Feministische-, socialistische- en basisorganisaties over de hele wereld roepen op tot een internationale vrouwenstaking op 8 maart ter verdediging van reproductieve rechten en tegen geweld, in de zin van economisch en institutioneel geweld en geweld tussen personen.
De staking zal in minstens veertig landen plaatsvinden en is de eerste internationaal gecoördineerde protestdag op zo’n grote schaal in jaren. In omvang en diversiteit van organisaties en betrokken landen, zal het vergelijkbaar zijn met de internationale demonstraties tegen de imperialistische aanval op Irak in 2003 en de internationale protesten onder de vlag van het Wereld Sociaal Forum en de beweging voor mondiale rechtvaardigheid in de vroege jaren 2000.
De Occupy-beweging, de indignados en de Black Lives Matter beweging vonden internationaal weerklank en veroorzaakten in een aantal landen demonstraties, bezettingen en protesten, maar er was weinig bewuste internationale coördinatie tussen de verschillende betrokken organisaties en groepen. De Arabische revoluties waren historische gebeurtenissen, maar sociale en politieke organisaties in andere landen slaagden er niet in een krachtig internationaal gecoördineerde mobilisatie ter ondersteuning te organiseren.
Als het lukt, zal de internationale vrouwenstaking een kwalitatieve en kwantitatieve sprong voorwaarts zijn in het lange proces van het weer oppakken van internationale mobilisaties tegen het neoliberalisme en het imperialisme, waaraan verschillende bewegingen de afgelopen jaren vorm hebben gegeven: van Occupy tot Gezi Park, van de indignados tot Standing Rock en Black Lives Matter. Het zal ook concreet de mogelijkheid aangeven van een nieuwe, krachtige, antikapitalistische en internationalistische feministische beweging.
Waarom noemen we het een staking?
Veel discussies over de staking – met name in de Verenigde Staten – gingen over de vraag of het juist is om 8 maart een ‘staking’ te noemen, in plaats van een demonstratie. Deze kritiek mist het punt waar het om gaat. Vrouwenstakingen zijn in hun doelstellingen altijd omvattender dan traditionele werkonderbrekingen die betrekking hebben op lonen en arbeidsomstandigheden.
In 1975 deed 90 procent van de IJslandse vrouwen mee aan een staking op de werkplek en weigerden één dag onbetaald maatschappelijk reproductief werk te doen, om het werk en de bijdrage van IJslandse vrouwen aan de samenleving zichtbaar te maken. Zij eisten gelijk loon voor gelijk werk en een eind aan seksuele discriminatie op de werkplek.
In het najaar van 2016 namen Poolse activistes de strategie en de boodschap van de IJslandse vrouwenstaking van 1975 over en organiseerden een massale vrouwenstaking om een wetsvoorstel dat abortus verbood in het parlement tegen te houden. Argentijnse activistes deden oktober vorig jaar hetzelfde om tegen geweld van mannen tegen vrouwen te protesteren.
Deze acties, die het plan voor een grotere staking op Vrouwendag aanwakkerden, laten zien dat een vrouwenstaking anders is dan een algemene staking. Een vrouwenstaking komt voort uit politieke en theoretische reflectie over de concrete vormen van vrouwenarbeid in de kapitalistische samenleving.
In het kapitalisme is het werk van vrouwen op de formele arbeidsmarkt slechts een deel van het werk dat zij verrichten. Vrouwen leveren ook de meeste reproductieve arbeid – onbetaalde arbeid die net zo belangrijk is voor het voortbestaan van de maatschappij en de kapitalistische sociale verhoudingen. Een vrouwenstaking kan dit onbetaalde werk zichtbaar maken en benadrukken dat sociale reproductie ook een strijdterrein is.
Bovendien hebben veel vrouwen, als gevolg van de seksuele arbeidsdeling op de formele arbeidsmarkt, onzekere banen, geen arbeidsrechten, zijn ze werkloos, of werkneemsters zonder papieren.
