In de journalistiek is het fait divers een ondergewaardeerd genre en da’s spijtig, want er valt veel van te leren, soms meer dan van een longread. En je bent er vlugger mee klaar, wat ook meegenomen is.
Begin dit jaar wordt mijn oog aangetrokken door zo’n kort bericht: in Boedapest wordt een standbeeld van de Hongaarse filosoof Georg Lukács (1885-1971) uit een park verwijderd. De gemeenteraad oordeelt dat die mens een volksvijand geweest is.
Georg Lukács is een communist en dat valt hier ook op in de literaire kritieken die ik van hem lees. Hij doet daar erg zijn best om binnen de partijlijntjes te kleuren.
Dat komt, zo weet ik ook wel, doordat hij aan den lijve ondervonden heeft dat een half verkeerd woord in die tijd al voldoende is om door de machthebbers aan de kant geschoven te worden. Voor iemand die van mening is dat er buiten de kerk van het communisme geen heil bestaat — extra Ecclesiam nulla salus — vormt dat een probleem. Je let dan goed op je woorden.
Maar dat maakt van hem toch nog geen volksvijand. In 1956 maakt hij deel uit van de revolutionaire regering van Nagy. De Russen verbannen hem naar Roemenië. Bij zijn terugkomst wordt hij uit de partij gezet. Later mag hij de rangen weer vervoegen.
In 1968 spreekt hij zich uit ten gunste van de opstand in Tsjechoslowakije. Weer wordt hij uit de partij gezet. En weer mag hij terugkeren. Dat gaat helaas niet meer, want hij is… overleden.
Een ietwat complexe en misschien dubbelzinnige figuur, maar een volksvijand kun je die mens geenszins noemen. Tenzij in het Hongarije in de XXIste eeuw. Weg dat standbeeld!
Wie door bovenstaand bericht niet overtuigd wordt, zal er na wat volgt anders over denken. Something is rotten in the state of Hungary!
Mijn krant meldt me ook dat bierbrouwer Heineken zijn logo wellicht moet veranderen. Daar wordt maandag e.k. in het Hongaars parlement over gedebatteerd. Dat logo is immers een rode ster en die laat de regering te veel denken aan de tijd dat het land in handen van de communisten was. Treedt de nieuwe wet in werking, dan kan het logo een enorme boete opleveren en, waarom niet, een gevangenisstraf. Heineken voert dan weer aan dat de ster een oud brouwerssymbool is dat al in de middeleeuwen gebruikt werd. Daar moet het parlement toch oren naar hebben, want dat is precies waarnaar het terug wil keren, naar de middeleeuwen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op De Laatste Vuurtorenwachter.