Het duurde geen 48 uur na de persconferentie van het gemeenschappelijk vastbondsfront waarin werd aangekondigd dat de 24-urenstaking van 7 oktober niet plaats vindt (1) of de regering liet weten dat het begrotingstekort geen 2,4 miljard euro, maar 4,2 miljard euro bedroeg. “Om het begrotingstraject te volgen dat werd overgenomen in het stabiliteitsprogramma voor 2016-2019 moet een bijkomende inspanning worden gerealiseerd ter hoogte van 2,3 miljard euro in 2016 en een bijkomende 1,9 miljard in 2017”, liet het kabinet van de minister van Begroting weten.
De pers liet onmiddellijk enkele proefballonnen los. Zo werden een aantal maatregelen opgesomd die binnen de regering leven. In de catalogus vinden we onder meer een nieuwe verhoging van de BTW en het mogelijk schrappen van de werkloosheidsuitkering van werklozen die over “voldoende middelen beschikken”. Deze zouden dan van het regime van de sociale zekerheid op hulp door het OCMW terugvallen. Een kolossale achteruitgang! Nog een. Daar komen nog de “projecten van verschillende ministers bovenop: minister van Financiën Van Overtveldt (N-VA) wil zo de aanslagvoet voor de bedrijven naar 20% brengen (een derde lager!), minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) wil een onmiddellijke loonsverhoging “geruild” zien voor bijkomende bijdragen aan het systeem van aanvullende pensioenen.(2)
Moeten we wachten op de regeringsverklaring van Charles Michel op 11 oktober – argument dat op verschillende momenten naar voor werd geschoven om het “bevriezen” van de 24-urenstaking op 7 oktober te rechtvaardigen – om te weten hoe we weer koud gepakt gaan worden?
Het kan niet ontkend worden, de beslissing van de vakbondsleidingen zal een demobiliserend effect hebben op heel wat leden en militanten. Die vragen zich af waarom men enerzijds in het syndicaal actiemateriaal blijft herinneren aan de indexsprong, bevriezing van de lonen, pensioen op 67 jaar, het vervroegd pensioen dat moeilijker te krijgen is, de jacht op werklozen en zieken, besparingen op de openbare diensten, langer werken om minder te verdienen, enz. om zo de mensen warm te maken voor de betoging op 29 september (3) en anderzijds al deze goede redenen om massaal in actie te komen niet meer van tel lijken voor het vervolg van het actieplan.
De heersende kringen in dit land beschouwen de opstelling van de syndicale leidingen die de algemene 24-urenstaking van 7 oktober afblazen (“uitstellen”, zeggen ze zelf) als een groen licht: “Laat ons over de kruimels onderhandelen met Peeters en het patronaat en wij zullen niet meer bewegen als in 2016, 2017, 2018 als in 2015. Een Noord – Zuid – wandeling op 29 september om stoom af te laten, te merken dat we met minder zijn dan in 2014 en 2015 – “hoe spijtig” – en een paar persverklaringen om de nieuwe besparingsmaatregelen aan te klagen”.
Bepalen de peilingen de vakbondsstrategie?
De vakbondsleidingen lijken er een strategie van “kop in kas” en doorbijten op na te houden, in de hoop dat er zich in 2019 een “minder rechtse meerderheid” – niet moeilijk – aftekent rond de “linkerzijde” van de regering (de CD&V van Kris Peeters) en de “linkerzijde” met regeringsambities (de PS en SP.A).
Momenteel is deze “linkerzijde” niet klaar, de peilingen geven haar slechte resultaten. Niet moeilijk na 25 jaren mee het besparingsbeleid te hebben uitgevoerd in de diverse regeringen. Het lijkt de hoge kringen van PS en SP.A, maar ook een deel van de vakbondsleidingen, dan ook beter om deze regering de onpopulaire maatregelen te laten nemen en zelf “de terugkeer van het hart”, de “retour du cœur” in 2019 te belichamen. Des te meer daar ook de twee peilers van de rechtse regering, N-VA en MR, achteruit gaan in de peilingen. De strategie is er dan ook een van enerzijds tamelijk radicale verklaringen om zich een nieuwe maagdelijkheid te geven en anderzijds op de rem gaan staan wat het vakbondsverzet betreft.
Maar ter rechterzijde komt het niet in de hoofden op om van koers te veranderen, ondanks de slijtage door de macht die in de peilingen tot uiting komt. Het patronaat en de economische orde blijft de lijn bepalen en de politiek houdt zich daar aan. Rechts kan ook peilingen interpreteren, ze liggen niet wakker van puur verbale uithalen vanuit de oppositie.
