“De schrik voor een uittrede van Griekenland uit de euro mag ons niet langer verlammen”
De beslissing van de SYRIZA-regering om alle beschikbare fondsen van de publieke sector te transfereren naar de Bank van Griekenland [de Griekse centrale Bank] betekent een keerpunt. Dit risicovol initiatief maakt absoluut duidelijk in welke situatie we zijn beland na de tweeëneenhalve maand sinds het akkoord van 20 februari.
Het argument dat toen naar voren werd gebracht ter verdediging van dit akkoord was “dat men er tijd kon mee kopen”, tegen een hoge prijs weliswaar, ter voorbereiding van de fundamentele onderhandelingen tijdens de zomer.
Men ging ervan uit dat de Europese Centrale Bank (ECB) gedurende een periode van vier maanden de foltering zou stopzetten die was opgelegd aan de Griekse economie sinds 5 februari, wanneer de ECB besliste tot de stopzetting van het belangrijkste mechanisme voor de financiering van de Griekse banken. Nu wordt algemeen erkend dat de regering ertoe werd gebracht om dit onevenwichtig akkoord te ondertekenen onder druk van een versneld leeghalen van bankdeposito’s en de dreiging van een ineenstorting van de banken.
Nu de staatskas aan het leeglopen is door de aflossing van schulden en de betaling van onvermijdelijke overheidsverplichtingen, wordt het duidelijk dat de enige tijd die gekocht werd in het voordeel speelt van de Europese instellingen, en dat Griekenland steeds meer wordt gechanteerd naarmate de situatie verergert.
Het oorlogszuchtig klimaat zonder voorgaande tijdens de bijeenkomst van de Eurogroep in Riga, waarbij de Griekse minister van financiën Yanis Varoufakis aan de schandpaal werd genageld en belachelijk gemaakt door zijn collega’s (zelfs uit landen met het gewicht van Slowakije of Slovenië) toont duidelijk aan hoeveel vernederingen de regering heeft moeten slikken tijdens de voorbije twee maanden.
Wat achter de vergissing steekt
In een opmerkelijk statement op 23 april zei viceminister voor internationale economische betrekkingen Euclides Tsakalotos (die nu Varoufakis opgevolgd is als hoofd van het Grieks onderhandelingsteam) heel typerend: “Toen we onze handtekening zetten onder de overeenkomst van 20 februari, maakten we de vergissing ons er niet van te verzekeren dat het akkoord een signaal zou zijn voor de Europese Centrale Bank om de liquiditeitsverstrekking op gang te brengen.”
Maar deze “vergissing” gaat niet over een bijkomstig aspect, maar over de kern van de overeenkomst. Daar is een specifieke reden voor, van politieke en niet van technische aard.
De Griekse zijde heeft geen rekening gehouden met wat duidelijk was vanaf het begin, namelijk dat de ECB en de EU niet met hun duimen zouden zitten draaien wanneer ze geconfronteerd werden met een radicaal-linkse regering. Het zwaarste geschut in hun arsenaal is de liquiditeitsverstrekking, en het was absoluut logisch en voorspelbaar dat ze er onmiddellijk zouden van gebruik maken. Natuurlijk hebben de kredietverstrekkers alle redenen om de strop verder aan te halen (zoals eerste minister Alexis Tsipras het zegt) tot ze Griekenland tot volledige capitulatie hebben gedwongen.
Nog anders gesteld, indien de kredietverleners met het akkoord van 20 februari ermee hadden ingestemd de “liquiditeit te verzekeren”, indien ze de verstrekking ervan hadden losgekoppeld van de specifieke soberheidsprogramma’s die ze willen opleggen, dan zouden ze zich simpelweg het belangrijkste drukkingsmiddel hebben ontzegd dat hen ter beschikking staat. Dat Tsakalotos geloofde dat ze dit toch zouden doen, getuigt van extreme politieke naïviteit, of zelfs opzettelijke blindheid, zeker als men weet dat een belangrijk deel van zijn eigen partij vanaf het begin waarschuwde voor de onvermijdelijkheid van dit scenario.