Vrouwen die werkzaam zijn op de formele en de informele arbeidsmarkt en in de onbetaalde sociale reproductieve sfeer zijn allemaal werkneemsters. Dit punt moet centraal staan in de discussie over de heropbouw van de arbeidersbeweging niet alleen in de Verenigde Staten, maar wereldwijd.
Het benadrukken van de eenheid tussen de werkvloer en thuis is de sleutel en staat centraal bij de staking op 8 maart. Een politieke benadering die het werk van vrouwen serieus neemt, moet niet alleen gaan over stakingen op de werkplek, maar ook over stakingen van onbetaalde sociaal reproductieve arbeid, stakingen van parttimers, oproepen voor arbeidstijdverkorting en andere vormen van protest die de gender – aard van sociale relaties erkennen.
“Staking” is de overkoepelende term waaronder deze verschillende vormen van actie zijn opgenomen, want het is de term die het best de centrale rol van vrouwenarbeid benadrukt en haar identificatie als werkneemsters, ongeacht de vorm van haar werk.
Het stakingsrecht opeisen
De Verenigde Staten hebben misschien wel de slechtste arbeidswetten van alle liberale democratieën. Algemene stakingen en politieke stakingen zijn verboden, stakingen zijn streng gebonden aan economische eisen aan werkgevers en arbeidscontracten hebben vaak expliciete bepalingen tegen stakingen, die ertoe kunnen leiden dat werknemers hun werk verliezen of de organiserende vakbond hoge boetes krijgt. Bovendien is er een aantal staten, zoals New York, die wetten hebben die ambtenaren expliciet verbieden te staken.
De discussie over het veranderen van deze situatie en hoe de positie van werknemers te versterken is het belangrijkste strategische punt van links in de VS de afgelopen decennia. Toch is één van de gevaren in deze discussie het reduceren van de klassenstrijd tot louter economische strijd en van het samenvallen van kapitalistische sociale relaties met de formele economie.
Een verandering van de arbeidsverhoudingen in de Verenigde Staten vereist niet alleen een activering van de arbeidersklasse op basis van economische eisen op de werkvloer, maar ook haar politisering en radicalisering – het vermogen om een politieke strijd te voeren die het totaal van de machtsrelaties, instellingen en vormen van uitbuiting aanpakt.
Dit kan niet worden bereikt enkel door het verbeteren en uitbreiden van de organisatie van vakbondsleden op de werkvloer. Een van de centrale problemen die radicaal vakbondswerk belemmert is het politieke en sociale isolement en de onzichtbaarheid ervan. Om de basis te leggen voor het opnieuw leven inblazen van de kracht van de arbeidersklasse zal werk op verschillende niveaus nodig zijn – het smeden van grote maatschappelijke coalities op en buiten de werkplek en het organiseren van solidariteit tussen vakbonds-, antiracistische, feministische, studenten- en anti-imperialistische organisatoren en activisten. Het betekent ook het benutten van sociale verbeelding door middel van creatieve, intellectuele en theoretische interventies en het experimenteren met nieuwe praktijken en talen.
In plaats van een beperkte blik op de strijd op de werkplek moeten we bewegingen op basis van geslacht, ras, etniciteit en seksualiteit verbinden met vakbondswerk, organising en milieu – activisme. Alleen door het creëren van deze collectieve totaliteit zullen we in staat zijn om de complexiteit van de problemen en eisen aan te pakken die door deze verschillende vormen van mobilisaties naar voren worden gebracht.
Dit is de weg die de Internationale Vrouwenstaking nastreeft met haar uitgebreide platform en inclusiviteit.
8 maart zal niet een algemene staking zijn, maar een belangrijke stap in de richting van het opnieuw legitimeren van het recht om te staken tegen de afbraak door het kapitalisme die in alle domeinen van het leven van alle mensen wordt gevoeld.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Jacobin. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.