Dit artikel is het eerste in een reeks onder de titel Feminisme en neoliberalisme. Deze artikels verschenen eerst op de site van FAKRA (Feministisch – Antikapitalistisch – Radikaal), een recent opgericht platform van antikapitalistische feministes. Op hun website kan je ook het manifest vinden en onderschrijven. Komende dagen zullen we ook de andere artikels op onze website publiceren. (redactie SAP-Rood)
“Gelijkheid van man en vrouw” is dieper dan ooit in het dagelijkse taalgebruik doorgedrongen. De slagzin kende een ware regeneratie tegen een onfrisse achtergrond van islamofobie. In hoeverre dit heeft bijgedragen tot een bepaalde nieuwe populariteit van “het feminisme” is een ongemakkelijke vraag, die feministen niet uit de weg kunnen gaan.
“Gelijkheid van man en vrouw” en feminisme vormen vandaag immers een duo dat ogenschijnlijk boven elke discussie staat. Net daarom worden het holle begrippen waarmee men ongemerkt alle kanten uit kan.
Een kleine studie van het gegoochel van Gwendolyn Rutten met die begrippen, een recent geschrift van de dames van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en enkele andere bronnen, leert ons dat “gelijkheid van man en vrouw” een al dan niet bewuste constructie van een neoliberaal feministisch wereldbeeld in de hand werkt. Links radicaal feministisch tegengas is aan de orde.
Inleiding
De slogan “gelijkheid van man en vrouw” kende een vliegende nieuwe start in het kader van de mantra der fundamentele westerse waarden. U weet wel die mantra die ook “scheiding van kerk en staat” en “vrije meningsuiting” omvat en die ingezet is en geconsolideerd werd in een niet aflatend islamofoob discours.
“Gelijkheid m/v” was en is het vehikel om vrouwenonderdrukking te culturaliseren als iets dat eigen is aan de moslimcultuur. Het rechtvaardigt de hoofddoekverboden; het steeds weer opduiken van de idee dat er toch iets specifiek (seksistisch) aan de hand is met groepen jonge mannen van vreemde afkomst. (1); de antiseksisme – wet van Milquet, geïnspireerd door de film “Femme de la Rue”; de femicide – resolutie van het Brussels parlement.
Vanuit feministische hoek is heel wat protest gerezen tegen het misbruik van die schijnbaar onwrikbare en tijdloze feministische waarde “gelijkheid van man en vrouw”. Feministen waren woest omwille van wat ze een kaping van het feminisme noemden. Ze wezen op het onheus gebruik van de slogan, want dat nergens ter wereld de gelijkheid van man en vrouw is verwezenlijkt, ook in het Westen niet. Ze stelden dat de logica achter die slogan wat simplistisch is, want wat betekent gelijkheid van vrouwen en mannen in een complex ongelijke wereld.
Maar de slogan blijft hoog op toonaangevende feministische agenda’s staan. Magda De Meyer bijvoorbeeld, voorzitster van de Nederlandstalige Vrouwen Raad (NVR) weet het zeker: “(…) alle feministen v/m hebben dit gemeen: ze komen op voor een samenleving die de gelijkheid tussen vrouwen en mannen als evident beschouwt.” (onze cursivering) (2). Een snelle veralgemening (alle feministen) of wijselijk vaag geformuleerd (als evident beschouwen), dit soort beschouwing moet het hebben van totale leegheid (een samenleving, de gelijkheid tussen vrouwen en mannen), die door om het even wat ingevuld kan worden.
Vandaar een kleine sprokkelronde. Daaruit blijkt dat een bepaald coherent feministisch ideeëngoed sluipend samen klontert rond “gelijkheid van man en vrouw”.
Toch nog even over hoofddoek en boerkini
Een eerste ideologische klonter rond de abstracte slogan “gelijkheid van man en vrouw” is die van de superieure westerse én universele waarde. Hij rechtvaardigt het hoofddoekverbod, dat allengs uitgebreid is tot islamitische kledij en boerkini. En hij werkte een racistisch wij/zij in de hand.
Stelligheden zijn dat de hoofddoek een bewijs is van de ongelijkheid van man en vrouw in de moslimcultuur, dat sociale druk het vrouwen onmogelijk maakt om vrij te kiezen. Allemaal zaken die de westerse cultuur voorbeeldig op een rijtje zou hebben: gelijkheid van man en vrouw, vrije kledingkeuze, afwezigheid van sociale druk. Het gaat er in als zoete koek.
Nochtans zijn verschillende kledingregels voor mannen en vrouwen van alle tijden en culturen, ook de westerse. En altijd en overal zitten daar opvattingen achter over mannelijkheid en vrouwelijkheid en komt er sociaal conformisme aan te pas om de geldende seksespecifieke kledingregels te doen volgen.
