Hoe heeft Trump kunnen winnen, waar staat Trump voor en hoe kunnen we hem bestrijden? Die drie vragen stonden centraal in de voordracht van Peter Drucker, afkomstig uit de VS en actief in Grenzeloos (Nederland) op de nieuwjaarsbijeenkomst van de SAP op 13 januari in Antwerpen. Hieronder kan je de uitgeschreven en bewerkte versie van zijn inleiding lezen.
De eerste vraag die we ons moeten stellen is natuurlijk: hoe heeft Trump kunnen winnen? Er zijn natuurlijk redenen die specifiek te maken hebben met het belachelijke Amerikaanse verkiezingssysteem dat het mogelijk maakt dat Trump president werd met 2,8 miljoen stemmen minder dan Clinton. En dat is niet het enige. Er zijn ook miljoenen mensen in de VS die niet hebben kunnen stemmen. Vooral zwarte mensen. Met name omdat ze in de gevangenis zitten – en er zitten in de VS procentueel meer mensen in de gevangenis dan waar ook in de wereld – en dat zijn vooral zwarte mensen. In heel veel staten mogen ook oud-gevangenen niet stemmen. Bij elkaar gaat het om vele miljoenen mensen.
En dan zijn er steeds meer mensen die niet mogen stemmen omdat ze zich niet kunnen legitimeren. De bewijzen die ze daarvoor moeten overleggen zijn vaak heel moeilijk te krijgen. Ook daarbij gaat het met name om zwarten, migranten, en andere armere kiezers. Dat zijn allemaal zaken die opzettelijk gedaan zijn om de democratie te ondermijnen. Die redenen zijn wel belangrijk, maar de belangrijkste reden van de overwinning van Trump is toch algemener, iets dat ook elders in de wereld van toepassing is. En dat is het falen van sociaalliberaal links.
De Democraten
In de VS betekent dat dat Trump gewonnen heeft door de democraten, want die vormen in de VS de partij van sociaalliberaal links. Trump heeft vooral kunnen winnen door (krappe) overwinningen in een klein aantal staten, die traditioneel democratisch stemmen. Industriële staten als Wisconsin, Pennsylvania en Michigan, traditioneel bolwerken van de Democraten. Dat er nu een meerderheid voor Trump heeft gestemd is het gevolg van wat de Democraten in de regering gedaan hebben.
Je kan in de pers in de VS nu allemaal verhalen lezen over hoe goed Obama het heeft gedaan, hoe goed de Amerikaanse economie er voor staat, dat de werkloosheid lang niet zo laag is geweest en dat de reële lonen zelfs iets omhoog gaan, maar de mensen zijn niet gisteren geboren. Zij kunnen de situatie vergelijken met tien jaar geleden, met 20 jaar geleden of met 40 jaar geleden en ze weten dat ze nu veel harder moeten werken, met veel meer mensen per gezin moeten werken voor een lager reëel loon en vooral met banen die veel onzekerder zijn dan 40 jaar geleden en ze zijn boos. Ze zijn terecht boos. Zij wilden verandering en zij houden Hillary Clinton en Obama verantwoordelijk voor wat er met name de afgelopen acht jaar is gebeurd.
Hier zijn de vergelijkingen met Europa duidelijk, vooral met de Brexit. De mensen in de Midlands en het noordoosten van Engeland weten heel goed dat Tony Blair verantwoordelijk is voor wat er met hun levens is gebeurd. Ze weten dat de Europese Unie mede verantwoordelijk is voor het neoliberale beleid dat we overal in Europa hebben, dus zij zijn boos en ze laten zien dat ze boos zijn als ze stemmen.
Geen links alternatief
In de VS komt daar bij dat er bij de verkiezingen geen radicaal-links alternatief was. Bernie Sanders heeft heel veel mensen in de voorverkiezingen enthousiast gemaakt, maar bij de verkiezingen was hij geen kandidaat: het was Trump of Clinton en de mensen zagen Clinton als de kandidaat van Wall Street en terecht. Want ze heeft daar heel sterke banden mee en ze heeft uit die kringen heel veel geld gekregen. Dat was ook een thema in de campagne.
