Als zelfs Al Qaeda al te gematigd wordt
Freddy De Pauw
Het kalifaat Irak-Syrië, aanloop tot een groter kalifaat, krijgt vorm. Irak en Syrië, twee landen waar islamistische terreurbewegingen tot vóór 2003 afwezig waren. Tot Westerse mogendheden, voorop de VS van Amerika en het Verenigd Koninkrijk ingrepen “om het internationaal terrorisme te bestrijden”. Wat een wrede vaststelling voor de vroegere VS-president George Bush jr en voor de Britse ex-premier Tony Blair. Maar ze hadden nobele voorgangers, terroristen steunen is bijna een traditie. Een traditie die vooral werd ingegeven door rabiaat anti-communisme.
Of eerder, strijd tegen de grote rivaal Sovjet-Unie. Want zowel de VS als de Britten steunden volop de ‘communistische’ Rode Khmers in hun strijd tegen Vietnam, bondgenoot indertijd van de Sovjet-Unie. Eerder al had het Westen alles in het werk gesteld om progressieve regimes in islamlanden te saboteren. In 1953 was er de door de CIA gesponsorde staatsgreep in Iran tegen Mossadegh. Later werd Nasser in Egypte zwaar tegengewerkt. De Marokkaanse linkse leider Ben Barka werd vermoord. Terwijl fundamentalisten die de aartsrivaal bevochten, goede fundamentalisten waren die dan naargelang de behoefte het etiket “gematigd” kregen.
Wahhabieten
“Gematigd”, hetzelfde spelletje herhaalt zich in Syrië waar de met Al Qaeda verbonden Al Nosra verbitterd strijd levert met de militie ‘Islamitische Staat in Irak en de Levant’ (ISIL). Is Al Qaeda ineens gematigder en kan het daarom minder kwaad een oog dicht te knijpen voor de steun die Al Nosra en aanverwante groepen van de (onderling sterk rivaliserende) bondgenoten Saudi-Arabië en Qatar krijgen?
ISIL blijkt volgens experts geïnspireerd door het wahhabisme, de door de Saudi’s gepromote versie van de islam. Datzelfde wahhabisme raakte in de jaren 1980 ineens sterk verspreid in Pakistan en Afghanistan. Saudi-Arabië en de Arabische Emiraten steunden toen volop de Amerikaanse inmenging in Afghanistan met geld en ‘instructeurs’. De wahhabitische Koranscholen rezen als paddenstoelen uit de grond. De VS en hun westerse en Arabische bondgenoten trokken aan één zeel tegen een regime in Kabul dat Afghanistan uit de onderontwikkeling wou halen. In de jaren 1990 stak dat wahhabisme ook de kop op in Tsjetsjenië.
Washington en compagnie zagen daar in het geval van Afghanistan geen graten in. Ze gaven zelfs luchtdoelraketten aan fundamentalist Gulbuddin Hekmatyar die tot voor kort de Amerikaanse troepen in Afghanistan bestookte. In die omgeving konden groepen als Al Qaeda zeer goed gedijen. Tot deze groepen na de zege in Kabul, 1992, tegen hun vroegere ondersteuners aanvielen, met als climax 9/11 in 2001.
2003
Na 9/11 lanceerde Bush jr. zijn oorlog tegen het internationaal terrorisme, met als uitschieter de oorlog tegen Irak in 2003. Van Al Qaeda was er in Irak tot dan geen sprake. Na de val van Saddam Hoessein kwam er een sjiïtische meerderheid. Met Maliki als premier kwam het tot een uitgesproken discriminatie van de Arabisch-soennitische minderheid in het noordwesten, wat uiteindelijk leidde tot een alliantie van het militant soennitische ISIL met stammenleiders die eerder hun vijanden waren geweest, met officieren uit het in 2003 ontbonden Iraakse leger, met burgers die de pesterijen van sjiïtische milities beu waren.