De “vergissing” komt dus voort uit een fundamenteel verkeerde werkhypothese, waarop de hele regeringsstrategie gebouwd was vanaf het begin: dat we uiteindelijk een akkoord zouden bereiken met de kredietverleners, waardoor SYRIZA in staat zou zijn zijn programma uit te voeren, en ondertussen in de eurozone te blijven. Dat is de fatale logica van het “links europeanisme”.
Wat nu?
Hoe vaak de uitdrukking ook gebruikt en misbruikt werd, we vinden geen betere manier om de huidige situatie van het land aan te duiden dan te zeggen dat die aan een zijden draadje hangt.
Door de gebruikte aanpak en de bepalingen in de wetgeving over de transfer van overheidsfondsen, bevindt de regering zich in een zeer lastig parket, zowel financieel als politiek. Het zou wel eens de voedingsbodem kunnen zijn voor Griekse cacerolazos, betogingen naar het model van reactionaire, door het buitenland gesponsorde oppositiebewegingen in Latijns-Amerika, die proberen linkse regeringen te wippen.
De enige ontsnappingsroute uit de blijvende gevangenschap in de kooi van de Memoranda, het enige alternatief voor het ontsporen van het regeringsprogramma, bestaat uit het mobiliseren van de bevolking, met een herstel van het strijdbaar en hoopgevend klimaat dat heerste vóór het akkoord van 20 februari.
Het is niet te laat. Het is nu echt de tijd voor duidelijke taal, de enige die een invloed kan hebben en mensen in beweging kan brengen, net omdat men ze op die manier behandelt met respect, als volwassenen en de bewerkstelligers van hun eigen lot.
Wat er op het spel staat in Griekenland is de mogelijkheid van een radicale verandering, en van een wegbereiding naar een politieke omwenteling, naar de emancipatie van de bevolking, van de werkende klassen, maar ook van de toekomst voor de werkers in heel Europa.
De schrik voor een grexit mag ons niet langer verlammen. Het ogenblik is gekomen om duidelijk te maken dat alle fondsen die door de nieuwe wetgeving naar de staatskas worden gedraineerd, bestemd zijn voor het dekken van publieke en sociale noden, en niet voor afbetalingen aan kredietverleners.
De tijd is gekomen om een eind te maken aan het slaapverwekkend gewauwel over “onderhandelingen die goed verlopen” en “overeenkomsten die er aankomen”.
De tijd is gekomen om op te houden met de surrealistische verwijzingen naar “wederzijds bevredigende oplossingen” en de “partners” waarmee we zogezegd de “gemeenschappelijke eigenaars van de EU” zijn.
De tijd is gekomen om aan de Griekse en internationale publieke opinie de feiten te openbaren die duidelijk maken wat voor een meedogenloze oorlog gevoerd wordt tegen deze regering.
En allerbelangrijkst: de tijd is gekomen om eindelijk de enige eerbare oplossing voor te bereiden op politiek, technisch en cultureel vlak, het scheiden der wegen met deze meedogenloze neoliberale kliek.
De tijd is gekomen om concrete inhoud te geven aan het alternatief, en de werkbaarheid ervan uit te leggen, te beginnen met twee dingen: stopzetting van de betalingen aan de kredietverleners, en nationalisatie van de banken, en indien nodig, over te gaan tot de invoering van een nationale munt, goedgekeurd door een volksreferendum.
De tijd is gekomen om goed na te denken, maar ook om kordaat op te treden. We zijn beland op een tijdstip waarop zowel ondergang als redding zich aandienen.
Het is nu tijd om terug te slaan.
(*) Stathis Kouvelakis is een Griekse politieke wetenschapper die doceert aan King’s College London. Hij is ook lid van het centraal comité van Syriza, waar hij een van de leidende figuren van het Links Platform is. Reeds eerder verscheen van hem De strop rond Griekenland wordt nog strakker (april 2015), en Hoe moet het verder na de overwinning van Syriza? (januari 2015). Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Jacobin op 6 mei 2015.
Nederlandse vertaling door Herman Michiel voor AnderEuropa.org.