Dat de discussie over Zwarte Piet eindelijk is doorgedrongen tot het grote publiek is een stap vooruit. Maar de ronduit racistische reacties die het oproept, laten zien dat er nog een lange weg te gaan is.
‘Het politieke tij in Nederland is racisctisch’, stelde nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer. Hij reageerde daarmee op een rapport van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) van de Raad van Europa. In dat rapport komt naar voren dat de Nederlandse politiek en media een racismeprobleem hebben. In Elsevier reageerde Afshin Ellian furieus. ‘Totale krankzinnigheid’ noemde hij de uitspraken van Brenninkmeijer. ‘Racisme als een groot maatschappelijk probleem kent Nederland niet.’
De Zwarte Piet-discussie bewees de afgelopen weken het tegendeel. Mensen die zich uitspraken tegen Zwarte Piet kregen te maken met ronduit racistische reacties.
Zangeres Anouk, die zich al jaren verzet tegen Zwarte Piet, werd bijvoorbeeld uitgemaakt voor ‘vuile negerhoer’, op Twitter regende het racistische tweets en ook op de reactiepagina van de Pietitie werden uitlatingen gedaan waar de honden geen brood van lusten.
In Hoogezand-Sappemeer werd het plan om Groene Pieten in te zetten afgeblazen na doodsbedreigingen. ‘We zien er toch van af, omdat we niet het risico willen lopen dat de bedreigingen tijdens de optocht worden waargemaakt. Je weet niet wat voor gekken deze kant op komen.’
Aangevallen
Bij de demonstratie voor Zwarte Piet op het Malieveld werd een vrouw met een Papoea-achtergrond aangevallen. Fotograaf Gerrit de Heus beschreef op zijn blog hoe de vrouw werd ‘ingesloten als een prooi door een groep hyena’s. In de blauwe ogen van de zwart geschminkte gezichten lijkt de haat zichtbaar.’ ‘Oprotten zwarte, terug naar je eigen land’, werd er geschreeuwd naar de vrouw en ‘vieze zwarte, je moet weg’.
Uiteindelijk greep de politie in, ze namen de vrouw mee en tweetten ‘Veel Pieten in Den Haag bij demonstratie #Malieveld, zoiets verloopt natuurlijk zonder geweld.’
Toen PVV-Kamerlid Joram van Klaveren op het podium klom om de Pietitie in ontvangst te nemen gonsde het in het publiek: ‘goed zo, de PVV’ en ‘klotebuitenlanders’.
Dat Nederland een racismeprobleem heeft moge duidelijk zijn. Tegelijkertijd bevestigde de politiek de stelling van Alex Brenninkmeijer. De PVV nam geen afstand van de gebeurtenissen op het Malieveld, Mark Rutte kwam niet verder dan ‘Zwarte Piet is nu eenmaal zwart’ en Diederik Samsom bagatelliseerde het geheel als een discussie van ‘mensen met te veel tijd om handen’.
Terecht concludeerde The Economist dat ‘het conflict Zwarte Piet heeft veranderd. Zelfs als hij voor velen tot een jaar geleden nog geen symbool van Nederlands racisme was, is hij dat nu wel’. Dat racistische gevoelens naar de oppervlakte komen zegt ook iets over het veranderende klimaat in Nederland. Aangezien er in de politiek en media nauwelijks een weerwoord wordt geboden aan racistische uitingen krijgen ze steeds meer ruimte. Dat is precies waar Alex Brenninkmeijer en het ECRI op wijzen.
Traditie
Dit betekent niet dat alle aanhangers van Zwarte Piet racisten zijn. Ook van de twee miljoen ondertekenaars van de Pietitie is het merendeel geen racist. Het betreft hier vooral mensen die het gevoel hebben dat het zoveelste ding van hen wordt afgenomen. Maar het probleem is dat ze niet willen zien dat een traditie die zijzelf altijd als onschuldig hebben beschouwd anderen kan kwetsen.
Aan dat punt ging het betoog van de filosoof Rob Wijnberg voorbij. Volgens hem ‘is het nogal een aantijging om te stellen dat Zwarte Piet racisme is: je wrijft velen daarmee aan iets niet te zien waar we juist bewust blind voor zijn (en blind voor willen zijn).’
Columnist Asha ten Broeke haalde in haar reactie een zwarte kennis aan die zei: ‘Vertel me niet dat ras niet bestaat, zolang ik in een maatschappij leef waarin ik elke dag word beoordeeld op de kleur van mijn huid.’
Ten Broeke legt de vinger op de zere plek: ‘Kleurenblind zijn, is vooralsnog een wit privilege.’ Dat was precies wat Robert Vuijsje probeerde uit te leggen over zijn eigen openbaring: ‘Ik was uitgegaan van mijn eigen beleving van het kinderfeest. Mijn eerste instinct bleek te denken vanuit de meerderheid en niet als een minderheid.’
Dat is een denkfout die niet alleen aanhangers van Zwarte Piet maken, maar ook de mensen die de discussie afdoen als gezeur of zeggen dat er belangrijker zaken zijn op de wereld. Als onderdeel van de ‘meerderheid’ is het altijd makkelijk om kritiek van de minderheid te bagatelliseren. Het wordt tijd dat de witte meerderheid respect toont voor de zwarte minderheid en de bezwaren tegen Zwarte Piet serieus gaat nemen. Zolang dat niet gebeurt, nemen we het Nederlandse racismeprobleem niet serieus.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.