Wat Washington nu vooral angst aanjaagt is de zwakte, zelfs het onbestaan, van het officiële Iraakse leger. Nochtans was het altijd voorgesteld alsof de VS gemakkelijk hun troepen konden weghalen nu dat leger klaarstond voor de taak. Het blijkt een illusie te zijn geweest, dat leger stort als een kaartenhuisje in elkaar. Het roept herinneringen op aan Vietnam begin 1975 toen het Zuidvietnamese regeringsleger een papieren poesje bleek te zijn. Maliki kan alleen maar hopen op de sjiïtische milities, waarvan er enkele een terreurbewind uitoefenden in soennitische gebieden, om de opmars te stuiten.
Maar blijkbaar hebben noch de VS noch hun bondgenoten veel geleerd uit de Vietnam geschiedenis. Irak dreigt nu te imploderen in drie stukken. Met een virtueel onafhankelijk Koerdistan in het noordoosten dat commerciële akkoorden afsluit met Turkije zonder zich iets van Bagdad aan te trekken. Met een sjiïtische rompstaat in midden en zuiden waar sjiïtische milities de plak zwaaien. En een stuk van een “kalifaat” onder ISIL.
Massavernietigingswapens
Dit is meteen zeer onheilspellend voor de nabije toekomst in Afghanistan en Pakistan. Zal het Afghaanse regeringsleger beter stand houden tegen een (door Pakistaanse militairen gesteund) offensief van de Pathaanse Taliban? Gaat men dan maar naar de opdeling van Afghanistan zoals een VS-plan al heeft voorzien? En vooral, wat met Pakistan zelf? Want waren er geen massavernietigingswapens in Irak, die zijn er wel – namelijk kernwapens – in Pakistan. De aanval van de Pakistaanse Taliban op de luchthaven van Karachi is een waarschuwing.
Washington zit met de handen in het haar. Niet alleen Washington natuurlijk, ook elders in de wereld, de Arabische incluis. Maar de westerse leiders zijn om diverse redenen niet happig om op te treden. Hun interventies maken de zaken meestal alleen maar erger. Bovendien is er de dubbelzinnige houding van de Saudische wahhabieten die maar al te graag Maliki, vriend van Iran, in het zand zien bijten. Voor hen is de opmars van de ISIL een geschenk in hun strijd met de grote vijand Iran.
Drones, Iran
Dan maar drones om de opmars staande te houden? Of nogmaals een internationale troepenmacht die in het zand komt bijten? Alles zetten op de sjiïtische milities, dan maar met de actieve steun van Iran? En hoe dat te koppelen aan wat er gaande is in Syrië, met zijn complexe allianties in de strijd tegen Assad?
Het is geen vrolijk perspectief te zien hoe deze fundamentalisten van ISIL, aangesterkt door duizenden jongeren uit Europa, aan een opmars bezig zijn. Er zijn geen wondermiddelen tegen, pogingen om de bondgenoten van de ISIL los te weken van deze beweging, met geld, komen allicht te laat. Gewoon toekijken is geen leuke optie. Maar militair ingrijpen is dat evenmin, of erger: zo wordt het nog erger.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.
Afglijden naar sektarische burgeroorlog is bittere erfenis van het westen in Irak
Door Simon Assaf
Het was een oorlog die naar schatting een biljoen dollar heeft gekost en die werd uitgevochten, zo werd ons verteld, als deel van de wereldwijde “war on terror” – maar elf jaar later is de invasie van Irak voor zowel het westen als voor de regio zelf een nachtmerrie geworden.
Mocht er voor de waanzin van de invasie van 2003 nog iets als bewijs nodig zijn, dan is de opkomst van de “terroristische superstaat” waartoe deze geleid heeft, en die zich nu uitstrekt van Aleppo in Syrië tot in de voorsteden van Bagdad in Irak, een overtuigend geval. De macht is er in handen van de organisatie “Islamitische Staat in Irak en Syrië” (ISIS, ook wel bekend onder de naam ISIL), die zelfs door Al-Qaeda afkeurend “te extreem” is genoemd. Hun schaamteloze bezetting van de tweede stad van Irak, Mosul, en nog een hele reeks kleinere soennitische plaatsen hebben de hele regio in rep en roer gebracht.