En dat lukt aardig. Wie niet conformeert valt op en wordt opgemerkt. Vooral commentaar op vrouwenkledij is een gesmaakt tijdverdrijf, zoals blijkt uit hoe de media zich vergapen aan de kledingstijl van politica’s en sterren of zoals blijkt uit de populariteit van die onnozele make-over programma’s, de ene om er beter uit te zien en de andere om meer te… conformeren (genre de oma die zich te sexy kleedt). Ze leren ons één ding: de grens tussen “er goed uitzien” en de geldende make up-, haartooi- en kledingnormen zijn zeer wazig om niet te zeggen dat ze quasi samenvallen.
De sociale druk in deze is behoorlijk groot. Maar de vrije markt en verkoopspraatjes die mode en cosmetica promoten tot het “krachtigste feministisch wapen” (3) zorgen ervoor dat de illusie van vrije keuze intact blijft.
Wanneer werkneemsters zich verzetten tegen een patriarchale dresscode die hen hoge hakken oplegt hebben ze publieke opinie achter zich. Zij eisen de vrijheid op om al dan niet schoenen met hakken aan te trekken. Dat traditioneel alleen vrouwen hoge hakken dragen heeft geen plaats in dit keuzeverhaal. Voor de hoofddoek geldt net het omgekeerde. Die wordt verboden omwille van het feit dat alleen vrouwen hoofddoeken dragen en dus gediscrimineerd worden. De eis van moslima’s van keuzevrijheid is van geen tel. In beide gevallen wordt de “gelijkheid van man en vrouw” ingeroepen.
Het is een perfect en vunzig voorbeeld van de instrumentalisering van het principe van “gelijkheid van man en vrouw” om een institutionele ongelijke behandeling van een bepaalde groep burgers te rechtvaardigen. Het opzet slaagde helaas en het heeft zo zijn neveneffecten voor een dominant feministisch denken.
De simpele m/v wereld
Woorden en slogans zijn niet neutraal. Ze beïnvloeden het denken, vaak ook omdat het slordig is en niet erg doordacht. De alomtegenwoordigheid van “gelijkheid van man en vrouw” als abstracte slogan is – in combinatie met het geloof dat de Westerse samenleving er een patent op heeft – instrumenteel in de constructie van een ultra simpel wereldbeeld. Ultra simpel omdat het – zoals in het geval van het hoofddoekverbod – de vele ongelijkheden in de samenleving negeert. Het gebeurt niet bewust, het is geen complot maar men kan wel een tweede ideologische klonter ontwaren.
In dat wereldbeeld bestaat de verleiding om alle discriminaties van vrouwen te herleiden tot een eendimensionele genderongelijkheid en de strijd ertegen tot een strijd tegen genderstereotypen. Geslachtsidentiteit wordt allesbepalend en inwisselbaar met genderidentiteit. Cijfers en gegevens over de ontzettend complexe en diverse vormen van ongelijkheid en discriminatie, die vrouwen treffen, worden verpakt in “gender gelijkheidsindexen” (4) en andere lijstjes, waarna het spreekwoord van het glas en de plas zeer toepasselijk is.
De ultieme indeling van de maatschappij wordt er een van een benadeelde vrouwengroep en een “gepriviligeerde” mannengroep. Een voorbeeld daarvan is wat Barbara Ortiz, Liesbeth Stevens en Eline Verhoeven van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, toch niet de eersten de besten, schrijven in hun stuk in het boek Seksisme, neen wij overdrijven niet. Ze stellen vast dat aan het huidige tempo “België pas in 2128 gendergelijkheid (zal) kennen” en komen tot de sleutelvraag: “Waarom is die laatste ongelijkheid zo hardnekkig?” (onze cursivering). (5)
Wie zo’n prognose en diagnose aandurft gaat uit van een rechtlijnig en ééndimensioneel emancipatieproces en doet een van twee dingen of misschien allebei: die veronderstelt dat voor de rest alles OK is of die vat de vele nog bestaande uiteenlopende ongelijkheden tussen mannen en vrouwen samen onder één noemer. Hoe dan ook zo’n eenvoudige of vereenvoudigende diagnose leidt tot een eenvoudig antwoord: het zijn de genderstereotypes, stupid. En een even eenvoudige oplossing: “Om bij mannen meer begrip te kweken voor de rechtmatige aanspraken van vrouwen moeten zij zich meer bewust worden van de voordelen die zij als groep putten uit hun geprivilegieerde positie in de samenleving met eeuwenoude patriarchale wortels”. (onze cursivering)
Samengevat: de samenleving bestaat uit twee groepen, mannen en vrouwen; de ongelijkheid tussen die twee wortelt in een eeuwenoud patriarchaat; vrouwen voeren actie voor gendergelijkheid; dat proces loopt te traag; wat ontbreekt is de betrokkenheid van mannen. En wat gendergelijkheid dan precies inhoudt blijft een mysterie. (6)
Op basis van dit soort logica wordt de bondgenootschap van mannen met het feminisme als een ware strategie aangeprezen. Het gekke is dat in de hele geschiedenis van het feminisme mannen altijd bondgenoten zijn geweest. Uiteraard niet alle mannen. Wat de nieuwe strategie om mannen te betrekken lijkt te onderscheiden, is dat ze mannen wil betrekken omdat ze tot de groep mannen behoren, niet om wat ze denken of doen. Zo kan op de blog van de NVR ook elke man zijn ei kwijt, wat hij ook vertelt. (7) Man zijn volstaat!
