De Franse ‘socialistische’ regering Hollande-Valls wil zich in bepaalde kringen graag als een links houvast in rechts Europa aandienen. Stond zij niet het sympathiekst tegenover de regering in Athene? Gaf Hollande – na de handtastelijke Juncker – niet de meeste schouderklopjes aan Tsipras? Maar er zijn weinig redenen om deze indruk te bevestigen. Twee feiten.
De Franse minister van Binnenlandse Zaken Cazeneuve besliste zopas grenscontroles in te voeren in de maand rond de VN-klimaatconferentie in Parijs (30 november – 11 december). Natuurlijk wordt “terroristische dreiging” ingeroepen, maar het zijn wel tienduizenden vreedzame klimaatbewuste betogers die op 29 november en 11-12 december naar Parijs trekken om er hun onvrede te uiten over de ondermaatse bereidheid van de wereldleiders om aan de opwarming echt iets te doen.
Nog krasser is de uitspraak van het Frans Hof van Cassatie op 20 oktober dat de boycot van Israëlische producten illegaal verklaart. In Frankrijk en elders in Europa ijveren activisten van de Palestijnse zaak voor een boycot van Israëlische producten (BDS, “boycotts, divestment and sanctions”) zolang Israël Palestijnse gebieden bezet houdt. Daarmee is Frankrijk het enige land in Europa dat van deze vorm van solidariteit met een onderdrukt volk een strafbaar feit maakt. Veertien BDS-militanten die in 2009-2010 vreedzaam actie voerden in een Carrefour-supermarkt bij Mulhouse worden door het Hof van Cassatie tot duizenden euro’s schadevergoeding en boete veroordeeld.
Men kan de zaak niet afdoen als een ‘toevallige’ uitspraak van een onafhankelijke rechterlijke macht. Al onder de UMP-regering in 2010 pleitte de minister van justitie Alliot-Marie voor een streng optreden tegen BDS-activisten. De ‘machtswissel’ in 2012 veranderde daar niets aan: Hollande sprak zich al bij zijn aantreden als president uit tegen de boycot van Israëlische producten, die hij als ‘illegaal’ bestempelde.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.