Door het accepteren van het dictaat door de Griekse regering hebben alle werkende mensen in Europa een nederlaag geleden. In Griekenland en in heel Europa moeten we de tegenaanval inzetten
De door de Trojka geëiste handtekening van de regering Tsipras onder de overeenkomst en het doorvoeren van een derde memorandum in Griekenland betekenen een onmiskenbare overwinning voor de kapitalistische krachten in Europa.
Deze handtekening is een afwijzing van het mandaat dat het Griekse volk door haar massale NEE in het referendum op 5 juli had gegeven. In dat referendum wees een duidelijke klassenstem het ontwerpakkoord van de Trojka af. Deze stem was een sterke afwijzing van de bezuinigingspolitiek en armoede die door de eerste twee memorandums waren opgelegd door de conservatieve en de sociaaldemocratische partijen, een afwijzing die al tot de overwinning van Syriza in januari had geleid.
De radicale omkeer was al duidelijk op de dag na het referendum. Om in te gaan op de eisen van de onderhandelaars van de Eurogroep, stelde Tsipras een verklaring van Nationale Eenheid op samen met de partijen die zich hadden onderworpen aan de Trojka (Nea Demokratika, PASOK en To Potami) en die in het stemhokje waren afgewezen.
Het akkoord dat enkele dagen later werd aanvaard was nog rampzaliger voor de Griekse bevolking dan wat op 5 juli was verworpen. De Europese Unie, de ECB, de conservatieve en sociaaldemocratische Europese regeringen hebben een akkoord opgelegd dat verder afbreekt wat er nog was overgebleven aan sociale rechten. Er wordt nu een echte koloniale overheersing ingesteld waarbij elk soeverein beslissingsrecht van de Griekse nationale instellingen wordt opgeheven. Het oprichten van een agentschap voor de privatisering van alle Griekse publieke eigendommen onder de rechtstreekse controle van de schuldeisers zal de gefaseerde verkoop van het nationaal erfgoed stimuleren.
De weerstand tegen een dergelijke capitulatie kwam onmiddellijk na de bekendmaking van het ontwerpakkoord tot uiting bij het linkse platform in Syriza, bij een meerderheid van de leden van het Centraal Comité en bij andere linkse krachten betrokken bij het gevecht voor de NEE – met name de activisten van Antarsya en veel vakbondsactivisten. Het protest kwam ook op straat tot uitdrukking, met betogingen die gewelddadig door de regering werden onderdrukt, meerdere activisten werden geslagen, aangevallen door de oproerpolitie, gerechtelijk vervolgd en veroordeeld voor het simpele feit dat ze eisten dat de beslissing van het volk geëerbiedigd zou worden. Dit misbruik door de politie doet denken aan het beleid onder Samaras, maat het werd dit keer door Tsipras en zijn regering gesteund.
De kracht van de aanval door de leiders van de Europese Unie is evenredig met wat op het spel staat: bewijzen, ondanks de democratische keuze van het Griekse volk, dat er binnen Europa geen alternatief bestaat voor de bezuinigingsplannen uitgestippeld door de Europese heersende klasse. Het is nu volkomen duidelijk, voor wie dat nog niet eerder had begrepen: het is nu voor een radicaal linkse regering onmogelijk zich te verzetten tegen de bezuinigingspolitiek binnen de eurozone, zonder zich voor te bereiden op een uittrede of een uitsluiting uit de EU.
Door het lidmaatschap van Griekenland van de Europese Unie te verbinden met het respecteren van deze dictaten, wordt de ware aard van de Europese Unie duidelijk: het is een antidemocratische constructie die ontsnapt aan elke controle door het volk; haar doelstelling is zeker niet het naar boven toe harmoniseren van de sociale en economische situatie van de Europese bevolkingen. Haar enige doel, bevestigd door de ontwikkelingen sinds 2002, is de oprichting van een gezamenlijke markt en de monetaire steun aan de exportgerichte landen van het Noorden. Dit wordt nog versterkt door de afbraak van sociale rechten in de diverse landen en door een niet aflatende bezuinigingspolitiek. De monetaire stabiliteit gaat gepaard met een ontwaarding van de lonen. De Europese constructie, in het keurslijf van de verdragen van Maastricht en Lissabon, ‘in steen gehouwen’, blijkt een kader te zijn dat door geen enkele keuze van de bevolking betwist kan worden.
Het perspectief dat in januari 2015 naar voor kwam, was dus niet dat het Griekse volk beslist had zich af te zonderen van de andere Europese volkeren, maar het Griekse volk stelde de regels van de EU ter discussie en een breuk hiermee zou een eerste slag betekend hebben voor een bouwwerk dat alleen maar gesloopt kan worden door een mobilisatie van alle Europese volkeren.
