«Wat doen we met het BTW-bedrag? In twee delen?» De vraag is nauwelijks gesteld of de ober haast zich naar de kassa om me een BTW-bonnetje te brengen. In heel wat restaurants wordt de BTW-bon niet spontaan aan de klant gegeven met de rekening. Het is nochtans een wettelijke verplichting. Op plaatsen met veel toeristen, zoals de Grote Markt van Brussel, is het me al voor gevallen om een kwartier te moeten wachten vooraleer de baas zijn BTW-bonnen die hij nooit gebruikt, achter de toog wist terug te vinden!
Bestelbons en facturen
Alle waren die door een restaurant aangekocht worden om gerechten te bereiden en op te dienen (voeding, drank, tafelgerei, accessoires, enz.) dienen te zijn vergezeld van een bestelbon en een factuur van de leverancier. Dit laat toe om tijdens een fiscale controle een eerste schatting te maken van het zakencijfer op basis van de aankopen en van het gemiddelde rendement in de sector. Voor een baas in de horeca is de verlokking dus groot om een deel van zijn aankopen zonder factuur te verrichten en op die manier een deel van zijn inkomsten niet aan te geven. Wanneer je een bestelwagen ziet die goederen levert aan een zaak in de sector, is de kans groot dat het om een levering «in het zwart» gaat, zonder bestelbon noch factuur.
Waarvoor dient een BTW-bon?
BTW-bons van een restauranthouder dienen om zijn inkomsten te kunnen nagaan. Ze dienen eveneens om de fiscale aftrek van sommige belastbaren (onafhankelijken, liberale beroepen, ondernemingen) te rechtvaardigen: zij hebben de mogelijkheid om « kosten van de vertegenwoordiger» (het gaat hier om maaltijden in het restaurant met potentiële klanten met het oog op het beklinken van zaken) in mindering te brengen. In de mate dat deze kosten van de vertegenwoordiger fiscaal aftrekbaar zijn, is het overbodig om te zeggen dat de betrokken partijen niet zullen vergeten om hun BTW-bon te vragen, die hen de mogelijkheid geeft om belastingen uit te sparen!
Met kaart of cash?
Hoe zit het echter met de doorsnee klant die geen restaurantkosten in mindering kan brengen? Indien hij met de kaart betaalt, reikt de restauranthouder een BTW-bon uit (er is dan namelijk op de rekening een bewijs van inkomsten) zonder die daarom aan de klant te geven als deze er niet om vraagt. Deze BTW-bon die wordt uitgegeven, maar niet aan de klant gegeven, dient om de restaurantkosten van andere klanten die wel de mogelijkheid hebben om ze in te geven bij de belastingen, fictief te doen groeien. Het gebeurt vaak dat boekhouders hun klanten aanraden om hun beroepskosten te doen groeien door BTW-bons van restauranthouders die niet aan de gerechtigde klanten werden mee gegeven. Het gebeurt zelfs dat wanneer u een BTW-bon vraagt, de restauranthouder u spontaan een BTW-bon met een hoger bedrag van een vorige klant – die deze niet nodig had – aanbiedt.
En wanneer de klant met cash geld betaalt, is de kans groot dat de BTW-bon helemaal niet zal worden uitgegeven. In dit geval wint de restauranthouder op twee vlakken : hij ontvangt de BTW betaald door de consument zonder deze door te storten aan de BTW-administratie en hij ontvangt inkomsten «in het zwart» die niet in rekening worden gebracht in zijn zakencijfer. Het bedrag van deze inkomsten «in het zwart» kan snel hoge toppen scheren wanneer men bijvoorbeeld weet dat een fles wijn in een restaurant aan 3 à 4 maal de winkelprijs wordt verkocht!
Om ter plaatse te eten of om mee te nemen?
Wanneer je een bestelling plaatst in de McDonald’s of Quick vraagt men je: «om mee te nemen of om ter plaatse te eten?» Dit is niet enkel om te weten of een dienblad of een meeneemzak moet worden klaar gemaakt. Het is in eerste instantie om het toe te passen BTW-tarief te kennen. Meenemen is 6%, ter plaatse consumeren 12%. Maar de prijs is dezelfde, zal je zeggen! Inderdaad, indien je kiest om mee te nemen, steken McDonald’s en Quick wat meer geld in de zakken!
Fiscale fraude en sociale fraude
Wanneer een handelaar geld «in het zwart» ontvangt, komt dit geld niet terecht is zijn boekhouding. Dit zwarte geld dient om «in het zwart» te betalen. Wat te betalen? Enerzijds waren. Sommige kleine horecazaken kopen in bepaalde groothandels waar men soms «particulieren» ziet met winkelwagens tot de rand gevuld met hetzelfde voedingsproduct (chips, rijst, olie, pasta). Het gaat hier om belastingontduiking op kleine schaal.
Grote horecazaken doen hun inkopen echter niet in de winkel om de hoek. Het is in het verleden voorgevallen dat bepaalde leveranciers van duurdere producten (wijnen, sterke drank, vlees, vis, enz.) een boekhoudkundige constructie op poten wisten te zetten waarbij op grote schaal zonder factuur geleverd werd. Dit gebeurde bijvoorbeeld door de bestelbons van vlees geleverd aan collectiviteiten (schoolkantines, rusthuizen) aan te dikken en in het zwart een deel van de waren aan de horeca te leveren.