De aanhangers van Bernie Sanders hebben bij de verkiezingen voor een deel op Jill Stein van de Groene Partij gestemd. Dat was maar een deel van de aanhangers van Sanders, omdat Stein natuurlijk geen schijn van kans had om president te worden. Heel veel aanhangers van Sanders zijn gewoon thuis gebleven en een deel heeft op Clinton gestemd omdat zij Trump heel erg vonden. Maar dat was niet genoeg. En dus heeft Trump gewonnen. Bij een van de peilingen is mensen op de dag van de verkiezingen gevraagd of zij een beleid wilden dat linkser was dan dat van Obama. Van de witte kiezers die zeiden dat ze een beleid wilden linkser dan dat van Obama heeft 38% op Trump gestemd. Dat vind ik een heel tekenend cijfer. Het is misschien niet logisch, maar het is te begrijpen.
Witte arbeiders
Er zijn ook nog andere redenen aan te voeren waarom Trump heeft gewonnen. Echte redenen, maar die niet doorslaggevend zijn. Er wordt vaak gezegd dat Trump heeft gewonnen omdat witte arbeiders op hem hebben gestemd. En dat ze dat hebben gedaan omdat ze racistisch en seksistisch zijn: ze willen geen vrouw als president en ze hebben de pest aan moslims en gekleurde mensen en daarom hebben zij op Trump gestemd. Dat is niet helemaal onjuist, er is heel veel racisme en seksisme onder werkende witte mensen in de VS, maar om meerdere redenen geloof ik niet dat dat een goede algemene verklaring geeft waarom zo veel mensen op Trump gestemd hebben.
In de eerste plaats omdat heel veel mensen die op Trump hebben gestemd in 2008 en 2012 op Obama hebben gestemd. Die zijn dus niet zo racistisch dat ze niet op een zwarte man stemmen. En uit verkiezingsonderzoek blijkt dat er nogal wat kiezers zijn die op Trump gestemd hebben ondanks zijn racistische en seksistische meningen, (naast natuurlijk de mensen die het ook op dat vlak wel met hem eens zijn). Het is natuurlijk jammer dat die mensen dat niet belangrijk genoeg vonden, maar het was voor hen geen overweging om voor Trump te stemmen.
Obama heeft bepaalde dingen voor elkaar gekregen. Maar laten we bijvoorbeeld naar de zorg kijken. Ik noem twee aspecten van Obamacare waar Obama bewuste keuzes heeft gemaakt, op basis van politieke berekening, kan je zeggen, maar het hoort bij zijn filosofie. Zo heeft hij bijvoorbeeld bewust gekozen niets te doen aan de prijzen van medicijnen. Medicijnen zijn in de VS soms vier keer zo duur als in Nederland omdat er in de VS echt helemaal geen controle is op de prijzen van medicijnen. En het is een groot zorgstelsel als Medicare wettelijk verboden om met de farmaceutische bedrijven te onderhandelen om de prijzen omlaag te krijgen. En Obama heeft bewust gekozen om er niks aan te doen.
Hij heeft er ook voor gekozen om werkende mensen met een ziektekostenverzekering op te laten draaien voor (een deel van de) kosten van Obamacare. Er zijn veel werkende mensen in de VS die een ziektekostenverzekering hebben via hun werkgever en die verzekeringen zijn vaak beter dan de verzekeringen die je via Obamacare kan krijgen op de zorgmarkt. Obama heeft ervoor gekozen om de ziektekostenverzekering van werkende mensen die beter zijn te belasten, dus duurder te maken voor de mensen die al een ziektekostenverzekering hebben om de nieuwe ziekteverzekeringen te betalen.
Als je vakbondsleden tegen je in het harnas wil jagen is dat een perfecte manier om dat te doen. Dus je kunt zeggen dat er nu 20 miljoen mensen zijn die een ziektekostenverzekering hebben die dat eerst niet hadden, mooi. En zij zullen die ziektekostenverzekering waarschijnlijk allemaal verliezen omdat Trump aan de macht is gekomen, maar dat is deels vanwege het soort stelsel dat Obama in elkaar heeft gezet dat werkende mensen zo heeft verdeeld.
Onbetrouwbaar
Er is veel te doen geweest over de e-mails van Clinton, maar ik denk dat dat niet zo veel invloed heeft gehad op de uitslag. Als mensen in onderzoeken gevraagd werd of dat invloed had op hun stemgedrag dan zijn er ontzettend weinig mensen die zeiden dat dat belangrijk was en ik vond het slim van Sanders om helemaal in het begin van de campagne voor de voorverkiezingen al te zeggen dat de mensen het gewoon zat zijn om steeds maar zaken te horen over de e-mails van Clinton. Ik denk dat hij de gevoelens van heel veel mensen verwoordde.
