Alle partijen hebben de strijd tegen de klimaatsverandering in hun programma opgenomen. Maar toch verergert de opwarming nog steeds. Het ritme van de toename van de concentratie van CO2 in de atmosfeer is gestegen van 1% per jaar tijdens de jaren ’90 naar 3% per jaar in de daaropvolgende tien jaar. Op dit moment schommelt de stijging rond de 2%, ondanks de economische crisis. Waar gaan we naartoe? De hoofdeconoom van het Internationaal Energie Agentschap, Fatih Birol, geeft het volgende antwoord: “De huidige tendens komt overeen met een temperatuurstijging van 6°C op het einde van deze eeuw, wat rampzalige gevolgen zal hebben voor de planeet.”
Mislukking van het neoliberalisme
Het meest zorgwekkende gevolg zal de stijging van het zeewaterpeil zijn. Volgens Anders Levermann, een specialist ter zake, zal een opwarming van 6°C een stijging van het zeewaterpeil te zien geven van … twaalf meter! Deze stijging zal zich uitstrekken over een periode van duizend tot tweeduizend jaar. Maar opgelet: 1°) eens deze beweging op gang is gekomen, is ze niet meer te stoppen; 2°) een stijging van één meter of meer valt niet meer uit te sluiten tegen het einde van deze eeuw; 3°) het verschijnsel zal slechts omkeren bij het begin van de volgende ijstijd ( ten vroegste binnen … 30.000 jaar).
Het liberale klimaatbeleid van de laatste twintig jaar is een totale mislukking. Het basisprincipe ervan is een prijs opleggen voor CO2 emissies om zo het gebruik van fossiele brandstoffen te bestraffen en investeringen in hernieuwbare bronnen te bevorderen. Deze investeringen zouden in theorie snel toenemen tot zo’n duizend miljard dollar per jaar op wereldvlak, en zo zou de energie overgang geleidelijk kunnen tot stand komen. Maar het werkt niet! Ondanks het bestaan van emissierechten en van koolstoftaks, zijn de investeringen in groene energie gedaald in 2012 en in 2013, in Europa, zelfs met 40%!
De verklaring hiervoor is eenvoudig: de kapitalen die geïnvesteerd zijn in de fossiele brandstoffen en de financiers die deze kredieten verleend hebben, weigeren elke daling van hun winsten. Ze voeren een meedogenloze concurrentiestrijd en oefenen druk uit op de Staten. Staten die actie voeren in overeenstemming met die economische belangen, in naam van de allerheiligste competitiviteit.
En dat zal niet gauw veranderen. Zo zien we dat gegeven de urgentie, de prijs van een ton CO2 des te hoger zou moeten zijn om de opwarming tegen te gaan … maar zowel de industrie als de burgers zullen zich hiertegen verzetten. Om een echte impact te hebben op de uitstoot, zou er minimaal een belasting van 2 euro per liter op stookolie moeten geheven worden. Daar zal iedereen zich tegen verzetten. Bloomberg finance formuleerde onlangs nog de volgende conclusie:”vertrekkende van de veronderstelling dat de klimaatsverandering onvermijdelijk is, zal slim (sic) geld investeren in die zaken die winst zullen halen uit het feit dat de planeet warmer wordt.”
Hoogst dringend
Dat het hoogst dringend is, moge duidelijk zijn. Aan het huidige tempo, zal de koolstofbegroting die er nog overblijft – de hoeveelheid fossiele brandstoffen die de mensheid nog mag opbranden waarbij de kans dat de temperatuurstijging niet hoger is dan 2 °C, twee op drie is – opgebrand zijn in … 2032. Er rest ons dus minder dan twintig jaar om de steenkool, de olie en het gas (die nu nog 80% van de energiebehoeften dekken) te vervangen door hernieuwbare energiebronnen.