Irak staat ondertussen op de rand van een afgrijselijke sektarische burgeroorlog, waarin sjiieten en soennieten lijnrecht tegenover elkaar zijn komen te staan. Die zou vervolgens weer een etnische oorlog tussen Koerden en Arabieren kunnen doen oplaaien over de controle van de etnisch gemengde stad Kirkuk, midden tussen de grootste oliereserves van het land. De Koerden, die Kirkuk zien als hoofdstad voor hun toekomstige onafhankelijke staat, hebben de stad in handen sinds het Irakese leger er haar bases achterliet.
Het is een conflict waarin ook Turkije meegetrokken zou kunnen worden en wat al helemaal bizar is, is misschien wel dat de Iraanse troepen gecoördineerd samenwerken met de Amerikaanse luchtmacht tegen een gezamenlijke vijand. Er zijn al berichten dat de Iraanse Revolutionaire Garde zich heeft laten zien in de buurt van belangrijke religieuze plaatsen voor sjiieten in Bagdad – terwijl de VS steeds luider dreigt met drone-aanvallen.
Terwijl het door de VS geconstrueerde Iraakse leger uiteenvalt, hebben de neocons en Blair-aanhangers die de ware architecten achter deze ramp zijn het lef om over “militair ingrijpen” te beginnen. Ze betogen zelfs dat de westerse troepen in 2011 niet hadden moeten worden teruggetrokken. De Iraakse spiraal naar een nieuwe sektarische oorlog is een gevolg van de bezetting, en van de tactieken die de westerse machten gebruikten om de nationale opstand van 2004 te onderdrukken. Toentertijd probeerden de VS en haar coalitiegenoten de sektarische spanningen dusdanig te bewerken dat de groeiende nationale bevrijdingsbeweging verdeeld zou raken.
Overhoop
Tegenover een opstand die sjiitische en soennitische moslims verenigde, koos de bezetter met succes een strategie die overheidsinstellingen overhoop haalde door aan te bieden het land aan sektarische sjiitische partijen over te dragen.
Het tweede deel van de strategie betrof de zogenaamde “Zonen van Irak”- beweging. Er werd aan groeperingen uit de tribale onlusten een belang in een toekomstige staat beloofd, in ruil voor het kalmeren van soennitische regio’s. Dat plan lijkt, samen met de toenemende aantallen Amerikaanse troepen, zijn vruchten te hebben afgeworpen.
Maar deze “surge-strategie” bracht een golf teweeg van sektarisch geweld. Het hoogtepunt van de gevechten werd in 2007 bereikt, en dit gold ook voor de aanwezigheid van Amerikaanse troepen – 166.300 soldaten in oktober 2007. Dit laat wel zien dat er niets van klopt dat de VS de sektarische oorlog in toom zou hebben gehouden.
De Iraakse staat die ontstond onder de bezetting was corrupt en zorgde voor diepe verdeeldheid. De Iraakse premier Nouri al-Maliki verergerde dit nog eens door de soennitische minderheid van het land verder te vervreemden en de autonome Koerdische regio’s in het noorden te bedreigen.
Rechteloze soennieten begonnen in december van 2012 met vreedzaam protest, in wat bekend kwam te staan als de ‘Iraakse lente’. Veiligheidstroepen vielen hun kampen aan en doodden tientallen mensen. Al-Maliki reageerde door soennitische gebieden te overspoelen met zijn veiligheidstroepen. Duizenden mensen werden opgejaagd, gemarteld en gedood. Een diepe afkeer van Al-Maliki’s bewind versnelde het uiteenvallen van de troepenmacht die met ISIS geconfronteerd zou worden. Op dit moment staat zijn bestuur op de rand van instorten.
Een akelige en verontrustende wending daarbij is dat de hoogste geestelijke van Irak, Ayatollah al-Sistani, sjiieten heeft opgeroepen de wapens op te nemen tegen de soennieten. Het vooruitzicht van een aanhoudende en bloedige sektarische burgeroorlog in Irak is de bittere erfenis van de invasie van 2003.
Dit artikel verscheen eerder in Socialist Worker. Nederlandse vertaling: redactie socialisme.nu .