Wat wel belangrijk was en waar veel minder aandacht naar uit is gegaan in de media, maar wat precies aangeeft wat voor soort mensen de Clintons zijn, is een affaire in het dorp Chappaqua in de staat New York, waar Hillary en Bill een vakantiehuis aan het bouwen zijn voor vele miljoenen. Ze zijn ‘vergeten’ om een bouwvergunning aan te vragen. Dat is dezelfde mentaliteit als Trump. Vergunningen en belasting betalen is voor de gewone mensen maar niet voor ons, dat gevoel kregen mensen van Clinton.
Trump is natuurlijk een totale leugenaar, maar hij had het voordeel dat hij nooit politiek actief is geweest, dus je kan hem moeilijker op politiek leugens betrappen. Maar toen Clinton zei: ‘Ik ben tegen de vrijhandelsverdragen, ik ben voor de werkende mensen, ik vind dat we minder mensen in de gevangenis moeten gooien’, was het natuurlijk geweldig makkelijk om op te zoeken wat zij in het verleden had gezegd en gedaan. En dat liet zien dat zij ook een leugenaar was. Trump kreeg meer het voordeel van de twijfel. Clinton kreeg in de peilingen een lagere waardering voor eerlijkheid dan Trump.
Kleinburgerij
Bij de discussie over de steun voor Trump van de witte arbeidersklasse moeten we bedenken dat de definitie van arbeiders die in de peilingen wordt gebruikt absurd is. Die definitie is: mensen zonder hogere opleiding. En dat is natuurlijk geen definitie van de arbeidersklasse, want je heb arbeiders met een hogere opleiding en mensen zonder een hogere opleiding die helemaal geen arbeiders zijn: kleine ondernemers, managers op lager niveau en dergelijke. Die mensen hebben in overweldigende meerderheid op Trump gestemd. De witte kleinburgerij, de witte middenklasse heeft in overweldigende meerderheid op Trump gestemd, dat geeft echt het klassekarakter van het electoraat van Trump aan. Gemiddeld waren de inkomens van de kiezers van Trump hoger dan van de kiezers op Clinton, dus het verhaal over de witte arbeiders klopt niet helemaal.
Clintons feminisme
Als Hillary Clinton al een vorm van feminisme vertegenwoordigt, welk feminisme is dat dan? Over wat voor soort vrouwen heeft zij het als ze over vrouwenbelangen praat? Dan heeft ze het eigenlijk over de vrouwen die ze zelf kent.
Als je naar de peilingen kijkt, was er een enorme gender-kloof. Clinton heeft veel meer stemmen van vrouwen gekregen dan van mannen, dat is absoluut waar, maar Trump heeft een grote meerderheid gehaald onder witte vrouwen, dat is een punt en Clinton heeft minder stemmen gekregen van vrouwen dan Obama in 2008 of in 2012. Waarom? Niet alleen uit seksisme, natuurlijk bestaat seksisme ook onder vrouwen, maar Clinton was vooral een vrouwelijke kandidaat waarmee heel veel vrouwen zich helemaal niet konden identificeren en er waren heel veel jonge feministische vrouwen die voor Sanders, maar niet voor Clinton waren. Wat betreft de strijd tegen racisme en seksisme had Sanders ook heel veel te leren, maar toch hadden veel jonge feministische vrouwen het gevoel dat hij veel meer hun feminisme vertegenwoordigde dan Hillary. En veel van die jonge vrouwen hebben bij de presidentsverkiezingen ook niet gestemd.
Het is niet zo verwonderlijk dat heel veel vrouwen niet zo enthousiast zijn over Hillary Clinton. Clinton zat in het Witte Huis toen in de VS de bijstand voor moeders bijna helemaal afgeschaft werd. De extreme armoede onder vrouwen in de VS op dit moment ontstond niet onder Trump, maar onder Clinton. En dan hebben we het over extreme armoede in de definitie van de Wereldbank, dat wil zeggen mensen die moeten leven van minder dan twee dollar per dag. En dat in een rijk land als de VS. Dat zijn moeders met kinderen die geen bijstand kunnen krijgen omdat die tijdens de regering Clinton bijna helemaal is afgeschaft. Dat is ook het feminisme van Hillary Clinton. Toen zij in het Witte Huis zat, is ook het aantal gevangen, mannen èn vrouwen, enorm toegenomen, met vreselijke gevolgen voor tientallen miljoenen vrouwen. Die vrouwen waren niet erg warm te krijgen voor Hillary.