De kapitalistische Europese leiders, zowel conservatieven als sociaaldemocraten, hebben nooit aanvaard dat er een regering werd gevormd die zich tegen de bezuinigingspolitiek en de memorandums uitsprak. Syriza vertegenwoordigde een duidelijk alternatief voor de politiek van de ND van Samaras en van de PASOK daarvóór. Haar programma sprak zich duidelijk uit voor een confrontatie met de dictaten van de Trojka. Hierin vertegenwoordigde deze politieke ervaring een kans voor de arbeiders en arbeidsters in Griekenland en heel Europa, om te tonen dat het mogelijk was dat een politieke partij met een krachtig programma tegen de bezuinigingen, sterk werd gesteund en de meerderheid behaalde tegenover de reactionaire krachten; een partij die een oriëntatie volgde van een breuk met de eisen van de Europese kapitalisten.
De leiding van Tsipras heeft een onmogelijke gok gewaagd: de bezuinigingspolitiek in Griekenland stopzetten maar met respect voor de regels van de Europese Unie en de vervaldata voor de terugbetaling van de schuld.
Door de schulden, aangegaan door vorige regeringen, te eerbiedigen en deze laatste zes maanden meer dan 7 miljard euro te hebben terugbetaald aan de ECB en het IMF, door de noodhulp (ELA) te aanvaarden, heeft de Griekse regering zich niet kunnen bevrijden uit de wurggreep van de Trojka. Toch heeft de audit die was aangevraagd door de Vouli (het parlement) aangetoond dat deze schuld zowel verwerpelijk als illegitiem is waardoor talrijke parlementsleden het onmiddellijk stopzetten van de terugbetalingen eisten. Tsipras weigerde de betalingen van de schuld stop te zetten en hij weigerde ook de kapitaalsvlucht stop te zetten, de banken en de nationale bank te nationaliseren, als enig middel om een echte controle over het banksysteem te verwerven.
Het argument voor deze politiek en voor het uiteindelijk aanvaarden van de capitulatie, was dat dit de enige weg was om het verstikken van de Griekse banken, het bankroet van het land en een Grexit te vermijden. Tsipras beweerde dat er geen enkel alternatief bestond voor een dergelijke keuze. Deze laatste weken heeft hij onophoudelijk tegenover zijn linkse tegenstanders het argument van de munt gebruikt: de dictaten en de capitulatie weigeren zou, volgens hem, Griekenland buiten de Eurozone hebben geduwd en zelfs buiten de Europese Unie. Tijdens de verkiezingscampagne had Syriza echter als ordewoord ‘geen enkel offer in naam van de euro’.
De euro en de regels van de ECB ( een gevolg van het verdrag van Maastricht) werden, samen met de schuld, gebruikt als een tweede wurggreep tegen het volk.
De regering Tsipras wilde koste wat kost een Grexit vermijden, een bedreiging gehanteerd door alle Europese regeringen. Voor de regering Tsipras werd dit dus de onvermijdelijke voorwaarde om elke offensieve houding wat betreft de schuld en een antibezuinigingspolitiek, te laten vallen. De weigering de eurozone te verlaten, was een uitdrukkelijk gebod geworden.
Toch heeft de Griekse linkerzijde en met name het linkse Platform binnen Syriza, al vele maanden, en vooral tijdens de campagne voor het NEE in het referendum, een aantal duidelijke voorstellen gedaan voor een andere politiek, voor een lijn van confrontatie en van breuk met de leiding en de regels van de Europese Unie.
In die alternatieven stelden ze voor de totaliteit van het banksysteem door nationalisatie onder sociale controle te brengen, de terugbetaling van de schuld eenzijdig stop te zetten, de kapitaalvlucht te blokkeren, de privatiseringen te beëindigen en onmiddellijk de sociale maatregelen door te voeren die in het programma van Thessaloniki waren opgenomen. Het is in dit kader dat het gevecht tegen de Griekse oligarchie en haar privilegies noodzakelijk is, dat een proces van breuk met de Europese instellingen en, gezien de dictaten van de Trojka, het uittreden uit de eurozone moeten worden voorbereid.
Als een dergelijke politiek bewust wordt gevoerd zou ze kunnen rekenen op massale steun en solidariteit binnen het land, dankzij onmiddellijke inzet van sociale maatregelen ten gunste van de volksklassen. Het behoud van het lidmaatschap van de eurozone beschouwen als een onoverkomelijke grens dient vooral als voorwendsel om de dringende economische en sociale maatregelen niet te nemen. De keuzes van Tsipras leiden tenslotte tot een blijvende onderwerping van het Griekse volk en tot een nog dramatischer sociale toestand dan die waarmee het Griekse volk zou zijn geconfronteerd in het geval van een uittrede uit de eurozone.
