Twee nieuwe films spelen in het Hollywood van de jaren vijftig. Het zijn Trumbo en Hail, Caesar!. Beide films gaan over de films die daar toen gemaakt werden. Over de droomfabriek. Beide films gaan óók over het politieke klimaat in het Amerika van die dagen. Over de heksenjacht op communisten die daar toen plaatsvond. Een jacht die Hollywood niet onberoerd liet.
Oorlogen
In de Tweede Wereldoorlog waren Amerika en de Sovjet Unie nog bondgenoten. Samen vochten ze tegen het nazi-Duitsland van Adolf Hitler. Na de overwinning op Hitler in 1945 bekoelden de betrekkingen zeer snel. Tussen de westerse kapitalistische wereld en de communistische landen in het oosten werd een IJzeren Gordijn neergelaten. De onderlinge verhouding werd een Koude Oorlog. In 1950 kwam daar een warme oorlog bij: in Korea. Daar vochten oost en west hun tegenstelling uit op bloedige slagvelden, zeg maar slachtvelden.
In Amerika leefde een virulent anti-communisme op. Het ‘House Committee on Un-American Activities (HUAC)’ begon onder leiding van senator Joe McCarthy overal communisten en vermeende communisten te vervolgen. Het was voor de linkse Charlie Chaplin reden om in 1952 van Amerika naar Zwitserland te verhuizen. Een jaar later werd het echtpaar Julius en Ethel Rosenberg ter dood veroordeeld én gebracht wegens spionage voor ‘de Russen’.
In Hollywood werden tientallen regisseurs, schrijvers en acteurs beschuldigd van communistische sympathieën. In openbare zittingen werden zij veroordeeld tot gevangenisstraffen. Velen kwamen op een Zwarte Lijst en werd het werken soms wel tien jaar lang onmogelijk gemaakt.
Trumbo
Het beroemdste slachtoffer van de communistenjacht in Hollywood was scenarist Dalton Trumbo. Hij had al tientallen succesvolle scenario’s op zijn naam staan én hij was lid van de communistische partij. Hij was solidair met stakend studiopersoneel, hield speeches en schreef in de ‘Daily Worker’. Hij werd voor het HUAC gesleept. In 1950 moest hij 11 maanden brommen omdat hij weigerde de namen van medestanders te noemen. Anderen hadden daar minder moeite mee. Sommigen verkochten hun oude vrienden en collega’s alsof het broodjes waren. Onder hen Ronald Reagan, John Wayne, Elia Kazan en Edward G. Robinson. Slechts weinigen durfden het openlijk voor ‘de vrijheid van mening’ op te nemen. Onder hen Gregory Peck en … Lucille Ball. Later sloten Stanley Kubrick, Kirk Douglas en Otto Preminger zich bij hen aan. Hun films Spartacus en Exodus uit 1960 waren gebaseerd op een scenario van Trumbo en dit betekende feitelijk het einde van de Zwarte Lijst en het beroepsverbod. Overigens had Trumbo stiekem al eerder meegewerkt aan Roman Holliday (met Audrey Hepburn), aan The Brave One en daarvoor onder pseudoniem twee Oscars ontvangen. Eén van zijn laatste films, waarin hij zelf ook meespeelt, was Papillon in 1973.
De film Trumbo vertelt zijn verhaal heel waarheidsgetrouw. Bryon Cranston zet zijn personage zeer levensecht neer. De impact van de gebeurtenissen op de mens Dalton Trumbo en op de schrijver worden invoelbaar vertoond.
Hail, Caesar!
Van een volstrekt ander gehalte, maar wél spelend in dezelfde tijd en op dezelfde plaats, is Hail, Caesar! Een hilarische komedie van de gebroeders Ethan en Joel Coen. Maar pas op! Ze nemen dan wel de films, de filmsterren, de droomfabriek, de communisten en de heksenjacht op de hak – zij nemen echt met alles een loopje – ondertussen zetten ze je wél aan het denken over een fenomeen waar Hollywood in uitblinkt: het enorme verschil tussen de filmfantasie en de rauwe echte werkelijkheid. Het zit in bijna elke scene. Zo is er de tegenstelling tussen de kitsch en glamour enerzijds van een schoonzwemfilm en anderzijds een hoop gedoe in de realiteit rond het zwangere. aquasterretje (Scarlet Johansen). Zo blijkt de cowboyheld van de western (Alden Ehrenreich) in het dagelijks leven een vrij simpel en beperkt mannetje. En is de all American navy-hero uit een matrozenmusical (Channing Tatum) buiten de set een homofiele communistenvriend. Tegelijk zie je hoe Eddie Mannix, een studiofixer (regelneef) van Grote Films, in zijn eigen leven worstelt met zoiets kleinmenselijks als het stoppen met roken. Kostelijk én kritisch is bijvoorbeeld het moment waarop George Clooney, gekleed als Romeins veldheer, met zijn voeten op het bureau van Mannix (Josh Brolin) uitlegt wat de functie is van de filmindustrie in het kapitalisme. Weergaloos. Dat geldt ook voor de prachtige passage waarin de fixer met enkele religieuze leiders overlegt over de vraag of de film wel door de gelovige beugel kan.
De gebroeders Coen stoppen dat allemaal in stukjes film die móóier zijn dan ze het in het Hollywood van de vijftiger jaren konden maken. Al met al een rijke film, met schitterend beeld en geluid, met humor en stof om nog eens bij stil te staan. Eén tip: ga eerst Trumbo zien. Dan wordt Hail, Caesar! helemaal een feest van herkenning. Zo is de gelijkenis tussen de echte roddeljournaliste Hedda Hopper (Helen Mirren) in Trumbo en de verzonnen tweeling Thora/Thessaly Thacker (Tilda Swinton) in Hail, Casesar! méér dan treffend.
Good Night and Good Luck
Tsja, een beschouwing over Hollywood in de vijftiger jaren kan eigenlijk niet met goed fatsoen worden afgesloten zonder Good Night and Good Luck te noemen. Weliswaar een wat oudere film, uit 2005, maar een ware parel en bij elke dvd-theek van enige standing te krijgen. Sfeervol verfilmd in zwart-wit door en met George Clooney over de kleine groep media-mensen die in die tijd weerstand wisten te bieden aan de heksenjacht op alles wat links was in Amerika. Een inspirerende film met bovendien een oorstrelende soundtrack van Dianne Reeves.
Dus, na Trumbo en Hail, Caesar!: een oprecht Good Night and Good Luck!
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Grenzeloos.