Racisme
Dus als we het hebben over Clinton als vrouw, moeten we het feministische kruispunt-denken gebruiken: niet alleen het belang inzien van de verschillende factoren, maar ook inzien hoe klasse en gender elkaar beïnvloeden. Ik denk dat dat eerder een verklaring is van het verlies van Clinton, dan alleen dat zij een vrouw is. Wat racisme betreft, zoals ik al zei, is er natuurlijk enorm veel racisme onder witte arbeiders, overal en vooral in de VS waar dat terug gaat naar de hele geschiedenis van het land en daarvoor. Natuurlijk heel erg structureel.
Maar wat is het verschil tussen nu en veertig jaar geleden? Veertig jaar geleden was het in de VS mogelijk om steun te vinden voor positieve discriminatie, zelfs bij een deel van de witte arbeidersklasse, omdat er meer ruimte was voor meer mensen om het beter te krijgen. En op dit moment is de houding van heel veel witte arbeiders ‘ja goed, misschien moeten die niet-witte arbeiders meer krijgen, maar het is niet onze schuld en wij moeten de kosten betalen’.
Die mensen hebben natuurlijk ook privileges genoten, ze zouden bereid moeten zijn om een deel van hun privileges op te geven, maar het is natuurlijk helemaal niet eerlijk om de rekening voor de oplossing van het racisme helemaal aan de arbeidersklasse te presenteren en helemaal niet aan de heersende klasse.
En dat is wat je van sociaalliberaal links heel veel hoort: dat zwarte mensen een betere kans moeten krijgen – en dan gaat het niet zozeer om de betere banen binnen de arbeidersklasse, maar vooral de middenklassen-banen, een grotere kans om naar de universiteit te gaan, om hoogleraar te worden en dat soort zaken. Dat gaat ten koste van de weinige kansen die een wit arbeiderskind heeft om naar de universiteit te gaan of een academische carrière te maken.
Jammer dat de witte arbeiders allerlei vormen van positieve actie niet steunen, maar het is niet eerlijk dat de vraag zo wordt gesteld. Racisme is een centraal punt, daar is geen enkele twijfel over, ook in Nederland. Iedere nederlaag die de Nederlandse arbeidersklasse heeft geleden is het gevolg van het feit dat de arbeidersklasse verdeeld is geraakt door de islamofobie. Dat moeten we begrijpen en we moeten het racisme samen met de klasse bekijken en bestrijden.
Geen fascist
Wie is Trump, waar staat hij voor? Ik ga het niet hebben over zijn leven of zijn persoonlijkheid, maar over zijn politiek. Trump is heel erg rechts, hij is een racist en een seksist, maar hij is geen fascist. Ik vind dat belangrijk om te zeggen omdat daar zoveel onduidelijkheid over is.
Trump is niet iemand die een gewelddadige buitenparlementaire beweging van enige betekenis achter zich heeft, hij gaat de grondwet niet buiten werking stellen, hij gaat de oppositiepartijen niet verbieden, hij gaat The New York Times niet verbieden, ook al vind hij dat een vijand.
Waarom bestaat dat beeld dat Trump min of meer een fascist is? Ik denk dat er globaal twee redenen zijn: een goede reden en een slechte reden. De goede reden is dat mensen steeds gevoeliger zijn geworden voor racisme en seksisme, vooral jongere mensen. Als iemand heel erg racistisch en seksistisch is, zoals Trump, hebben mensen de neiging om zo iemand meteen als fascist te zien. Maar er zijn mensen die heel erg racistisch en seksistisch zijn maar geen fascist en Trump is er een van.
Een slechte reden waarom dat beeld bestaat is de campagne van de Democraten, van sociaalliberaal links. Ik heb heel veel verkiezingen in de VS gevolgd in de afgelopen 40 jaar en bijna iedere Republikeinse kandidaat was volgens veel linkse mensen een fascist of bijna een fascist. Vooral wanneer er in de campagne een onafhankelijke linkse kandidaat meedeed die kans had om wat linkse stemmen te trekken. Dan komt er een hele campagne op gang en wordt er geroepen: ‘daar moet je niet op stemmen, want dan wint misschien de fascist’. Dat is een manier om een echt links alternatief uit te sluiten door het rechtse gevaar, hoe groot ook, een beetje te overdrijven. Dus ik vind dat Trump geen fascist is, maar wat is hij wel?