Het kan zijn dat de dames van het IGVM zich hebben laten meeslepen in een verhaal over seksisme (maar wat is dan hun definitie van seksisme?). Anderzijds benoemen ze vooraf in hetzelfde artikel allerhande ongelijkheden die vrouwen nog treffen om dan over te gaan tot de orde van de dag, de strijd voor gelijkheid m/v, waarin het hoog tijd wordt om de mannen te betrekken. Want gelijkheid m/v is goed voor de samenleving.
Heel vaak is het allemaal ook nog eens oude wijn in nieuwe zakken en vooral met een bedrieglijke coherentie.
Hoe goed is gelijkheid m/v voor de samenleving?
Is meer “gelijkheid m/v” goed voor de samenleving? Het hangt er maar vanaf wat men goed voor welke samenleving noemt. Dat meer “gelijkheid m/v” in de eerste plaats goed is voor specifieke groepen vrouwen staat boven kijf. Maar het gaat hier over “de” samenleving dus.
Verdacht vaak wordt het afgezaagde voorbeeld opgedist van het heilzame effect van evenwichtig m/v samengestelde raden van bestuur van ondernemingen. Ook in het hoger genoemde stuk van Barbara Ortiz, Liesbeth Stevens en Eline Verhoeven ontbreekt het niet. Zij wijzen op het heilzame effect ervan op de bedrijfsresultaten. Aangenomen dat dit klopt, rijzen er toch nog andere bedenkingen bij dit argument.
“Gelijkheid m/v” is hier instrumenteel voor goede bedrijfsresultaten en wordt niet beargumenteerd vanuit een recht op gelijkheid. Moest men dat wel doen dan wordt duidelijk dat enkel het recht op gelijkheid van een kleine minderheid van vrouwen beoogd wordt. Daar is op zich niets mis mee: een directe eis in een concrete situatie. Maar men hanteert een algemeen principe “gelijkheid m/v” in naam van een hoger doel, namelijk goede bedrijfsresultaten, die goed zijn voor iedereen.
Waarom? Omdat én werkgevers én werknemers er wel bij varen? Alsof het machtsonevenwicht tussen die twee op zich geen gigantische structurele ongelijkheid is!
Maar er is meer. De argumentatie voor “Gelijkheid m/v” in raden van bestuur e.d. wordt keer op keer geschraagd op een soort complementariteit van mannen en vrouwen als incarnaties van het mannelijke en het vrouwelijke.
De bijzondere eigenschappen en kwaliteiten, hun bijzondere ervaring en beleving, hun andere sociale normen, hun teamcultuur die gericht is op overleg en inspraak zijn een verrijking. Dat bevestigt wel de genderstereotypen, maar bedrijven zien tenminste vrouwelijke eigenschappen als waardevol en dat zou volgens professor Zanoni nieuw zijn. (8)
Nieuw? Deden werkgevers dat al niet altijd als het hen goed uitkwam? “Vrouwelijke” talenten en eigenschappen als nauwgezetheid voor secretariaatwerk, fijne motoriek voor prutserig bandwerk, smalle vingers om orchideeën te enten, zorgzaamheid om enz.… dienden en dienen de structurele segregatie van de arbeidsmarkt. Andere vrouwelijke eigenschappen als empathisch leiderschap, teamgerichtheid, zachte zeden en zo dienen de idee van een gemengd personeelsbestand. Het is maar welke vrouwelijke eigenschappen werkgevers goed uitkomen, zodat alleen in specifieke gevallen “gelijkheid m/v” hoogstens een neveneffect kan genoemd worden, waarmee een beperkte groep vrouwen hun voordeel doen. Meer niet.