De confrontaties zijn in Griekenland nog niet voorbij
De komende weken zal het linkse Platform binnen Syriza vechten zodat de Trojka geen nieuwe overwinning behaalt door deze partij en haar ervaringen in stukken uiteen te slaan. Alle antikapitalisten in Griekenland, binnen en buiten Syriza, zullen de weg van de confrontatie moeten inslaan steunend op de eenheidservaring van de comités voor de OXI (NEE). Het gaat eerst en vooral om de krachten die zich binnen Syriza verzetten tegen de lijn van Tsipras en om de activisten van Antarsya. Maar ook de krachten in de vakbeweging en in alle sociale bewegingen die dezelfde lijn volgen. Vanaf de samenstelling van de regering in januari, heeft de KKE (de Griekse CP) frontaal alle gezamenlijke acties tegen de bezuinigingen gesaboteerd. De andere krachten van de Griekse linkerzijde hebben zich niet bij deze toestand neergelegd, die vandaag zowel als gisteren, een hindernis vormt in het opbouwen van een eenheidsfront tegen de bezuinigingen.
De ontwikkelingen in de Griekse situatie, spreken al degenen aan die zich in Europa willen verzetten tegen de krachten van het kapitalisme. Het signaal is duidelijk: het is niet mogelijk de bezuinigingspolitiek waarmee de werkers geconfronteerd worden ter discussie te stellen, zonder het gevecht aan te gaan, zonder een breuk met de instellingen van de Europese Unie en zonder het perspectief van een Europa dat ten dienste staat van de arbeiders en van de volkeren.
Respect voor het raamwerk van de verdragen, de hoop op een redelijk akkoord met de instellingen is niets anders dan een onderwerping aan de eisen van de ECB en de Commissie. Men moet geen enkele illusie koesteren over de marges voor een akkoord op dit vlak door te rekenen op een mogelijke steun van sociaaldemocratische partijen of op het afstand nemen door deze partijen van de meest reactionaire politiek. De laatste weken hebben aangetoond dat de sociaaldemocratische leiders net zo de democratische keuzes van het Griekse volk negeerden als hun conservatieve collega’s. Alle politieke krachten laten hetzelfde geluid horen. Maar wat erger is, de officiële leiding van de Europese vakbeweging heeft zich ook aan de kant van de ‘schuldeisers’ van Griekenland opgesteld, zonder dat dit door enige interne kritiek werd beantwoord.
De Griekse ervaring is op de eerste plaats ook een uitdaging voor de linkerzijde in de Spaanse Staat waar de opgang van Podemos vergelijkbaar is met en gestimuleerd wordt door de ervaring van Syriza. Maar de situatie gaat ook de hele Europese arbeidersbeweging rechtstreeks aan.
Iedereen begrijpt dat nog meer bezuinigingen op de dagorde staan van de kapitalisten in Europa: minder banen, minder loon, minder sociale rechten. Het is van levensbelang dat de mislukking van de recente fase van strijd in Griekenland niet leidt tot het laten vallen van elk politiek perspectief van een radicaal ter discussie stellen van de bezuinigingspolitiek, tot het weigeren van een opheffing van de schuldbetaling, het annuleren van de illegitieme schuld, en deze te vervangen door een nieuwe realpolitik die de hindernissen ontwijkt. Op die manier zou als enig alternatief voor het huidige conservatieve en sociaaldemocratische beleid, een uiterst rechtse chauvinistische politiek overblijven, met alle zware gevolgen van dien voor de sociale rechten.
Door de democratische keuze van het Griekse volk te vertrappen, hebben de ECB en de Eurogroep voor zichzelf de rol opgeëist van een Europese regering die beweert actie te voeren in naam van een door de volkeren gegeven mandaat. Ze bevestigen eens te meer het totale gebrek aan legitimiteit en aan democratie van de Europese instellingen. Tegenover deze duidelijke machtsgreep zouden sommigen, zoals Jacques Delors of François Hollande, een regering of een parlement van de Eurozone op poten willen zetten. Dat is des te meer een illusie omdat de bestaande Europese instellingen door de verdragen verbonden zijn met de munt. De voorbije weken bevestigen dat het gaat om een ondemocratisch bouwwerk dat uitsluitend ten dienste staat van de Europese heersende klassen en dat het afgebroken moet worden om echte volkssoevereiniteit af te dwingen.
Een echt programma tegen de bezuinigingspolitiek kan er alleen komen als een lijn van massamobilisatie wordt uitgewerkt, van confrontatie en van breuk met de instellingen en de regels van de Europese Unie.
Ofwel de bevolkingen leggen door hun kracht op om een dergelijke politiek uit te voeren door de regels van de euro totaal te wijzigen, ofwel wordt er een uittrede uit de eurozone voorbereid. Deze laatste weken hebben aangetoond dat een noodzakelijk onderdeel van een dergelijke politiek in de landen van de Europese Unie eruit moet bestaan om gezamenlijke internationale actie te voeren met gemeenschappelijke doelstellingen. Het Griekse volk is de laatste maanden tragisch genoeg alleen gebleven.
De Europese antikapitalisten moeten ten volle beseffen wat er op het spel staat zodat de komende sociale confrontaties verder kunnen bouwen op een kracht die de hindernissen kan afbreken. Zodat de Europese politieke-, vak- en sociale bewegingen de nodige banden kunnen smeden waardoor een Europees offensief tegen het bezuinigingsbeleid mogelijk wordt.
Het secretariaat van de Vierde Internationale, 12 augustus 2015