Deze week maakte de Universiteit van Athene bekend dat het alle activiteiten zou moeten opschorten omwille van het “mobiliteitsschema” dat de Trojka aan de Griekse regering heeft opgelegd. Een aantal andere Griekse universiteiten volgden dat voorbeeld, en andere zullen wellicht volgen. Na de sluiting van de Griekse nationale oproep stort nu ook het hoger onderwijs in. De democratische infrastructuur van Griekenland ligt onder vuur.
De feiten zijn schokkend. Om de Trojka ter wille te zijn moet de Griekse overheid een zogenaamd “mobiliteitsschema” invoeren, waarin 25.000 vastbenoemde ambtenaren tegen het eind van het jaar “mobiel” worden gemaakt. Zelden was een eufemisme zo cynisch, want “mobiel” staat hier voor, hetzij mobiliteit vanuit jouw baan naar de werkloosheid, hetzij vanuit jouw baan naar een landelijke arbeidsreserve, met forse verlaging van het loon.
Voor de universiteiten die, grondwettelijk, een staf van vast benoemde ambtenaren hebben, betekent dit een reductie van 40%, overwegend in het administratief en ondersteunend personeel. Noteer echter nu al – ik kom er straks nog op terug – dat dit ondersteunend personeel heel veel onderzoekers omvat, die de afgelopen jaren geen toegang hadden tot academische benoemingen.
Afgelopen dinsdag gooide het Rectoraat van de Universiteit van Athene, de oudste en meest prominente universiteit van het land, de handdoek in de ring. Er zouden per direct bijna 500 mensen moeten afvloeien, en dat op een moment waarop de studenten toestromen voor het nieuwe academiejaar. Die studenten (ik merk het even op) zijn niet uitsluitend Grieken; ook honderden Erasmus-studenten worden getroffen. Universiteiten in onder andere Thessaloniki en Kreta deden het zelfde.
De visie van de pers
In de West-Europese pers werd dit feit nauwelijks vermeld. Als het al vermeld werd, ging het gepaard met een riedeltje dat we al gewoon zijn geraakt in de context van Griekenland, en dat voluit werd gebruikt toen de Griekse overheid haar nationale omroep manu miltari sloot in juni dit jaar.
Dat riedeltje gaat als volgt: Griekse publieke instellingen zijn al decennia lang veel te vet en door en door corrupt en inefficient, omdat ze de speeltuin waren voor politieke benoemingen. De Trojka – zo luidt het – is dan ook genoodzaakt dergelijke maatregelen te nemen, want de Griekse regering is te lui en te laks om ze zelf te nemen. Als Griekenland zijn crisis wil overleven, dan moet het een enorme vermageringsoperatie aangaan.
Het riedeltje wordt vaak vergezeld van een greep anekdoten die de schaal van de Griekse inefficiëntie, corruptie en bestuurskundige idiotie moeten aantonen. We kennen ze: pensioenen die worden uitbetaald aan mensen die al jaren dood zijn, redders die benoemd worden in zwembaden die gesloten zijn, plaatselijke bibliotheken waar niet minder dan dertig mensen de titel ‘hoofdbibliothecaris’ dragen, en ga zo maar voort. Ook dat blik anekdoten werd opengetrokken om de sluiting van universiteiten als logisch en vanzelfsprekend voor te stellen.
Wat is er van aan?
Dat soort berichtgeving maakt elk gezond begrip van de situatie onmogelijk. Het sluit elke structurele en historische analyse uit en vestigt onze blik op het hier-en-nu zoals het wordt waargenomen door de Trojka.
In het geval van de Griekse universiteiten gaat het voorbij aan het feit dat deze instellingen al decennia lang te kampen hebben met structurele financieringsproblemen. De crisis van de universiteiten gaat de Griekse Eurocrisis dus lang vooraf. In de jaren 1990 waren er herhaaldelijk protesten, stakingen en andere acties tegen de regering, omwille van tekorten in de financiering van de universiteiten. En deze protesten hielden eigenlijk nooit op; ze zijn een constante die zowel de gouden jaren als de jaren van diepe crisis overspant.