Het meest voorkomende gebruik in de horeca is echter de betaling van een deel van het personeel «in het zwart»: ofwel volledig (tewerkstelling van onderbetaalde werknemers zonder papieren), ofwel deels (betaalde overuren die niet worden aangegeven). De fiscale fraude (inzake BTW en directe belastingen) leidt onvermijdelijk tot sociale fraude (fraude van de sociale zekerheid, van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van werknemers). Deze frauduleuze praktijken op grote schaal zijn een plaag voor al het personeel in de horecasector, inbegrepen voor het personeel van ondernemingen die in regel zijn op fiscaal op sociaal vlak en die het slachtoffer zijn van oneerlijke concurrentie. Indien we de werkneemsters en werknemers van de horeca uit de precariteit willen helpen, moet een einde gemaakt worden aan de fraude. De vakbonden in de horeca kennen trouwens de boosdoeners in de sector.
Verlaging van het BTW-tarief en flexi-jobs
De verantwoordelijken van de horecasector klagen dag in dag uit dat ze het slachtoffer zijn van een «overdreven fiscaliteit». In 2004 werden ze gehoord door de toen minister van Financiën Didier Reynders: het BTW-tarief van niet-alcoholische dranken in de horeca duikte van 21% naar 6%. Heeft u de prijs van uw koffie of cola zien dalen? Ik niet! In 2010 daalde op zijn beurt het BTW-tarief voor maaltijden in restaurants van 21% naar 12%. Destijds overwoog Reynders zelfs een overgang naar een BTW-tarief van 6% voor maaltijden ter plaatse.
De regering-Michel is nog een stap verder gegaan door op 1 december 2015 het statuut van flexi-jobs voor werknemers in de horeca in te voeren. Wie 4/5e werkt in een bedrijf in de horeca kan worden aangeworven in het kader van een flexi-job (aan 9,50 euro/uur!) in een ander bedrijf in de sector. Voor dit type contract moet de werkgever geen sociale bijdragen betalen. Hij moet louter een bijzondere bevrijdende bijdrage van 25% van het flexi-loon (25% van 9,50 euro/uur is dus 2,38 euro/uur!) bijdragen en dit flexi-salaris is niet onderhevig aan de personenbelasting. Het gaat hier om niet minder dan het legaliseren van zwartwerk! Aangezien er geen sociale bijdragen zijn, telt dit niet mee voor het pensioen, betaald verlof, vakantiegeld en de berekening van werkloosheids- en ziekte-uitkeringen. Nochtans is deze bevrijdende bijdrage van 25% fiscaal aftrekbaar voor de werkgever! Dit zet de deur open voor misbruiken want hoe kan verzekerd worden dat de betrokken werknemers wel degelijk aan 4/5e werken in een sector waar zwartwerk een nationale sport is? Vandaag maakt de horeca gebruik van maar liefst 20.000 flexi-job-contracten…
En nu men goed op dreef komt, waarom niet verder gaan? Op 6 februari stelde Philippe de Backer, de staatssecretaris voor Bestrijding van Sociale Fraude (een grap?!) van Open-VLD voor om het systeem van flexi-jobs uit te breiden naar gepensioneerden want «de pensioenen zijn niet groot». Aan de ene kant beperkt men de pensioenen door het verhogen van de pensioenleeftijd en door het neutraliseren van de gelijkgestelde periodes en aan de andere kant wil men de flexi-jobs uitbreiden voor de gepensioneerden. Het is om van te walgen!
Van zwarte doos naar grappendoos
Het cadeau van de flexi-jobs van de regering-Michel aan de werkgevers van de horeca diende zogezegd om de inwerkingtreding vanaf 2016 van een zwarte doos te « compenseren ». Het gaat om een toestel aan iedere kassa die alle inkomsten van restaurants met een jaaromzet van hoger dan 25.000 euro (dus bijna alle restaurants) voor de belastingadministratie moet meten. Behalve de kwestie dat het bizar is om een «compensatie» toe te kennen aan bedrijven die hun werkelijke cijfers aangeven (het is te zeggen, die niet frauderen), blijkt dat deze fameuze zwarte doos een grap is. Begin 2017 blijkt dat de meerderheid van deze dozen gewoonweg niet aangesloten zijn, dat het onmogelijk is voor de belastingadministratie om vanop afstand hun aansluiting na te gaan en dat het aantal belastinginspecteurs te klein is om de 25.000 restaurants van het land ter plaatse te controleren…
Wat te doen?
We moeten niet rekenen op deze rechtse regering, die het systeem van flexi-jobs op poten heeft gezet, om op efficiënte wijze de fiscale en sociale fraude in de horeca te bestrijden. De middelen om de besproken fraudes in te dammen ontbreken nochtans niet. Het zou bijvoorbeeld volstaan om aan iedere klant van een restaurant de mogelijkheid te geven om zijn BTW-bon in te ruilen voor een Win for Life-biljet van de lotto. Zo zou de staat een pak BTW-bons binnen halen en daarmee een vloed aan fiscale inkomsten.
Eenieder kan met zijn middelen de fiscale en sociale fraude in de horeca bestrijden. Telkens je op restaurant gaat, kan je naar je BTW-bon vragen en bij voorkeur met kaart betalen (zaken die kaarten weigeren kunnen al zeker verdacht worden van fraude). Het gaat niet enkel om fiscale rechtvaardigheid, maar vooral om het zich verzetten tegen mafieuze praktijken die de werknemers van de sector in een uitzichtloze precariteit stort.
Guy Van Sinoy is gepensioneerd belastinginspecteur. Nederlandse vertaling: Neal Michiels.
.