De vraag wordt wel eens gesteld of feminisme niet te moralistisch is. Feministes hebben dan zogezegd over alles morele oordelen, dringen hun mening op, zijn eigenlijk de moraalridders van vroeger in een nieuwe verpakking. Wat is er van aan?
Morele oordelen
Over de vraag of feministes morele oordelen vellen: ja. Ja, en dat is een fundamenteel onderdeel van feminisme. Zonder dat zijn we relativisten die geen impact meer kunnen, durven of willen hebben op de samenleving.
Het probleem is niet de morele oordelen op zich. Feministes, zou je kunnen zeggen, hebben bijvoorbeeld een moreel standpunt over geweld tegen vrouwen: wij zijn daar tegen. Niet ervoor. Dat is een moreel oordeel. Wij zeggen niet “wie zijn wij om te oordelen”. Wij zeggen niet “ach ja, het is moeilijk het is ingewikkeld, tralala”. Nee, wij zijn simpelweg tegen geweld. Wij zijn tegen het systeem van seksisme en alle onderdelen daarvan, en streven naar een betere samenleving georganiseerd op basis van feministische waarden.
Ook bij andere progressieve groepen en bewegingen zien we dat: vakbonden zijn tegen uitbuiting van de werkende klasse – of zouden dat toch moeten zijn. Amnesty neemt een moreel oordeel in over politieke gevangenen, de Europese Vrouwenlobby over mensenhandel en prostitutie, linkse mensen oordelen dat het neoliberalisme de wereld naar de knoppen helpt, enzoverder.
Meestal hebben mensen maar kritiek op die morele oordelen als ze het er niet mee eens zijn, dan zijn die plots “moralistisch”.
Wat is het alternatief? Geen “morele oordelen” meer vellen. Dat wil zeggen dat we ons dan niet kunnen uitspreken over geweld, over gevangenissen, over gesloten asielcentra, over dwang of manipulatie, over milieuvervuiling want dat zijn allemaal “morele” oordelen en blijkbaar zijn die “slecht”. Leven en laten leven, enzoverder. Het moet wel duidelijk zijn dat daaruit volgt dat feministische en andere progressieve bewegingen niet kunnen bestaan. Geen oordeel, geen actie, geen beweging.
Via deze truc kunnen machthebbers al decennialang hun agenda doordrukken. Zij duwen hun mening door, daarna mag er niet aanvallend gereageerd worden want dat zou de consensus schaden, moralistisch zijn… En zo gaan we door, stap na onmenselijke stap.
Individueel oordeel versus politieke analyse
Wat feministes over het algemeen doen is politieke analyses maken, wat eigenlijk iets anders is dan meer individuele ethische oordelen. Ze zijn wel verbonden met elkaar. Heel simpel is het nooit, feminisme.
Die politieke analyses gaan over maatschappelijke processen, groepen, en de impact ervan op individuen. Soms gaat het ook over individuen, dan wordt het moeilijk. De discussie over structuren versus vrije wil is nooit ver weg in feminisme, en ook hier speelt dat mee.
Neem bijvoorbeeld de schoonheidsindustrie. Sinds boeken zoals The Beauty Myth (Wolf) en Femininity (Brownmiller) verschenen zijn, is die industrie alleen maar gegroeid en heeft ze nog meer grip gekregen op onze levens. Alle onderzoek wijst uit dat vrouwen onzeker gemaakt worden over zichzelf en hun uiterlijk door een veelheid van zaken, waarvan die industrie en zijn reclame een belangrijk deel vormen. Meer en meer vrouwen overwegen ook plastische chirurgie, die genormaliseerd wordt in de mainstream media. De reclame van die industrie toont niet dat er al heel wat mensen gestorven zijn aan botox, borstvergrotingen, liposuctie…
Vrouwen verliezen gezondheid, geld, tijd, gevoeligheid in onze schaamlippen en borsten door die operaties… Het punt is: als feministes bemerken we hier een objectief negatieve tendens voor vrouwen. De schoonheidsindustrie is geen vriendelijke industrie, het effect is meetbaar negatief.
Op die kritiek antwoorden sommige mensen dat ze dat beledigend of aanvallend vinden voor mensen die kiezen voor plastische chirurgie. Dat is duidelijk naast de kwestie. Waarom reageren mensen zo?
Weg met de samenleving – ikke ikke ikke
Wij leven in een antifeministische samenleving: die is seksistisch, neoliberaal en doordrenkt van de illusie van het bevrijde helemaal op zichzelf handelende individu. Elke kritiek op een systeem is een bedreiging voor die illusie van “ik kies er helemaal zelf voor, niemand doet me iets”. Het is het geloof van mensen die allemaal zeggen dat reclame geen effect op hen heeft maar wel massaal coca-cola of jupiler drinken, nike schoenen dragen en een peperdure iPhone hebben. Het is nooit leuk om je veilige illusies aangevallen te weten, vandaar de hevige reactie. Er is ook zeer weinig linkse of radicale feministische vorming aanwezig en de liberale propaganda blijft stevig aanwezig ondanks dat die faalt om de realiteit te bedekken.