Dit is overigens niet de eerste aanslag op universiteiten sinds het uitbreken van de Eurocrisis. Al in 2008 en 2009 waren er massale protesten aan universiteiten, omdat de regering ook toen al enorme besparingen doorvoerde in het Griekse hoger onderwijs. Vanaf 2011 zwollen deze protesten vanzelfsprekend aan, en de buurt rond de Universiteit van Athene is al jaren een quasi-bezette zone.
De universiteiten gooien de handdoek dan ook niet zomaar in de ring. Er is de afgelopen jaren al enorm bezuinigd aan de universiteiten, die wel degelijk blijk gaven van een besef dat de instellingen overbemand waren en op dat vlak al verregaande maatregelen ondernamen. Dit verklaart waarom heel wat onderzoekers enkel in een administratieve of ondersteunende functie kunnen worden aangeworven: de achterdeurtjes zijn al jaren potdicht.
Het is in die context, waarin universiteiten al decennia on a shoestring moeten leven, en waarin al verregaande besparingsingrepen zijn gebeurd, dat de actie van de Griekse rectoren moet begrepen worden: deze nieuwe ingreep van de Trojka, dit wanstaltige “mobiliteitsschema”, breekt de rug van de instellingen en maakt hen het functioneren simpelweg onmogelijk.
De gevolgen
De Griekse rectoren moeten dus niet van frivoliteit beschuldigd te worden. Er heerst in Griekenland een zeer scherp besef van de democratische rol van universiteiten; ze waren overigens belangrijke krachten in het ten val brengen van het kolonelsregime, en Griekse academici en studenten zijn een wezenlijke kracht in het Griekse publieke debat. De rectoren beseffen wel degelijk dat de sluiting van hun instellingen ervoor zal zorgen dat er dit jaar geen artsen, ingenieurs, leerkrachten, verplegers en andere nuttige mensen zullen afstuderen, en dat de instellingen voor hoger onderwijs op deze manier nagenoeg onherstelbare schade in hun functioneren en reputatie zullen lijden. Ze sluiten hun universiteiten niet voor de pret; ze doen het omdat hun instellingen in deze context niet langer meer hun rol en functie kunnen vervullen. Ze zijn K.O. Geslagen.
Daarmee is na de openbare omroep een tweede cruciale democratische infrastructuur gesneuveld in Griekenland. Twee instrumenten voor kritisch maatschappelijk debat en mobilisatie zijn effectief geliquideerd. En deze ramp treft Griekenland als gevolg van een besparingsdoctrine waarvan zelfs het IMF en de OESO thans beseffen dat ze een enorme sociale en economische prijs vergt en blijvende maatschappelijke en politieke schade toebrengt. Die schade zal langer voelbaar zijn dan de Eurocrisis: zelfs wanneer die laatste wordt opgelost zal de eerste nog lang blijven doorwerken.
Cui prodest? Wie heeft daar belang bij? Wel, zij die hun logica en tactiek aan een ijltempo in de strot van de Griekse bevolking willen rammen tellen nu een lastige tegenstrever minder. De al vele jaren militante en opstandige academische gemeenschap in Griekenland ligt op het canvas, en ik kan me inbeelden dat de Trojka daar het glas op heft.
Met de afbouw van de democratische infrastructuur zal de straat echter nog actiever worden. We kunnen ons verwachten aan nog heftiger en radicaler protesten in Athene en andere Griekse steden, aan nog meer bloed op de straat. Een Franco-wet zoals deze die afgelopen week in Spanje werd uitgevaardigd – jaren gevangenisstraf voor straatprotest – zal daar weinig aan verhelpen. Men maakt zich wijs dat men de wereld verbetert, en de Grieken een plezier doet, met het scheppen van armoede en bestaansonzekerheid en de afbouw van het publieke apparaat – onder het mom van budgettaire orthodoxie. Die kruik gaat te water tot ze barst, en de barsten worden steeds meer zichtbaar.
Ik roep alle academici op om het protest van de Griekse universiteiten te ondersteunen, en om ervoor te zorgen dat de kennisproductie en -circulatie daar niet stilvalt. Ga naar Griekenland, zoek een stoel of bank, ga erop staan, en begin les te geven voor al wie het wil horen. Want dit kan zo niet verder.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de blog van Jan Blommaert