Populistisch rechts
Hij is zeker radicaal-rechts en past een beetje in het internationale kader van wat populistisch-rechts wordt genoemd: de UKIP, de PVV en zo zijn er veel meer partijen, met één belangrijk verschil en dat heeft te maken met het politieke stelsel en specifiek het partijstelsel in de VS. In vrijwel ieder land heb je helaas een wedstrijd, een concurrentie, tussen traditioneel rechts en extreem rechts, populistisch rechts. Maar in landen als de VS of GB met een heel sterk tweepartijenstelsel bestaan die tendensen binnen een partij. En dat maakt het heel erg moeilijk te voorspellen wat de machtsverhoudingen zijn. Zo is Theresa May als premier bijvoorbeeld bezig om een evenwicht te vinden tussen de anti-Europese populistische vleugel van de conservatieven en de traditionele mensen van de city of Londen en dergelijke.
En dat zie je ook binnen de Republikeinse partij in de VS op dit ogenblik. Het is moeilijk om helemaal zeker te zijn wat de gevolgen zullen zijn, maar op basis van de benoemingen van Trump kun je al iets constateren en dat is dat Trump als president veel minder een populist wordt dan in zijn campagne. Partijen als Vlaams belang en de PVV doen soms alsof ze iets gaan doen aan de zorg en tegen de verhoging van de pensioenleeftijd en dergelijke.
Trump heeft een beetje die indruk gewekt in de campagne, maar als president is het al heel duidelijk dat hij een heel sterk traditioneel republikeins programma gaat uitvoeren, in veel opzichten helemaal in continuïteit met George W. Busch of Ronald Reagan. Dat kan je zien aan de mensen die hij voor zijn kabinet heeft gekozen, die bijna allemaal die achtergrond hebben. Op de terreinen als belastingverlaging voor de rijken en de grote bedrijven, bezuinigingen op sociale diensten, tegen abortusrechten, tegen klimaatbeleid. In die opzichten onderscheidt Trump zich helemaal niet van iemand als George W. Busch. Het is eenzelfde beleid en dezelfde mensen.
Er zijn vooral twee beleidsterreinen waarop Trump anders is dan de traditionele republikeinen van de afgelopen 30 jaar. Dat is handelsbeleid en buitenlandse politiek, vooral als je kijkt naar Rusland en de NAVO. Wat betreft het handelsbeleid denk ik dat de draai van Trump vooral iets te maken heeft met hoe extreem de liberalisering van de handel is geworden. De laatste generatie vrijhandelsverdragen zoals TTIP met Europa – dat er nog niet is en er waarschijnlijk ook niet zal komen – of TTP met Azië, zijn voorbeelden van wat de econoom Dani Rodrik hyperglobalisme heeft genoemd. Dat wil zeggen ze gaan veel en veel verder dan de liberalisering van de handel in het verleden. Zij drukken eigenlijk de belangen uit van een vrij kleine fractie van het kapitaal, vooral van de grote multinationale banken en bedrijven en er zijn andere fracties van het kapitaal die daar niet voor zijn.
Het zou kunnen dat Trump op dat gebied een beetje terug gaat naar het meer pragmatische beleid van republikeinse presidenten in het verleden. Een interessant teken is zijn benoeming van een hoofdonderhandelaar voor handel die dertig jaar geleden onder Ronald Reagan plaatsvervangend hoofdonderhandelaar voor handel was en zich vooral bezighield met bijvoorbeeld onderhandelingen met Japan om auto-exporten uit Japan aan banden te leggen. Dat was ook een rechts republikeins beleid dertig jaar geleden en ik denk dat Trump een beetje terug naar die richting gaat.
Macho’s
Wat Rusland en de NAVO betreft, ligt het veel ingewikkelder. Ik kan heel weinig zeggen over de geruchten dat Trump gechanteerd is of wordt door de Russen en wat er in het hotel in Moskou is gebeurd, maar volgens mij is dat ook niet zo heel belangrijk. Dat heb je ook niet nodig om te verklaren waarom Trump veel minder vijandig is tegenover Poetin dan veel republikeinen en vooral dan de republikeinse presidenten van de laatste jaren.