Mensen lijken effectief het verschil niet meer te kunnen maken: je zegt “ik heb een probleem met de schoonheidsindustrie om die of die reden” en mensen horen “jij bent slecht want je draagt lipstick”. Een feministische beweging moet natuurlijk rekening houden met hoe ze overkomt en dan extra moeite proberen doen om dit soort zaken te ontmijnen. Tezelfdertijd is het duidelijk dat hier wel een vrij narcistische en egoïstische tendens aanwezig is (“het gaat niet over een systeem, het gaat over mij”). Hoe kan het ook anders in een samenleving die ons elke dag leert dat er niet zoiets bestaat als een samenleving?
Fundamenteel belangrijk is wel dat de meeste feministische analyses niet bedoeld zijn om individuen aan te wijzen als slecht als ze meedoen met een patriarchaal bepaald model. Die analyses zijn bedoeld om de problemen in allerlei industrieën – patriarchale deelsystemen – bloot te leggen om ze beter te kunnen bestrijden.
Zo zijn we er, zou je zeggen: feministes bekritiseren industrieën en individuen moeten zelf kunnen kiezen wat ze willen. Dat is alvast een goed houvast. Laten we kort nog een niveau dieper gaan.
Een “systeem van seksisme” is iets vrij abstracts. Maar neem een concreet onderdeel: de schoonheidsindustrie. Grote industrie, enorme reclamebudgetten. Moest iedereen van vandaag op morgen stoppen met botox, make-up en plastische chirurgie, dan zou die industrie in een klap ophouden met bestaan. Van die optiek uit komen ook bijvoorbeeld boycott-acties van bijvoorbeeld Israëlische producten, producten uit de VS, …
Het is iedereen wel duidelijk dat zoiets niet zal gebeuren. Op die manier zal er misschien geen einde komen aan die industrie. Een campagne kan wel helpen. Je zou ook kunnen zeggen: we werken aan opvoeding. Als we alle vrouwen leren dat ze mensen zijn, die niet minderwaardig zijn of zich niet slecht hoeven te voelen over hun lichaam, dan zal de behoefte aan die industrie misschien verminderen. Dat zal ook niet ineens de oplossing brengen, maar in de tussentijd helpt het wel: hoe meer vrouwen we kunnen overtuigen dat ze intrinsiek waardevol zijn ongeacht of ze meedoen met die schoonheidswedren of niet, of ze zich seksueel beschikbaar opstellen voor mannen of niet, hoe beter. Elke overwinning op ons kunstmatig laag gehouden gevoel van eigenwaarde is belangrijk.
Een mogelijk voorstel: we laten de industrie voorlopig bestaan, maar verbieden alle reclame ervoor.
Praktijken die aantoonbaar fysiek schadelijk zijn moeten alvast verdwijnen. Bijvoorbeeld: er zijn geen direct fysieke negatieve effecten van een kleur tekenen op je wang, dus dat kan blijven. Er zijn al heel wat mensen gestorven aan botox, dus dat moet weg tenzij voor medische redenen. Dit is een voorstel als reactie op een problematische realiteit. Ja, dat is een morele stellingname.
De meest eenvoudige oplossing: “iedereen mag doen wat die wil”, is geen oplossing, dat is de vrijheid van de kapitalist om geld te verdienen door uitbuiting, de vrijheid van de machtige om misbruik te maken van de machteloze. Als feministes kunnen we geen genoegen nemen met kortzichtige nepoplossingen.
Verschil met rechtse moraal
Wat is dan eigenlijk het verschil met rechts moralisme? Dat is ten eerste gericht op het in stand houden van de status quo. Mensen moeten netjes blijven en niet opstandig zijn, anders zijn ze slecht. Feministes willen juist opstand!
Ten tweede gaat die rechtse moraal vaak over het beschuldigen van de mensen met minder macht en niet over een verzetspoging tegen een systeem. Armen zijn slecht, prostituees zijn slecht, vrouwen die teveel of juist te weinig seks hebben zijn slecht… dat is allemaal rechtse moraal die de schuld weghoudt van de echte daders. De beschuldigden worden deels uitgestoten uit de “nette” samenleving, zijn zondebokken voor al wat er misgaat. Rechtse en nationalistische politici kunnen zeer goedkoop scoren hiermee.
Voor feministes gaat het om verandering en verzet: samen tegen de schoonheidsindustrie, of een groep mensen op hun verantwoordelijkheid wijzen: daders van geweld bijvoorbeeld.
Op een bepaalde manier bekeken zou je inderdaad kunnen stellen dat dat allemaal oubollig is. Zo wordt het toch voorgesteld. Wat is het effect van de voorstelling? Het maakt verzet moeilijker en houdt de status quo intact.
Vakbonden, bijvoorbeeld, worden continu voorgesteld als oubollig. De individuele mens zal zelf wel zorgen voor… Analoge retoriek treft allerlei ander progressieve bewegingen en meningen. Stel je voor: een mening tegen kost wat kost winst maximaliseren of tegen geweld op vrouwen.
Laten we ons dat zoveel mogelijk voorstellen.