Eigenaardig genoeg heeft de PVDA/PTB een nogal gelijkaardige houding. Vermits de verkiezingspeilingen hen blijven vooruitgang voorspellen, is het dan niet beter zich verder te versterken door de bokaal van de sociaaldemocratie verder te legen? In mei analyseerde Raoul Hedebouw de toestand als volgt: “Wij moeten de strategische kwestie oplossen in de tien komende jaren. De peilingen zijn de uitdrukking van een zucht naar een linkerzijde en het breken met het liberale kader. Maar het zijn niet twee of drie parlementsleden meer voor de PVDA/PTB die de kaarten zullen dooreen schudden. Bovenal moeten we buitenparlementaire krachtsverhoudingen tot stand brengen. Zonder dat is niets mogelijk” (4)
Maar hoe de krachtsverhoudingen wijzigen als tegelijkertijd de “Partij” zich kritischer toont tegenover sociale bewegingen die niet volledig onder controle staan van de vakbondsapparaten, zoals de acties van de gevangenisbewakers, bij het spoor, enz. van enkele maanden geleden (5) dan tegenover vakbondsleiders die de strijd tegen de regering opgeven of haar afleiden naar pseudo – onderhandelingen? Het is dan ook geen toeval dat de PVDA, die nooit stelde de rechtse regering te willen laten vallen, maar ze wou “terug dringen” het nu heeft over het “blokkeren” van de regeringsmaatregelen. Een copy – paste van de semantische verglijding van de syndicale leidingen.
Wie strijdt is niet zeker te winnen, maar wie niet strijdt is bij voorbaat verloren – Bertolt Brecht-
Het bochtenwerk van de vakbondsleidingen maakt het verzet tegen de regering allesbehalve makkelijker. We ontsnappen niet aan het debat over het functioneren en de strategie van onze vakbonden. Er zijn immers andere wegen die kunnen gekozen worden.
In de onmiddellijke toekomst komt het er op aan om van de manifestatie in gemeenschappelijk front van 29 september een zo groot mogelijk succes te maken, ondanks al haar beperkingen. Laat ons er van gebruik maken als megafoon om onze vastberaden weerstand tegen deze regering van de rijken en het patronaat nogmaals duidelijk te maken. Maar ook om klaar en duidelijk te stellen dat we er genoeg van hebben ons in slaap te laten wiegen met nep – onderhandelingen, dat we de vakbondsmobilisaties zonder serieus vervolg zo beu zijn als koude pap.
En op 7 oktober (en daarna) is het de taak van alle strijdbare militanten om elke actie, protest, manifestatie, staking (6), hoe beperkt ook, te steunen en deze bewegingen te helpen samenvloeien rond een duidelijke doelstelling: deze regering verjagen.
Noten:
1) “De mogelijkheid om tot een algemene staking over te gaan was verbonden met de intenties van de regering Michel om tot een nieuwe begroting te komen tijdens de zomervakantie. Sindsdien heeft de regering laten weten dat ze haar begroting pas in oktober zou voorstellen. De vakbonden zullen niet nalaten deze nieuwe begroting te beoordelen wanneer deze wordt voorgesteld. Indien nodig zullen ze aangepaste acties uitwerken zonder enig middel uit te sluiten.”
2) De “tweede pijler” door kapitalisatie, de meest riskante gelet op de huidige intrestvoeten – de regering heeft zelf het gegarandeerde rendement op deze pensioenen verlaagd van 3,25 naar 1,75% – en het risico op een nieuwe veralgemeende financiële crisis.
3) Facebook pagina van het ABVV en websites van de verschillende vakbonden.
4) Le Soir, 20 mei 2016
5) In mei/juni stelde de PVDA dat de stakingen (bij het spoor, de gevangenissen, enz. “contraproductief” riskeerden te zijn. Zij nam ook afstand van de Franstalige christelijke bedienden van de CNE en de Waalse ACOD toen deze stelden dat ze voor de val van de regering wilden gaan.
6) Zo worden een manifestatie in Waver aangekondigd van de Openbare Diensten en stakingsacties in de metaalbedrijven op initiatief van FGTB Métal en ACV/CSC Metea, een oproep waarbij ook alvast ABVV Metaal Oost-Vlaanderen zich heeft aangesloten.