijk portret van de dichter Pablo Neruda.
De film is inderdaad geen klassieke biografie, maar wel een literair en politiek portret van een uitzonderlijk artiest. Pablo Neruda – overtuigend vertolkt door de Chileense acteur Luis Gnecco – is een erg charismatisch, politiek geëngageerd, maar ook hoogmoedig artistiek genie. Het verhaal van de film is gebaseerd op de dertien maanden in 1948-49 die Neruda in de clandestiniteit doorbracht, maar hanteert een ruime artistieke vrijheid om de levensstijl en artistieke ideeën van Neruda beter tot uiting te kunnen laten komen.
Bij aanvang van de film wordt het politiek-historische kader duidelijk geschetst. Het is het begin van de Koude Oorlog, president Videla volgt de bevelen vanuit de VS op en keert zich eind 1947 tegen de arbeidersbeweging en de communisten, hierbij wordt de mijnstaking van Lota hard aangepakt en belanden syndicalisten in concentratiekampen, Neruda is senator voor de communistische partij en schokt op 6 januari 1948 de Senaat wakker met zijn gedicht “Ik beschuldig” dat gericht is tegen de politiek van Videla, op 5 februari beveelt het gerecht zijn arrestatie. Eveneens interessant in dit historisch kader is de schets van de Chileense KP als een organisatie van welstellende intellectuelen en artiesten met een levensstijl die mijlenver staat van het leven van de gewone Chileen.
Met de vlucht van Neruda begint het eigenlijke verhaal binnen de film. De gefictionaliseerde inspecteur Óscar Peluchonneau, gespeeld door de Mexicaanse acteur Gael García Bernal, krijgt de opdracht om de dichter te klissen. In de film vat de hoogmoedige en fantasierijke Neruda deze jacht op leven en dood echter op als een episch spektakel waarbij hij de rollen van jager en opgejaagd wild wil omkeren. Inspecteur Peluchonneau zet in op het onder druk zetten van kennissen van Neruda, maar krijgt keer op keer lik op stuk: Neruda is een held van het volk en wordt door hen op handen gedragen voor zijn verdiensten als dichter van de onderdrukten. Peluchonneau groeit daarentegen steeds meer uit tot een antiheld van het miezerigste soort: arrogant maar machteloos en onverzettelijk maar idioot. De confrontatie tussen de twee mannen wordt beslecht in het besneeuwde Andesgebergte van waaruit Neruda vervolgens langs de Lilpelapas via Argentinië naar Frankrijk vlucht. In Parijs wordt hij verwelkomd door zijn goede vriend Pablo Picasso.
De combinatie van een politieke achtergrond – waarbij zelfs de militair Augusto Pinochet reeds om de hoek komt loeren als baas van het concentratiekamp van Pisagua – met een aantrekkelijke en passende plot, waarbij de schijnwerpers gericht zijn op een excentriek en bijzonder spraakzaam artiest, is een absolute aanrader en een mooie hommage aan één van de grootste schrijvers uit de vorige eeuw.
De film kwam uit op 4 januari en speelt in zalen in Antwerpen, Brussel, Gent en Kortrijk.