Genderstereotypen en toxische mannelijkheid
Genderstereotypen, mannelijkheid en vrouwelijkheid, vrouwelijke en mannelijke eigenschappen… er wordt veel naar gerefereerd in vele contexten. Is het allemaal te herleiden tot sociale constructies die vrouwen en mannen blijven modelleren in een kader van ongelijke patriarchale machtsverhoudingen? Of bestaat er zoiets als een essentiële vrouwelijkheid en mannelijkheid? Het is een oude discussie.
Een nieuw ideetje dat de kool en de geit spaart is opgedoken, een soort synthese van genderstereotypen en seksegebonden essentialisme: “toxische” mannelijkheid. (9)
Het past als gegoten in de simpele m/v wereld. Toxische mannelijkheid is een overcompensatie van mannen voor de rechten die vrouwen dankzij het feminisme hebben veroverd. Daarvoor vallen ze terug op traditionele patriarchale mannelijke stereotypen. Zo wordt hun (normale?) mannelijkheid, overwoekerd, wat het hen onmogelijk maakt hun man-zijn te verzoenen met… vrouwelijke kwaliteiten.
Toxische mannelijkheid zou ook de motor zijn achter racisme, seksisme, homofobie, IS, de verkiezing van Trump. Misschien kunnen we de wereld redden door een duiveluitdrijving toe te passen op al die geïntoxiceerde mannen.
Toxische mannelijkheid lijkt weer zo’n modieus strategietje van “experten” uit de illusoire simpele m/v wereld. Zo kunnen ze nog eens een bestsellertje aan de man brengen. En als gender, waaronder zowel stereotypen als opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid en hun respectieve tekortkomingen en kwaliteiten vallen, nu eens altijd toxisch zou zijn…
Conclusie
Een beetje sprokkelen in recente boeken en krantenartikels laat zien hoe het populaire principe van “gelijkheid van man en vrouw” een vehikel is voor de popularisering van een neoliberaal en maatschappijbevestigend feminisme.
Noten:
1) Laatst nog Bart Eeckhout in DM van 4/01/17
2) http://www.beslistfeminist.be/
3) “Make-up is het krachtigste feministische wapen” www.standaard.be/cnt/dmf20170213_02727743?_section=60571720&utm_source=standaard&utm_medium=newsletter&utm_campaign=middagmail&M_BT=148239855670&adh_i=05d8da516734118b25125c2bec835fd9&imai=
4) Zie bv. de EU gendergelijkheidsindex 2015, die werk, geld, kennis, macht, tijd, gezondheid en enkele “satellietdomeinen”, nl. intersectionaliteit en geweld, deze twee laatste in zeer prille kinderschoenen, meet. https://bookshop.europa.eu/nl/gendergelijkheidsindex-pbMH0116023/
5) gendergelijkheid volgens EU index.
Barbara Ortiz, Liesbeth Stevens en Eline Verhoeven, Goed voor vrouwen en mannen, in Seksisme, Nee wij overdrijven niet, 2015, Polis Antwerpen.
6) Al te vaak worden gendergelijkheid en gelijkheid van vrouwen en mannen door elkaar gebruikt. Nochtans is het engelse woord gender ons taalgebruik binnengedrongen om een onderscheid aan te duiden tussen biologisch geslacht en sociaal geslacht. Dit laatste is een maatschappelijke constructie die bepaalt wat mannelijk en vrouwelijk is en hoe mannen en vrouwen zich horen te gedragen. Gender gaat samen met genderstereotypen. Het biologisch verschil tussen (de meeste) mannen en (de meeste) vrouwen wordt doorgetrokken naar alle mensen en gebruikt om de samenleving in te delen in twee geslachten, die in een ongelijke machtsverhouding staan tot elkaar. De term “gendergelijkheid” is in die context nonsensicaal. (eventueeel verwijzen naar een artikel van mij)
7) http://www.beslistfeminist.be/ : bv een bijdrage als die van Marijn Depraetere, een bepaald dieptepunt.
8) De Standaard, 26/10/2016.
Micheline Scheys, voorzitter van de Socialistische Mutualiteiten: “onze ervaring en beleving (kunnen) nieuwe inzichten aanreiken”, S Magazine, januari 2017, p. 13
Een voorstel om de financiering van universiteiten en hogescholen te koppelen aan een gendertoets koppelt moeiteloos de gelijke behandeling van de geslachten aan de gelijke waardering van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen en competenties! (Koppel Gendertoets aan financiering universiteiten en hogescholen http://www.standaard.be/cnt/dmf20161219_02635792)
9) Cathérine Ongenae, Toxische mannelijkheid: het gif in Trump, de IS en de brexit, Ook mannen hebben te lijden onder mannen. Knack 2 november 2016
En: http://nymag.com/thecut/2016/12/mens-rights-activists-are-flocking-to-the-alt-right.html