Islamitische Staat (IS) controleert een gebied groter in omvang dan Groot-Brittannië, met een bevolking van tussen de 8 en 10 miljoen. In de afgelopen maanden heeft de beweging zijn aanvallen buiten deze ‘grenzen’ opgevoerd met aanslagen van Beiroet tot Sharm El Sheikh, via Tunesië en Turkije. IS is een onuitputtelijke bron van artikelen en analyses door ‘experts’ maar ook van fantasieën en geruchten. IS zou de pure incarnatie zijn van een ‘absolute barbarij’, een ‘creatie’ van de Verenigde Staten, een uiting van de ‘achterlijkheid’ van Arabische samenlevingen, … Wat is het eigenlijk?
De ontwikkeling van Daesh (het Arabische acroniem voor de oude naam van IS) kan niet begrepen worden als slechts de uitbreiding van een ideologie die een specifieke reactionaire interpretatie en toepassing van islam voorstaat. Islamitisch fundamentalisme, inclusief de meest gewelddadige en regressieve versies, is geen product van de afgelopen paar jaar. Om het fenomeen te begrijpen moet gekeken worden naar het Arabisch schiereiland, waar Saudi Arabië en de Golfstaten al decennialang islamitisch fundamentalisme gebruiken voor hun binnenlandse en buitenlandse politiek.
Om Daesh te begrijpen moet er gekeken worden naar de materiële omstandigheden die het mogelijk maakten en moeten de ontwikkelingen in de regio in ogenschouw genomen worden.
Een van de eerste factoren die in overweging genomen moet worden is natuurlijk de impact van buitenlandse interventies in Arabische landen, of die interventies nu de vorm aannamen van militaire invasies of van voortdurende steun van westerse landen aan autoritaire regimes die systematisch alle progressieve oppositie elimineerden en, direct of indirect, de opkomst van fundamentalisme bevorderden.
De vernietiging van Irak is een sleutel om de ontwikkeling van Daesh te kunnen begrijpen. Daesh werd niet geboren in Syrië of in Saudi Arabië, maar te midden van de ruïnes van een land dat geteisterd is door militaire interventies. In de door de VS gerunde gevangenissen en in soennitische dorpen en steden die werden aangevallen door buitenlandse legers en door hun bondgenoten, Irakese sjiitische milities, ontstonden tien jaar geleden de kiemen van wat later Daesh zou worden.
In de zomer van 2014, toen Daesh de controle over verschillende provincies van Irak overnam, werd dus opeens ‘ontdekt’ dat in het politiek-militaire apparaat van de beweging voormalige officieren van Saddam Hussein aanzienlijke posities bekleden – van Abu Abdu Rahman al-Bidawi, deel van de militaire leiding, en Abu Ahmed al-Alwani, die benoemd werd tot ‘gouverneur’ van de provincie Al Anbar tot Saddam al-Jamal, ‘gouverneur’ van de provincie Deir el -Zor in Syrië.
Een crisis van overheersing
De aanzienlijke rol van voormalige officieren van Saddam Hussein wijst erop dat de drijvende kracht achter Daesh niet alleen religieuze radicalisering is, maar ook de wens om beleid opgelegd door het westen en haar regionale bondgenoten te weerstaan. Het prowesterse Iraakse regime dat in 2004 geïnstalleerd werd, speelde een cruciale rol in het leveren van legitimatie van de retoriek en acties van Daesh door het marginaliseren van soennieten (onder Saddam Hussein de dominante groep), de bloedige onderdrukking van elk verzet en door het vormen van een alliantie met Iran. In sommige soennitische regio’s werd IS zelfs als bevrijder verwelkomd.
Religieuze ideologie staat dus in het centrum van het project en het discours van Daesh maar overlapt met andere dimensies; sociale, politieke en economische. De ontwikkeling van Daesh is een uiting van de crisis van overheersing in de regio zoals die zichtbaar werd in de opstanden van 2010 – 2011 en van het onvermogen van de bestaande regimes en hun imperialistische sponsors om rust en orde te herstellen. Daesh is gebouwd op een dubbel falen: dat van de Arabische opstanden in het aangezicht van de contrarevolutie maar ook dat van de geïnstitutionaliseerde contrarevolutionaire krachten, zowel de regimes als de politieke islam.
We kunnen er daarom niet omheen dat een deel van de aantrekkingskracht van IS ligt in de manier waarop deze beweging de grenzen en de politiek-administratieve centra die het resultaat waren van de koloniale verdeling van de regio afwijst. De ‘onafhankelijkheid’ zoals die vorm kreeg in de regio was geen bedreiging voor de imperialistische overheersing. Daarom – en ook al heeft Daesh de ergste lokale vormen van overheersing (reactionaire ideologie en autoritaire optreden) overgenomen – voor tienduizenden jongeren die gefrustreerd zijn door het falen van de opstanden van 2010-2011 lijkt de beweging ‘een nieuwe factor’ in een regionaal systeem dat al decennialang vast zit.
Daesh gaat prat op een aanzienlijke oorlogskas. Het jaarlijkse budget van de beweging wordt geschat op tussen de 2,5 en 3 miljard dollar. Belastingen innen, handelaren afpersen, kidnappingen en mensensmokkel. Dit zijn allemaal bronnen van inkomsten voor Islamitische Staat die ook de controle heeft over oliebronnen die voor lage kosten winsten opleveren. Toch wordt, in tegenstelling tot sommige fantasieën, deze olie vooral verkocht binnen gebieden die gecontroleerd worden door IS; mensen hier zijn gedwongen klant te zijn van Daesh of van zijn vertegenwoordigers voor hun dagelijkse benodigdheden als benzine en olie voor verwarming.
Bovendien krijgt IS nog steeds min of meer in het geheim steun van vooraanstaande individuen en informele groepen in Saoedi-Arabië en de Arabische Emiraten, die in de opkomst van Daesh een middel zien om de invloed van hun grote rivaal, het sjiitische Iran, tegen te gaan. Dit is een andere tragedie voor de mensen in de regio; de imperialistische landen beweren dat ze een einde willen maken aan Daesh, maar de bondgenoten van deze landen in de regio beschouwen deze beweging niet als een vijand die verslagen moet worden.
Van Erdogan in Turkije, die met genoegen gadeslaat hoe de Koerden bedreigd worden door IS, tot de Golfstaten, die een ideologie hebben die verwant is aan die van Daesh, tot Irak dat geregeerd wordt door sjiieten die er weinig belang in zien om vijandige soennitische gebieden weer in te nemen, spelen de regionale machten in wezen het spel van de Islamitische Staat mee.
We moeten weigeren om de wereld in simpele schema’s te zien. Daesh is het product van het bankroet van het systeem van overheersing door het Westen en haar regionale bondgenoten. Vastbesloten oppositie tegen Daesh kan niet voorbij gaan aan de sociaalhistorische omstandigheden waarin de beweging opkwam, een bondgenootschap met autoritaire regimes in de regio en voortzetting van de militaire chaos spelen IS in de kaart. Het enige sprankeltje hoop, in zeer slechte omstandigheden, is om, tegen de stroom in, mensen en groepen die zich verzetten tegen zowel Daesh als de autoritaire regimes, te steunen.
Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.