Ik denk dat het te maken heeft met twee dingen: dat Trump gewoon affiniteit heeft met reactionaire autoritaire heersers in het algemeen, dus in die zin past Poetin redelijk goed in de reeks Erdogan en Duterte op de Filipijnen, allemaal mensen waar Trump zich op een bepaalde manier verwant mee voelt. Maar het heeft ook iets te maken met echte meningsverschillen binnen het kapitaal, binnen rechts in de VS, want je hebt ook in de afgelopen jaren gezien dat er rechtse mensen zijn, bijvoorbeeld senatoren als Rand Paul en het Cato Institute dat enorm veel geld heeft gekregen van de broers Koch, de belangrijke financiers van radicaal rechts in de VS. Veel van die mensen vinden al langer dat de wereldheerschappij de VS te veel kost, te duur is. Zij willen gewoon een stap terug in het belang van hun winsten. Het is een beetje vroeg om dat allemaal te voorspellen, maar ik denk dat Trump misschien een beetje in die richting gaat. Dat zegt iets over de neergang van de VS en over de geopolitieke chaos en dat die nog erger kan worden met zo’n beleid.
Voor de rest wordt het buitenlands beleid heel ingewikkeld, want wat wil die man bijvoorbeeld met een land als Syrië? Dat is heel moeilijk om te zeggen, want aan de ene kant wil hij Poetin ter wille zijn, aan de andere kant is hij heel fel tegen Iran. Hoe kan je tegelijkertijd pro-Russisch en anti-Iranees zijn in Syrië? Ik weet het niet. Dat zullen we gewoon moeten afwachten.
Het is dus moeilijk te voorspellen hoe radicaal het buitenlands beleid van Trump zal afwijken van dat van Reagan of de jonge Bush. Stilistisch is de breuk natuurlijk heel groot. Reagan en Bush kwamen een beetje van buiten het establishment, maar Trump is een ander geval. Dat is iemand die nog nooit politieke verantwoordelijkheid heeft gedragen. Reagan en Bush waren geen intellectuelen, maar ze waren zich een beetje bewust van hun beperkingen en ze lieten zich beïnvloeden. Trump daarentegen is enorm ijdel en eigenwijs: een ongeleid projectiel. Dat laat de toegenomen diepte van de crisis van het systeem zien. En het doet de breuk tussen Trump en zijn rechtse voorgangers nog radicaler lijken.
Trump en vrouwen
Wat betekent het aan de macht komen van Trump voor vrouwen? Heel veel slechts natuurlijk. Om te beginnen, de bedreiging van de abortusrechten, want hij gaat een rechter voorgedragen voor het Hooggerechtshof die voor het terugdraaien van abortusrechten is. Je weet nooit zeker of dat gaat lukken, maar als het lukt, betekent dat het verbieden van abortus voor ongeveer tweederde van de VS, dus dat zou een enorme nederlaag zijn. Ook op heel veel andere terreinen betekent het aan de macht komen van Trump heel slechte dingen voor vrouwen, maar toch een paar kanttekeningen.
Trump is natuurlijk in zijn persoonlijke leven een enorme seksist, maar politiek gezien is hij een totale opportunist. Hij was niet zo lang geleden voor abortusrechten en ik zie geen tekenen dat het hem persoonlijk iets uitmaakt, maar hij moet met traditioneel republikeins rechts samenwerken en verzet tegen abortusrechten is voor die vleugel van de Republikeinse partij heel belangrijk, dus geeft hij toe. Het is natuurlijk vreselijk dat je zo het leven van tientallen miljoenen vrouwen kan verwoesten, zonder dat het iets voor je uitmaakt, maar ik denk dat dat het geval is.
Op het terrein van vrouwen zijn er ook binnen rechts volgens mij tegenstellingen tussen een moderniserend rechts dat iets voelt voor een bepaald soort gelijkheid voor bepaalde vrouwen en een heel reactionair rechts dat helemaal tegen is. En op dat terrein weet je niet helemaal wat het standpunt van Trump zal zijn. Bijvoorbeeld: vrouwenrechten worden heel veel gebruikt als instrument van de islamofobie. En ik denk dat iemand als Trump heel erg bereid is om dat ook te doen, dus iets te doen aan vrouwenrechten als hem dat uitkomt in het kader van een bredere reactionaire agenda.