Is dat nog mogelijk? Technisch gezien wel. Maar het is een enorme taak … die ook veel gaat kosten. Het houdt in dat 1°) het huidig energie systeem wordt afgebroken vooraleer het volledig is afgeschreven ( de totale waarde ervan wordt geschat op 15 tot 20.000 miljard dollar); 2°) dat het grootste deel van de reserves aan fossiele brandstoffen nooit worden in gebruik genomen ( terwijl ze minder duur zijn en als activa ingeschreven staan in de bedrijven die ze bezitten); 3°) dat alle mogelijke middelen worden aangewend, los van hun kostprijs, om een nieuw energiesysteem uit te bouwen dat efficiënt, hernieuwbaar, gedecentraliseerd, lokaal, gedifferentieerd en arbeidsintensief is.
Een dergelijke uitdaging is zonder meer totaal nieuw. Toch kunnen we leren uit enkele ervaringen. Na de aanval op Pearl Harbor hebben de VS een enorme inspanning geleverd om de situatie die voor hen was onstaan recht te trekken. Hoe? Hebben ze toen een “markt van rechten” uitgebouwd om de bedrijven te ontraden verder te investeren in de vredeseconomie? Nee, ze hebben een openbare sector uitgebouwd met een geplande oorlogseconomie. Om deze te financieren hebben ze de kapitalistische winsten afgeroomd. Elke winst boven de 5% van het zakencijfer werd als buitensporig beschouwd en voor 80% belast.
“Revolutionaire verandering”
We zijn natuurlijk niet voor oorlog, maar we stellen wel vast dat men een groot en onmiddellijk gevaar niet kan bestrijden zonder sterke en geplande maatregelen te nemen, die buiten de logica van de mechanismen van de “vrije markt” treden en de kapitalistische winsten aanpakken. Deze les is ook geldig voor de strijd voor het klimaat. De klimatoloog Kevin Anderson verklaarde onlangs, “na twintig jaar bluf en leugens, maakt het koolstof budget waarover we nog beschikken, een revolutionaire verandering noodzakelijk in de politieke en economische overheersing”.
Welke verandering? Er zijn geen dozijnen mogelijkheden. Om een catastrofe te vermijden moeten we dringend de energiesector en de kredietsector onteigenen, zij verhinderen immers de overgang naar hernieuwbare energie. Het is de noodzakelijke voorwaarde om te kunnen de juiste maatregelen nemen en ervoor te betalen in alle sectoren -woningbouw, vervoer, industrie, landbouw, enz.- en om de productie te verminderen op een sociaal rechtvaardige manier. Sleutelbegrippen moeten hier zijn: gemeenschapsgoederen, regelgeving, openbare bedrijven, decentralisatie, samenwerking, efficiëntie, verdeling van de arbeid en van de rijkdom, controle, participatie.
Hallo, linkerzijde!
Links moet duidelijk zijn verantwoordelijkheid nemen. Ik heb het niet over de sociaalliberalen van de sociaaldemocratie, maar over de echte linkerzijde en met name de linkerzijde in de vakbonden. De neoliberale politiek vernietigt zowel de maatschappij waarin we leven als de Aarde die we aan onze kinderen achterlaten. Kiezen voor ofwel “ tewerkstelling en groei” ofwel “het klimaat en werkloosheid” is daarom absurd. We moeten uit deze tweespalt losbreken en tegelijkertijd de sociale en de ecologische uitdaging aanpakken.
Dit zal niet zomaar zonder strijd uit de lucht vallen of als mirakel uit de verkiezingsresultaten voortvloeien. We hebben geen andere keus en het loont toch wel de moeite. Het groots opgevat antikapitalistisch plan dat nodig is om de klimaat catastrofe te vermijden kan ook de werkloosheid doen verdwijnen door aan iedereen een goed inkomen, een aangenaam milieu en een kwaliteitsvolle job te geven. Globaal gezien zal het de maatschappij de mogelijkheid bieden voor een gemeenschapsgevoel in overeenkomst met onze soort en onze intelligentie.
Het is niets meer of niets minder dan het ecosocialistisch ei van Colombus: we moeten vastberaden actie durven voeren, en ingrijpen waar het nodig is. Dat is de antikapitalistische invulling van het ecosocialisme. Dat is de boodschap die wij met de kandidaten van de SAP op PVDA+ tot uiting willen brengen.