Wat te doen?
Wat te doen, hoe moeten wij reageren op Trump. Ik zal vijf punten noemen.
Eerste punt: links moet gewoon de omvang van onze nederlaag erkennen. In de Vierde Internationale hebben we al twintig jaar geleden geconstateerd dat links met de overwinning van het neoliberalisme vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw en met de val van de Sovjet-Unie, zonder een linkse draai met de val van de SU, een historische slag verloren hebben.
Sindsdien hebben we af en toe de verleiding gehad om te zeggen: het tij begint te keren: met de andersglobaliseringsbeweging, met de grote beweging tegen de oorlog in Irak, met de crisis in 2008 en het diskrediet van het neoliberalisme op dat moment, maar het is duidelijk, het tij is nog niet aan het keren en dat betekent dat wij heel veel geduldig werk moeten doen om de arbeidersbeweging en de sociale beweging weer op te bouwen op een nieuwe basis.
Tweede punt: het belang van een zo breed mogelijke eenheid tegen rechts is groter dan ooit. Er bestaat een openheid voor radicale alternatieven, de campagne voor Bernie Sanders heeft dat laten zien. Jeremy Corbyn laat dat zien in Engeland, maar de inhoud van die radicale alternatieven is voor de mensen nog vrij vaag. Het is niet concreet en het is nog een beetje toekomstmuziek. Als mensen op dit moment radicaal-links beoordelen zullen ze ons vooral beoordelen op basis van hoe nuttig we zijn in de strijd tegen rechts. En we moeten laten zien dat we nuttig zijn in die strijd.
Mijn derde punt: dat betekent absoluut niet dat we onze politieke onafhankelijkheid prijs moeten geven. En nog minder dat we ons achter sociaalliberaal links of centrumlinks moeten scharen. Rechts is zo sterk geworden omdat zo veel mensen het helemaal hebben gehad met zowel centrumrechts als centrumlinks Dus achter centrumlinks gaan staan, lost het probleem helemaal niet op, maar maakt het probleem alleen maar erger.
In Nederland is er met de komende verkiezingen bijvoorbeeld niet alleen het risico dat Wilders in de regering komt – wat natuurlijk een groot gevaar is – maar heb je ook het gevaar dat er een regering komt van bijna alles behalve Wilders. Een regering die doorgaat met het neoliberale beleid maakt de kans nog groter dat je na een paar jaar toch Wilders in de regering krijgt. Omdat mensen dan nog bozer worden. Daar moeten we ons dus tegen verzetten. We moeten bereid zijn om in de strijd samen te werken met mensen die nog illusies hebben in centrumlinks, maar we moeten die illusies steeds bestrijden.
Kruispunt-politiek
Vierde punt: we moeten het belang van identiteiten, van etnische, raciale, sociale, seksuele, nationale en religieuze identiteiten erkennen, omdat op dit moment de klasse-identiteit en de klasse-organisaties zwakker zijn dan sinds jaren. En in deze omstandigheden zijn mensen als die in verzet komen vooral geneigd om in verzet te komen op basis van hun weerzin tegen het racisme, het seksisme enzovoort. En dat wordt steeds belangrijker als deel van de strijd tegen rechts. Natuurlijk, geen linkse politiek zonder klassepolitiek, maar een hedendaagse klassepolitiek moet vooral kruispunt-politiek zijn. We moeten de banden tussen verschillende vormen van onderdrukking begrijpen en vooral solidair zijn met de mensen die het meest onderdrukt worden.
Laatste punt: om onze eigen radicaal-linkse alternatieven te verdedigen moeten we ook radicaal-linkse alternatieven hebben… En met de opkomst van Trump word je er weer eens mee geconfronteerd dat radicaal-links niet alleen organisatorisch, maar ook politiek en programmatisch niet erg sterk is. Wat vinden wij bijvoorbeeld over internationale handel, wat zijn de voorstellen van radicaal-links voor het handelsbeleid op dit moment? We zijn tegen TTIP, tegen CETA, dat is Trump ook, dus dat is op zich niet radicaal-links, we zijn ook tegen protectionisme ten opzichte van armere landen, maar wat hebben we te bieden aan al die werkende mensen die goedbetaalde banen kwijt zijn geraakt? Wat voor beleid moet je voorstellen dat op dit moment overtuigend is voor die mensen? Wij hebben dus veel werk te verzetten op dat soort terreinen.